EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014Q0201(01)
SUPPLEMENTARY RULES OF THE COURT OF JUSTICE
ADDITIONEEL REGLEMENT VAN HET HOF VAN JUSTITIE
ADDITIONEEL REGLEMENT VAN HET HOF VAN JUSTITIE
PB L 32 van 1.2.2014, p. 37–45
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
1.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 32/37 |
ADDITIONEEL REGLEMENT VAN HET HOF VAN JUSTITIE
Inhoud
Hoofdstuk I — Rogatoire commissies (artikelen 1-3)
Hoofdstuk II — Rechtsbijstand (artikelen 4 en 5)
Hoofdstuk III — Aangifte van de schending van de eed der getuigen en deskundigen (artikelen 6 en 7)
— Slotbepalingen (artikelen 8 en 9)
Bijlage I — Lijst bedoeld in artikel 2, lid 1
Bijlage II — Lijst bedoeld in artikel 4, lid 2
Bijlage III — Lijst bedoeld in artikel 6
HET HOF VAN JUSTITIE,
Gezien artikel 207 van het reglement voor de procesvoering (1),
Gezien artikel 46, lid 3, van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (2),
Gezien artikel 45 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Hof heeft op 25 september 2012 een nieuw reglement voor de procesvoering vastgesteld dat zowel inhoudelijk als naar de vorm meerdere wijzigingen omvat ten opzichte van het vorige reglement, dat daarbij is ingetrokken. Deze wijzigingen betreffen met name de terminologie die in het nieuwe reglement voor de procesvoering is gehanteerd en de procedure voor de toekenning van rechtsbijstand. Deze wijzigingen dienen dan ook in het nieuwe additioneel reglement te worden weerspiegeld. |
(2) |
Na de aanwijzing door meerdere lidstaten van nieuwe instanties voor de behandeling van de in de artikelen 2, 4 en 6 van het additioneel reglement bedoelde vraagstukken en na de toetreding tot de Europese Unie van de Republiek Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007 en die van de Republiek Kroatië op 1 juli 2013, is het daarnaast noodzakelijk gebleken om de lijsten in de drie bijlagen bij dit reglement bij te werken. Met de goedkeuring van de Raad, gegeven op 17 december 2013, |
STELT HET VOLGENDE ADDITIONEEL REGLEMENT VAST:
HOOFDSTUK I
Rogatoire commissies
Artikel 1
1. De rogatoire commissie wordt bij beschikking verleend; deze beschikking bevat de naam, de voornaam, de hoedanigheid en het adres van de getuigen of deskundigen, de omschrijving van de feiten ten aanzien waarvan de getuigen of deskundigen zullen worden gehoord, de namen van de partijen, hun gemachtigden, advocaten of raadslieden, de gekozen woonplaatsen, alsmede een korte omschrijving van het onderwerp van het geding.
2. De griffier betekent de beschikking aan partijen.
Artikel 2
1. De griffier zendt de beschikking aan de bevoegde, in bijlage I genoemde, instantie van de lidstaat op het grondgebied waarvan de getuigen of deskundigen moeten worden gehoord. Zo nodig doet hij de beschikking vergezeld gaan van een vertaling in de officiële taal of talen van de lidstaat tot welke de beschikking is gericht.
2. De in het voorgaande lid bedoelde instantie zendt de beschikking door aan de krachtens het nationale recht bevoegde rechterlijke instantie.
3. De bevoegde rechterlijke instantie voert de rogatoire commissie uit volgens haar nationale recht. Na de tenuitvoerlegging zendt zij de beschikking houdende de rogatoire commissie alsmede de stukken die bij de tenuitvoerlegging daarvan zijn opgemaakt, en een staat van kosten aan de instantie bedoeld in lid 1. Deze stukken worden aan de griffier van het Hof gezonden.
4. De griffier draagt zorg voor de vertaling der stukken in de procestaal.
Artikel 3
Het Hof draagt de kosten van de rogatoire commissie, zulks onverminderd zijn bevoegdheid deze ten laste van partijen te brengen.
HOOFDSTUK II
Rechtsbijstand
Artikel 4
1. In de beschikking waarbij het Hof beslist rechtsbijstand toe te kennen, bepaalt het Hof dat aan de betrokkene een advocaat zal worden toegevoegd.
2. Indien de betrokkene niet zelf een advocaat voorstelt of indien het Hof van oordeel is dat de door de betrokkene gedane keuze niet kan worden bekrachtigd, zendt de griffier een expeditie van de beschikking en een afschrift van de aanvraag voor rechtsbijstand aan de bevoegde instantie van de betrokken staat genoemd in bijlage II.
3. Gezien de voorstellen toegezonden door deze instantie, voegt het Hof aan de betrokkene ambtshalve de advocaat toe die tot taak heeft de betrokkene bij te staan.
Artikel 5
Het Hof stelt de verschotten en het honorarium van de advocaat vast; op verzoek kan een voorschot op deze verschotten en dit honorarium worden verstrekt.
HOOFDSTUK III
Aangifte van de schending van de eed der getuigen en deskundigen
Artikel 6
In geval van meineed gepleegd voor het Hof door een getuige of deskundige, kan het Hof, de advocaat-generaal gehoord, beslissen dat van dit feit aangifte zal worden gedaan ter fine van vervolging bij de bevoegde, in bijlage III genoemde, instantie van de lidstaat waarvan de rechterlijke macht ter zake bevoegd is.
Artikel 7
De beslissing van het Hof wordt door de griffier medegedeeld. De beslissing vermeldt de feiten en omstandigheden waarop de aangifte is gegrond.
Slotbepalingen
Artikel 8
Dit additioneel reglement treedt in de plaats van het additioneel reglement van 4 december 1974 (PB L 350 van 28.12.1974, blz. 29), zoals laatstelijk gewijzigd op 21 februari 2006 (PB L 72 van 11.3.2006, blz. 1).
Artikel 9
1. Dit reglement, zijnde authentiek in de talen bedoeld in artikel 36 van het reglement voor de procesvoering, wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
2. Het treedt in werking met ingang van de datum waarop het wordt bekendgemaakt.
Gedaan te Luxemburg, 14 januari 2014.
(1) PB L 265 van 29.9.2012, blz. 1, gerectificeerd in PB L 38 van 9.2.2013, blz. 20, zoals gewijzigd op 18 juni 2013 (PB L 173 van 26.6.2013, blz. 65).
(2) PB L 157 van 21.6.2005, blz. 203.
(3) PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21.
BIJLAGE I
Lijst bedoeld in artikel 2, lid 1
België
Federale Overheidsdienst Justitie — Service public fédéral Justice
Bulgarije
Министър на правосъдието
Tsjechië
Ministr spravedlnosti
Denemarken
Justitsministeriet
Duitsland
Bundesministerium der Justiz
Estland
Justiitsministeerium
Ierland
Minister for Justice and Equality
Griekenland
Υπουργείο Δικαιοσύνης, Διαφάνειας και Ανθρωπίνων Δικαιωμάτων
Spanje
Ministerio de Justicia
Frankrijk
Ministère de la justice
Kroatië
Ministarstvo pravosuđa
Italië
Ministero della Giustizia
Cyprus
Υπουργός Δικαιοσύνης και Δημόσιας Τάξεως
Letland
Latvijas Republikas Tieslietu ministrija
Litouwen
Lietuvos Respublikos teisingumo ministerija
Luxemburg
Parquet général
Hongarije
Közigazgatási és Igazságügyi Minisztérium
Malta
Avukat Ġenerali
Nederland
Minister van Veiligheid en Justitie
Oostenrijk
Bundesministerium für Justiz
Polen
Ministerstwo Sprawiedliwości
Portugal
Ministro da Justiça
Roemenië
Ministerul Justiției
Slovenië
Ministrstvo za pravosodje
Slowakije
Minister spravodlivosti
Finland
Oikeusministeriö
Zweden
Regeringskansliet Justitiedepartementet
Verenigd Koninkrijk
Secretary of State for the Home Department
BIJLAGE II
Lijst bedoeld in artikel 4, lid 2
België
Federale Overheidsdienst Justitie — Service public fédéral Justice
Bulgarije
Министър на правосъдието
Tsjechië
Česká advokátní komora
Denemarken
Justitsministeriet
Duitsland
Bundesrechtsanwaltskammer
Estland
Justiitsministeerium
Ierland
Minister for Justice and Equality
Griekenland
Υπουργείο Δικαιοσύνης, Διαφάνειας και Ανθρωπίνων Δικαιωμάτων
Spanje
Consejo General de la Abogacía Española
Frankrijk
Ministère de la justice
Kroatië
Ministarstvo pravosuđa
Italië
Ministero della Giustizia
Cyprus
Υπουργός Δικαιοσύνης και Δημόσιας Τάξεως
Letland
Latvijas Republikas Tieslietu ministrija
Litouwen
Lietuvos Respublikos teisingumo ministerija
Luxemburg
Ministère de la justice
Hongarije
Közigazgatási és Igazságügyi Minisztérium
Malta
Segretarju Parlamentari għall-Gustizzja
Nederland
Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten
Oostenrijk
Bundesministerium für Justiz
Polen
Ministerstwo Sprawiedliwości
Portugal
Ministro da Justiça
Roemenië
Uniunea Națională a Barourilor din România
Slovenië
Ministrstvo za pravosodje
Slowakije
Slovenská advokátska komora
Finland
Oikeusministeriö
Zweden
Sveriges advokatsamfund
Verenigd Koninkrijk
The Law Society, London (for applicants residing in England or Wales)
The Law Society of Scotland, Edinburgh (for applicants residing in Scotland)
The Law Society of Northern Ireland, Belfast (for applicants residing in Northern Ireland)
BIJLAGE III
Lijst bedoeld in artikel 6
België
Federale Overheidsdienst Justitie — Service public fédéral Justice
Bulgarije
Върховна касационна прокуратура на Република България
Tsjechië
Nejvyšší státní zastupitelství
Denemarken
Justitsministeriet
Duitsland
Bundesministerium der Justiz
Estland
Riigiprokuratuur
Ierland
The Office of the Attorney General
Griekenland
Υπουργείο Δικαιοσύνης, Διαφάνειας και Ανθρωπίνων Δικαιωμάτων
Spanje
Consejo General del Poder Judicial
Frankrijk
Ministère de la justice
Kroatië
Zamjenik Glavnog državnog odvjetnika
Italië
Ministero della Giustizia
Cyprus
Γενικός Εισαγγελέας της Δημοκρατίας
Letland
Latvijas Republikas Ģenerālprokuratūra
Litouwen
Lietuvos Respublikos generalinė prokuratūra
Luxemburg
Parquet général
Hongarije
Közigazgatási és Igazságügyi Minisztérium
Malta
Avukat Ġenerali
Nederland
Minister van Veiligheid en Justitie
Oostenrijk
Bundesministerium für Justiz
Polen
Ministerstwo Sprawiedliwości
Portugal
Ministro da Justiça
Roemenië
Parchetul de pe lângă Înalta Curte de Casație și Justiție
Slovenië
Ministrstvo za pravosodje
Slowakije
Minister spravodlivosti
Finland
Keskusrikospoliisi
Zweden
Åklagarmyndigheten
Verenigd Koninkrijk
Her Majesty’s Attorney General (for witnesses or experts residing in England or Wales)
Her Majesty’s Advocate General (for witnesses or experts residing in Scotland)
Her Majesty’s Attorney General (for witnesses or experts residing in Northern Ireland)