EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007E0468

Gemeenschappelijk Optreden 2007/468/GBVB van de Raad van 28 juni 2007 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

PB L 176 van 6.7.2007, p. 31–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2007/468/oj

6.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/31


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2007/468/GBVB VAN DE RAAD

van 28 juni 2007

betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens aangenomen, waarvan hoofdstuk III een lijst van maatregelen bevat ter bestrijding van deze verspreiding, die zowel binnen de Europese Unie als in derde landen dienen te worden genomen.

(2)

De Europese Unie geeft momenteel actief uitvoering aan de strategie van de Unie en aan de in hoofdstuk III ervan genoemde maatregelen, met name door het verlenen van financiële steun aan specifieke projecten die worden uitgevoerd door multilaterale instellingen.

(3)

De staten die het door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 10 september 1996 goedgekeurde Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) hebben ondertekend, hebben besloten een voorbereidende commissie — met handelingsbekwaamheid — op te richten die, in afwachting van de oprichting van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO), tot taak heeft voor de daadwerkelijke uitvoering van het CTBT te zorgen.

(4)

Op 17 november 2003 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2003/805/GBVB betreffende de universalisering en versterking van multilaterale overeenkomsten op het gebied van de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor (1) aangenomen.

(5)

Een spoedige inwerkingtreding en universalisering van het CTBT en de versterking van het systeem voor toezicht en verificatie van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO zijn belangrijke doelstellingen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens.

(6)

De doelstellingen welke in de overwegingen 4 en 5 zijn genoemd, worden ook door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO nagestreefd; deze commissie gaat reeds na hoe zij haar verificatiesysteem het best kan versterken door tijdig deskundigheid en opleiding te verstrekken aan personeel van de ondertekenende staten dat betrokken is bij de uitvoering van de verificatieregeling. Het is derhalve passend de Voorbereidende Commissie van de CTBTO met de technische uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden te belasten.

(7)

De Raad heeft op 20 maart 2006 Gemeenschappelijk Optreden 2006/243/GBVB betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Organisatie van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBTO) op het gebied van opleiding en capaciteitsopbouw voor verificatie en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (2) vastgesteld.

(8)

Met de kernproef die de Democratische Volksrepubliek Korea in oktober 2006 heeft uitgevoerd, is nogmaals benadrukt hoe belangrijk het is dat het CTBT spoedig in werking treedt en dat het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO versneld moet worden opgebouwd,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Om onverwijld een praktische uitvoering te geven aan enkele onderdelen van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens, steunt de Europese Unie de activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) met betrekking tot de volgende doelstellingen:

a)

versterking van de capaciteit van het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO, ook op het gebied van de opsporing van radionucliden;

b)

verbetering van de operationele prestaties van het systeem voor toezicht en verificatie van de CTBTO, onder meer door het testen en valideren van de inspectieomstandigheden ter plaatse.

2.   De door de Europese Unie te steunen projecten hebben de volgende specifieke doelstellingen:

a)

het verlenen van steun voor de ontwikkeling van capaciteit op het gebied van het toezicht op en de verificatie van edelgassen;

b)

het verlenen van steun voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de geïntegreerde oefening op het terrein in 2008 met betrekking tot inspecties ter plaatse (IFE08/OSI).

De projecten worden uitgevoerd ten behoeve van alle staten die het CTBT hebben ondertekend.

In de bijlage gaat een nadere omschrijving van bovenbedoelde projecten.

Artikel 2

1.   Het voorzitterschap draagt, bijgestaan door de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden. De Commissie wordt hier volledig bij betrokken.

2.   De in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten worden uitgevoerd door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. Zij verricht deze taak onder toezicht van de SG/HV, die het voorzitterschap bijstaat. De SG/HV treft daartoe de nodige regelingen met de Voorbereidende Commissie van de CTBTO.

3.   Conform hun respectieve bevoegdheden houden het voorzitterschap, de SG/HV en de Commissie elkaar regelmatig op de hoogte van de projecten.

Artikel 3

1.   Het financiële referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde projecten bedraagt 1 670 000 EUR.

2.   De met het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van de Europese Gemeenschap die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat eventuele voorfinanciering niet het eigendom van de Gemeenschap blijft.

3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 2 bedoelde uitgaven. Daartoe sluit zij een financieringsovereenkomst met de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, die als subsidie wordt verstrekt. In die financieringsovereenkomst wordt bepaald dat de Voorbereidende Commissie van de CTBTO er zorg voor draagt dat de bijdrage van de Europese Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit gemeenschappelijk optreden te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

Artikel 4

Het voorzitterschap brengt, bijgestaan door de SG/HV, aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden, op basis van de geregelde verslagen die worden opgesteld door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. Deze verslagen zullen de basis vormen voor de evaluatie door de Raad. De Commissie wordt hierbij volledig betrokken. Zij verstrekt informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het verstrijkt:

a)

15 maanden na de sluiting van de financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, of

b)

twaalf maanden na de vaststelling ervan indien er binnen die periode geen financieringsovereenkomst is gesloten.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

S. GABRIEL


(1)  PB L 302 van 20.11.2003, blz. 34.

(2)  PB L 88 van 25.3.2006, blz. 68.


BIJLAGE

Steun van de Europese Unie voor activiteiten tot versterking van de toezichts- en verificatiecapaciteit van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens

I.   Inleiding

Met de aangekondigde kernproeven van de Democratische Volksrepubliek Korea (hierna „DVK” genoemd) in oktober 2006 werd niet alleen benadrukt hoe belangrijk het is dat het Verdrag spoedig in werking treedt, maar ook dat het verificatiesysteem van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT) snel moet worden opgebouwd. Deze gebeurtenis vormde een reële, het gehele systeem omspannende test voor het voorlopige technische secretariaat (PTS) en deed duidelijk de meerwaarde uitkomen die het wereldwijde verificatiesysteem zou kunnen bieden aan de ondertekenende staten. Voorts is de technische relevantie van de CTBT-verificatieregelingen gebleken, alsmede het belang van gevalideerde en efficiënte inspecties ter plaatse (OSI). Voor dit projectvoorstel heeft het PTS elementen met betrekking tot de toezichts- en verificatiecapaciteit in kaart gebracht, die bijzondere aandacht verdienen in het licht van de ervaringen met de Noord-Koreaanse kernproeven. Het voorstel is gebaseerd op de volgende twee onderdelen:

a)

edelgassen;

b)

de geïntegreerde oefening op het terrein in 2008 (IFE08/OSI).

II.   Beschrijving van de projecten

1.   Projectonderdeel edelgassen; verbetering van de kennis inzake edelgasmetingen van het PTS

a)

Het Internationaal Toezichtsysteem (IMS) heeft op dit ogenblik een niveau bereikt waarbij ongeveer tweederde van de stations in werking is. De opbouw van het systeem wordt met voorrang voortgezet, opdat begin 2008 een niveau van 90 % kan worden gehaald. De Noord-Koreaanse kernproef werd duidelijk geregistreerd door de hoofd- en bijstations voor seismische metingen van het PTS. Hierdoor kregen de ondertekenende staten betrouwbare gegevens met betrekking tot het tijdstip, de plaats en de omvang van de proef. Het systeem van seismische stations is thans voor ongeveer 80 % opgebouwd.

b)

Het werkingsniveau van de stations die toezicht kunnen houden op de aanwezigheid in de atmosfeer van relevante edelgassen bij de inwerkingtreding van het Verdrag, moet echter worden verbeterd. Er zijn thans tien prototypestations in werking of in opbouw, hetgeen neerkomt op 25 % van het voorgenomen aantal bij de inwerkingtreding. Deze stations zorgen voor experimentele en voorlopige metingen in het kader van het Internationaal Edelgasexperiment (INGE) van het PTS. Gememoreerd zij dat dit onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma gebaseerd is op vier technologieën die worden voorgesteld door vier landen, te weten Frankrijk, Rusland, Zweden en de Verenigde Staten. Na de kernproef van de DVK hebben verschillende ondertekenende staten, waaronder lidstaten van de Europese Unie, verklaard dat de PTS-capaciteit voor toezicht op de aanwezigheid van edelgassen moet worden versterkt.

c)

De monitoring van edelgassen is een fundamentele en uiterst gevoelige techniek voor de opsporing van kernexplosies onder de grond en onder water. Van alle verificatietechnologieën is deze, samen met de monitoring van radionuclidedeeltjes, de enige die het onomstotelijke bewijs van een kernexplosie kan leveren.

d)

Om te zorgen voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van de huidige en toekomstige PTS-capaciteit voor edelgasmetingen, is het van cruciaal belang de te verwachten „edelgasachtergrond” in andere regio's van de wereld, waar thans geen stations zijn, te kennen. Derhalve moet een methode worden ontwikkeld voor de indeling van gebeurtenissen die met behulp van edelgasmetingen worden opgespoord. Veldmetingen voor edelgas zijn de beste manier om dit te bereiken en dergelijke „onbekenden” in te vullen. Op dit ogenblik verzamelen INGE-stations gegevens in Noord- en Zuid-Amerika, Europa, Azië en Oceanië. In Zuid-Azië, de Perzische Golf en zuidelijk Afrika bevinden zich kerninstallaties, maar er zijn geen achtergrondgegevens over radioactief xenon beschikbaar. Voorts zijn er in Europa ook metingen nodig op specifieke plaatsen, bijvoorbeeld in de buurt van radiofarmaceutische installaties of kerncentrales.

e)

Daartoe moeten metingen in de buurt van kerncentrales of radiofarmaceutische productie-installaties worden verricht om het verschil aan te tonen tussen theoretische vrijkomingsmodellen, gemelde gemiddelde vrijgekomen hoeveelheden en experimentele, daadwerkelijk gemeten resultaten. Voorts moet de achtergrond van edelgassen in andere regio's van de wereld waar thans geen stations zijn, worden nagegaan.

f)

Ter verwezenlijking van de bovengenoemde noodzakelijke verbeteringen van de capaciteit op het gebied van de edelgassen, zoekt het PTS steun voor het volgende project:

i)

De uitvoering van maximaal vier veldmeetcampagnes met een duur van naar schatting minder dan vier maanden elk. Gedurende elke campagne wordt ongeveer drie weken lang de xenonachtergrond geregistreerd op verschillende locaties op een afstand van 500-2 500 km van het basiskamp. Voorts moet op elke meetlocatie een detectorachtergrondmeting worden verricht. Sommige van deze metingen zouden vervolgens ook kunnen worden gebruikt als achtergrondinformatie voor locaties voor de installatie van IMS-stations in de toekomst. Al deze activiteiten zouden worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de betrokken weersvoorspellingsorganisaties.

ii)

De metingen worden verricht met in Europa geproduceerde, transporteerbare meetapparatuur voor edelgassen (respectievelijk het Zweedse systeem Sauna en/of het Franse systeem Spalax), die gratis gedurende de duur van dit gemeenschappelijk optreden aan het PTS wordt uitgeleend.

iii)

Het Franse Spalax is een zeer beproefd systeem dat reeds vele jaren op verschillende locaties (waaronder IMS-locaties) wordt ingezet. Het zal ook beschikbaar zijn in een transporteerbare versie die gegevens met dezelfde hoge gevoeligheid kan leveren. Gedurende elke campagne kan het hele systeem naar verschillende locaties worden vervoerd, of het kan worden opgesplitst in een transporteerbare steekproefeenheid en een detectoreenheid in het „basiskamp”, al naar gelang van de logistieke omstandigheden in de regio.

iv)

Het Zweedse systeem Sauna is al bij verscheidene veldcampagnes gebruikt en is dus reeds naar behoren geëvalueerd. Het systeem levert voor de vier betrokken isotopen gegevens met soortgelijke detectielimieten als voor de IMS-versie (Sauna-II), waardoor de gegevens dus rechtstreeks op het IMS-meetscenario kunnen worden toegepast. Tijdens elke campagne wordt de basiskampeenheid geïnstalleerd op één locatie en worden er mobiele steekproefmetingen uitgevoerd op twee of drie locaties in de buurt.

v)

Voor elke meetcampagne is het volgende nodig:

voorbereidingen en zorgvuldige logistiek (onderhoud apparatuur, logistieke planning, overeenkomsten met lokale instellingen, vervoer, enz.);

installatie, ijkingen en gegevensverzameling;

ijking van de apparatuur, verpakking, vervoer terug;

gegevensanalyse.

vi)

De voorziene kostenposten voor dit project omvatten:

personeel (waaronder een tijdelijke assistent voor de logistiek) en reiskosten;

apparatuur (bijvoorbeeld de productie van kolommen of gelijkwaardige apparatuur voor de bemonstering, ononderbroken stroomtoevoer, enz.);

verbruiksgoederen (bijvoorbeeld stroom en helium);

onderhoud en onderdelen;

lading en vervoer van apparatuur;

transport en logistiek ter plaatse;

evaluatieworkshop.

g)

Metingen zijn gepland in de volgende regio's: Europa (1), de Perzische Golf (2), zuidelijk Afrika (3) en Zuid-Azië (4). De metingen in regio (3) en gedeeltelijk in regio (1) zullen naar verwacht worden uitgevoerd met CEA-apparatuur (Frankrijk), terwijl de metingen in de regio's (2) en (4) alsook gedeeltelijk in regio (1) naar verwacht zullen worden uitgevoerd met FOI-apparatuur (Zweden).

h)

De apparatuur voor dit project zal gratis worden verstrekt door CEA (Frankrijk) en FOI (Zweden), die door het PTS tevens zullen worden gecontracteerd voor de opstelling en werking ervan.

i)

Dit onderdeel van het project zal naar verwacht ongeveer één tot anderhalf jaar duren.

j)

Voorlopige kostenraming: 960 507 EUR.

2.   Projectonderdeel inspecties ter plaatse - Steun voor de voorbereidingen van de geïntegreerde oefening op het terrein in 2008

a)

Wat er in de DVK is gebeurd, heeft nogmaals het belang aangetoond van inspecties ter plaatse als cruciale pijler van de CTBT-verificatieregeling. Hoewel de door het Internationaal Toezichtsysteem en het Internationaal Datacentrum verstrekte gegevens over de gebeurtenis in de DVK in het kader van het voorlopig doen functioneren en testen van het systeem weliswaar uiterst waardevol en betrouwbaar waren, kan absolute duidelijkheid over de aard van de gebeurtenis enkel worden verkregen door middel van een inspectie op de betrokken locatie. Het is een essentiële verantwoordelijkheid van de Voorbereidende Commissie dat het hoogste niveau van operationele paraatheid van de regeling voor inspecties ter plaatse tijdig voor de inwerkingtreding van het Verdrag wordt verwezenlijkt.

b)

De beleidsvormingsorganen van de Voorbereidende Commissie, met name Werkgroep B (WGB), hebben herhaaldelijk benadrukt dat het houden van OSI-oefeningen ter plaatse de meest efficiënte manier is om het vereiste niveau van paraatheid te bereiken. De eerste oefening van een dergelijk grote omvang, de geïntegreerde oefening op het terrein in 2008 (IFE08), zal in september 2008 in Kazachstan plaatsvinden. Hiermee wordt voor het eerst gepoogd om een echte inspectie ter plaatse te simuleren door de drie pijlers van de OSI-regeling te integreren, namelijk:

i)

opgeleide inspecteurs (ongeveer 50),

ii)

OSI-apparatuur, en

iii)

het testen van het operationele OSI-handboek.

c)

De allesomvattende voorbereidingen en de succesvolle uitvoering van IFE08 zijn een essentiële voorwaarde voor de voltooiing van de OSI-regeling in de nabije toekomst. De evaluatie van de resultaten en de met IFE08 opgedane ervaringen zullen voor het PTS van cruciaal belang zijn om na te gaan welke stappen nog moeten worden ondernomen om de operationele paraatheid van de OSI-regeling te verwezenlijken. De beschikbaarheid van passende middelen voor IFE08, zowel financieel als personeel, alsmede bijdragen in natura van de ondertekenende staten in de vorm van apparatuur, opleiding en logistieke steun, is essentieel voor het welslagen van IFE08.

d)

In de huidige fase van de voorbereidingen voor IFE08 heeft het PTS de volgende gebieden aangemerkt waarop steun van de ondertekenende staten van bijzonder belang zou zijn:

i)

Vervoer

Voor IFE08 is het vervoer van 20-30 t apparatuur van Wenen naar de plaats van binnenkomst in Kazachstan vereist. Voorts moeten 80 personen (40 inspecteurs en 40 anderen, onder wie de leiding van de oefening, het controleteam, waarnemers en beoordelaars) naar de locatie reizen. Het geplande, door de ondertekenende staten goed te keuren budget voor IFE08 voorziet in besparingen door de apparatuur over land te vervoeren. Het PTS is echter van oordeel dat dit ernstige nadelen met zich brengt, in het bijzonder wat betreft de duur en betrouwbaarheid van het vervoer en de veiligheid en beveiliging van OSI-apparatuur. De OSI-adviesgroep van deskundigen, die de PTS helpt met de voorbereiding van IFE08, heeft zich in haar vergadering van 5 en 6 december 2006 bij deze mening aangesloten. Het PTS zoekt derhalve steun voor luchtvervoer van apparatuur en personeel naar en van Kazachstan. In het licht van de logistieke en operationele vereisten van IFE08, en gelet op de juridische regelingen met het gastland, dient luchtvervoer eventueel te worden geregeld via niet in de Europese Unie gevestigde maatschappijen.

ii)

Inrichting van operationele basiskampen

Tijdens IFE08 zal het PTS twee operationele bases moeten inrichten op het grondgebied van de voormalige Sovjet-Russische kernproefsite in Semipalatinsk, die als vervangend inspectiegebied fungeert. De eerste basis is voor het inspectieteam, de tweede basis voor de beoordelaars en waarnemers van IFE08. Deze bases, die zijn uitgerust met de nodige infrastructuur zoals kantoren, communicatiefaciliteiten, enz., zouden dienstdoen als hoofdkwartier voor IFE08 en van essentieel belang zijn voor het uitvoeren en controleren van de operatie in het inspectiegebied. Het PTS kan beschikken over middelen waarmee kan worden voorzien in het eerste basiskamp voor het inspectieteam. De reguliere begrotingsmiddelen zijn echter niet toereikend voor een tweede kamp. Derhalve zullen er voor de aanschaf en inrichting van de tweede basis aanvullende middelen nodig zijn die niet uit de IFE08-begroting kunnen worden geput. Het gebruik van perifere infrastructuur zal leiden tot aanzienlijk tijdverlies vanwege het vervoer, en tot extra kosten en beperkingen wat betreft het aantal uren dat nuttig aan de oefening kan worden besteed.

iii)

IFE08-evaluatieworkshop

Doel: De evaluatie en het resultaat van IFE08 in december 2008 kracht bijzetten. Hiermee zouden deskundigen de gelegenheid krijgen om de eerste resultaten van de oefening te evalueren en te bespreken, teneinde het PTS te helpen bij de opstelling van een voorlopig verslag voor de eerste vergadering van de WGB in 2009 en prioriteiten voor verdere PTS-inspanningen in kaart te brengen. Voorts wordt verwacht dat de deskundigen tijdens de workshop waardevolle lessen zullen trekken uit het aangeboden materiaal en dat een eerste sturing kan worden gegeven voor de volgende cyclus van veldoefeningen. Tijdens de workshop zal het volgende aan bod komen:

logistiek, waaronder de oprichting en werking van een operationele basis;

teambeheer;

punten inzake de betrekkingen met de geïnspecteerde staat (ISP), waaronder met name vertrouwelijkheid en gereguleerde toegang;

visuele observatie, ook tijdens vluchten over het gebied;

seismische kwesties;

geofysieke technieken;

gezondheid en veiligheid;

communicatie;

navigatie.

Voorts moet in samenwerking met OES/EV de evaluatie van de oefening zelf worden besproken.

e)

De kosten voor de twee onderdelen ter ondersteuning van IFE08 worden geraamd op:

250 000 EUR

(luchtvervoer op commerciële basis; steun in natura, bijvoorbeeld een gecharterd vrachtvliegtuig kan een keuzemogelijkheid zijn);

269 249 EUR

(huur, inrichting en inwerkingstelling van het tweede operationele basiskamp);

152 965 EUR

IFE08-evaluatieworkshop;

672 214 EUR

(totaal).

III.   Duur

De totale duur van de uitvoering van de projecten zal 15 maanden bedragen.

IV.   Begunstigden

De begunstigden van de projecten in het kader van dit gemeenschappelijk optreden tot versterking van de toezichts- en verificatiecapaciteit van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO zijn alle ondertekenende staten van het CTBT.

V.   Uitvoeringsorgaan

De uitvoering van de projecten zal in handen zijn van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO. De uitvoering van de projecten geschiedt rechtstreeks door het personeel van het voorlopige technische secretariaat van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO, door deskundigen uit de ondertekenende staten van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO of door contractanten. In het geval van contractanten moet de levering van goederen, werken of diensten door de Voorbereidende Commissie van de CTBTO in het kader van dit gemeenschappelijk optreden plaatsvinden zoals gespecificeerd in de financieringsovereenkomst die tussen de Europese Commissie en de Voorbereidende Commissie van de CTBTO moet worden gesloten.

Het uitvoeringsorgaan zal de volgende documenten opstellen:

a)

een tussentijds verslag na de eerste zes maanden van uitvoering van de projecten;

b)

een eindverslag uiterlijk één maand na het einde van de uitvoering van de projecten.

De verslagen worden toegezonden aan het voorzitterschap, dat wordt bijgestaan door de SG/HV voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).

VI.   Deelneming door derde partijen

De projecten worden volledig gefinancierd uit dit gemeenschappelijk optreden. Deskundigen van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO en uit ondertekenende staten mogen als deelnemende derde partijen worden beschouwd. Zij zullen hun werkzaamheden verrichten volgens de standaardwerkwijze van deskundigen van de Voorbereidende Commissie van de CTBTO.

VII.   Raming van de benodigde financiële middelen (totaal)

De bijdrage van de Europese Unie zal de volledige uitvoering dekken van het in deze bijlage beschreven project. De geraamde kosten zijn:

Projectonderdeel edelgassen:

960 507 EUR

Projectonderdeel inspecties ter plaatse:

672 214 EUR

Totaal

1 632 721 EUR.

Voorts is er een noodreserve voor onvoorziene uitgaven opgenomen ten belope van ongeveer 3 % van de in aanmerking komende kosten (in totaal 37 279 EUR).

VIII.   Financieel referentiebedrag voor de kosten van de projecten

De totale kosten van het project bedragen 1 670 000 EUR.


Top