Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R0964

    Verordening (EG) nr. 964/2007 van de Commissie van 14 augustus 2007 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor rijst van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen voor de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009

    PB L 213 van 15.8.2007, p. 26–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020R0760

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/964/oj

    15.8.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 213/26


    VERORDENING (EG) Nr. 964/2007 VAN DE COMMISSIE

    van 14 augustus 2007

    houdende uitvoeringsbepalingen inzake de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor rijst van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen voor de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 980/2005 van de Raad van 27 juni 2005 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties (1), en met name op artikel 12, lid 6,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (2), en met name op artikel 10, lid 2, en artikel 13, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1401/2002 van de Commissie (3) zijn nadere bepalingen inzake de opening en de wijze van beheer van de tariefcontingenten voor rijst van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen voor de verkoopseizoenen 2002/2003 tot en met 2008/2009 vastgesteld. Sinds die verordening van toepassing is geworden, zijn enkele horizontale of sectorale verordeningen vastgesteld of gewijzigd, waarmee in het kader van die contingenten rekening moet worden gehouden; het betreft Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (4), Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (5) en Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (6).

    (2)

    Bij Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn in het bijzonder uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot het aanvragen van invoercertificaten, de aan de aanvragers gestelde eisen en de afgifte van de certificaten. Die verordening geldt onverminderd de aanvullende voorwaarden of de afwijkingen zoals vastgesteld bij sectorale verordeningen. Derhalve dient de wijze van beheer van de communautaire tariefcontingenten voor de invoer van rijst van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen duidelijkshalve te worden aangepast door vaststelling van een nieuwe verordening en intrekking van Verordening (EG) nr. 1401/2002.

    (3)

    In artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005 is bepaald dat voor de producten van GN-code 1006 van oorsprong uit een land dat volgens het bepaalde in bijlage I bij die verordening in aanmerking komt voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen, voor elk verkoopseizoen tot het tijdstip waarop de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief volledig worden geschorst, namelijk 1 september 2009, een algemeen tariefcontingent met nulrecht moet worden geopend. Dat tariefcontingent voor de producten van GN-code 1006 wordt berekend door uit te gaan van de in gedopterijstequivalent uitgedrukte 2 895 t voor het verkoopseizoen 2002/2003 en dan voor elk volgend verkoopseizoen een verhoging met 15 % toe te passen. De contingenten voor de komende verkoopseizoenen moeten op die basis worden bepaald.

    (4)

    Met het oog op een goed beheer van die contingenten moet het de marktdeelnemers mogelijk worden gemaakt aanvragen in te dienen gedurende de eerste zeven dagen van het verkoopseizoen, dat op 1 september begint, en moet, voor het geval dat er resthoeveelheden zouden zijn, worden voorzien in de mogelijkheid nieuwe aanvragen in te dienen gedurende de eerste zeven dagen van de maand februari. Om dezelfde reden dienen bij de onderhavige verordening specifieke regels te worden vastgesteld inzake de opstelling van de certificaataanvragen, de afgifte en de geldigheidsduur van de certificaten en de mededeling van gegevens aan de Commissie, alsmede passende administratieve maatregelen om te garanderen dat het vastgestelde contingentsvolume niet wordt overschreden. In Verordening (EG) nr. 1301/2006 is bepaald dat de invoercertificaten hoe dan ook niet langer geldig zijn na de laatste dag van de tariefcontingentsperiode. Voorts dient voor een betere beheersing van het contingent het bedrag van de zekerheid te worden vastgesteld op een aan de risico’s aangepast niveau.

    (5)

    In de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (7) zijn bepalingen inzake het bewijs van oorsprong opgenomen waarin het voor algemene tariefpreferenties geldende begrip „producten van oorsprong” is gedefinieerd. Bepaald dient te worden dat die bepalingen van toepassing zijn.

    (6)

    Deze maatregelen dienen te worden toegepast vanaf het begin van het volgende verkoopseizoen, dus met ingang van 1 september 2007.

    (7)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De in artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005 bedoelde jaarlijkse invoertariefcontingenten met nulrecht voor de producten van GN-code 1006, uitgedrukt in gedopterijstequivalent, worden op de eerste dag van elk verkoopseizoen geopend onder de volgende voorwaarden:

    a)

    het volgnummer 09.4177 en een hoeveelheid van 5 821 t voor het verkoopseizoen 2007/2008;

    b)

    het volgnummer 09.4178 en een hoeveelheid van 6 694 t voor het verkoopseizoen 2008/2009.

    De in de eerste alinea vermelde contingenten gelden slechts voor invoer van oorsprong uit de landen die volgens het bepaalde in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 980/2005 in aanmerking komen voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen.

    2.   Padie, halfwitte rijst en volwitte rijst worden in gedopte rijst omgerekend overeenkomstig artikel 1 van Verordening nr. 467/67/EEG van de Commissie (8), terwijl voor breukrijst de aangevraagde hoeveelheden in aanmerking worden genomen op basis van het werkelijke gewicht ervan.

    3.   De Verordeningen (EG) nr. 1291/2000, (EG) nr. 1342/2003 en (EG) nr. 1301/2006 zijn van toepassing tenzij in de onderhavige verordening iets anders is bepaald.

    Artikel 2

    1.   De invoercertificaataanvraag en het invoercertificaat bevatten de volgende vermeldingen:

    a)

    in vak 8, het land van oorsprong, waarbij de vermelding „ja” wordt aangekruist;

    b)

    in vak 20, het volgnummer van het contingent en de vermelding „Verordening (EG) nr. 964/2007”.

    2.   In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram zonder cijfers achter de komma vermeld.

    3.   In afwijking van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2003 wordt het bedrag van de zekerheid voor de invoercertificaten vastgesteld op 46 EUR per ton.

    4.   De certificaataanvragen worden bij de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat ingediend gedurende de eerste zeven dagen van het betrokken verkoopseizoen en in voorkomend geval, wanneer overeenkomstig lid 7 een extra periode wordt geopend, gedurende de eerste zeven dagen van de maand februari van hetzelfde verkoopseizoen.

    5.   De in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt wordt door de Commissie vastgesteld binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de laatste dag van de in artikel 4, onder a), van de onderhavige verordening bedoelde termijn voor de mededeling van gegevens.

    Indien als gevolg van de toepassing van de eerste alinea het certificaat moet worden afgegeven voor minder dan 20 t, terwijl de aanvraag betrekking had op meer dan die hoeveelheid, kan de marktdeelnemer de certificaataanvraag intrekken binnen een termijn van twee werkdagen te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de toewijzingscoëfficiënt.

    6.   Het invoercertificaat wordt afgegeven op de twintigste werkdag na de uiterste datum voor de indiening van aanvragen.

    7.   Indien het betrokken contingent niet in zijn geheel wordt gedekt door de invoercertificaten die overeenkomstig lid 6 zijn afgegeven op basis van de gedurende de eerste zeven dagen van het verkoopseizoen ingediende aanvragen, kunnen de resterende hoeveelheden worden toegewezen tijdens de extra periode die begint in de maand februari van het lopende verkoopseizoen. In het geval dat de Commissie besluit die extra periode te openen, stelt zij de beschikbare hoeveelheden vast en maakt zij die hoeveelheden bekend vóór 1 november van het lopende contingentsjaar.

    8.   In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2003 is het invoercertificaat geldig vanaf de dag van de feitelijke afgifte ervan in de zin van artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 tot het einde van de zesde daaropvolgende maand.

    Artikel 3

    1.   In het kader van de in artikel 1 van de onderhavige verordening vermelde contingenten mogen producten slechts in het vrije verkeer worden gebracht als een overeenkomstig de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 afgegeven certificaat van oorsprong, formulier A, wordt overgelegd.

    2.   Vak 4 van het certificaat van oorsprong, formulier A, bevat:

    a)

    de vermelding „Verordening (EG) nr. 964/2007”;

    b)

    de datum waarop de rijst in het begunstigde land van uitvoer is ingeladen, en het verkoopseizoen in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1785/2003 waarvoor de levering plaatsvindt;

    c)

    de GN-code van acht cijfers.

    Artikel 4

    Langs elektronische weg delen de lidstaten de Commissie mee:

    a)

    uiterlijk op de tweede werkdag na de uiterste datum voor de indiening van certificaataanvragen, uiterlijk om 18.00 uur Brusselse tijd, de in artikel 11, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens over de invoercertificaataanvragen met een uitsplitsing per GN-code van acht cijfers en per land van oorsprong van de totale hoeveelheden (in productgewicht) waarop die aanvragen betrekking hebben;

    b)

    uiterlijk op de tweede werkdag na de afgifte van de invoercertificaten, de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens over de afgegeven certificaten met een uitsplitsing per GN-code van acht cijfers en per land van oorsprong van de totale hoeveelheden (in productgewicht) waarvoor de invoercertificaten zijn afgegeven, alsmede de hoeveelheden waarvoor de certificaataanvragen overeenkomstig artikel 2, lid 5, tweede alinea, van de onderhavige verordening zijn ingetrokken;

    c)

    uiterlijk op de laatste dag van elke maand, de totale hoeveelheden (in productgewicht) die in de voorvorige maand daadwerkelijk in het kader van het betrokken contingent in het vrije verkeer zijn gebracht, uitgesplitst per GN-code van acht cijfers. Zijn in de voorvorige maand geen hoeveelheden in het vrije verkeer gebracht, dan wordt een mededeling met de vermelding „geen” toegezonden. In de derde maand na afloop van de geldigheidsduur van de certificaten is die mededeling echter niet langer vereist.

    Artikel 5

    Verordening (EG) nr. 1401/2002 wordt ingetrokken.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 september 2007.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 14 augustus 2007.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 169 van 30.6.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 606/2007 van de Commissie (PB L 141 van 2.6.2007, blz. 4).

    (2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

    (3)  PB L 203 van 1.8.2002, blz. 42.

    (4)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).

    (5)  PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1996/2006 (PB L 398 van 30.12.2006, blz. 1).

    (6)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

    (7)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 214/2007 (PB L 62 van 1.3.2007, blz. 6).

    (8)  PB 204 van 24.8.1967, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2325/88 (PB L 202 van 27.7.1988, blz. 41).


    Top