EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0614

2007/614/Euratom: Besluit van de Raad van 30 januari 2007 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie

PB L 246 van 21.9.2007, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/614/oj

Related international agreement

21.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 246/32


BESLUIT VAN DE RAAD

van 30 januari 2007

betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie

(2007/614/Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 101, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft, in overeenstemming met de richtsnoeren van de Raad van 16 november 2000 zoals gewijzigd bij de besluiten van de Raad van 27 mei 2002, 26 november 2003 en 25 november 2004, onderhandelingen gevoerd met de regering van China, de regering van Japan, de regering van de Republiek India, de regering van de Republiek Korea, de regering van de Russische Federatie en de regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende een Overeenkomst voor de oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

(2)

De ITER-onderhandelingspartijen zijn tijdens de ministeriële vergadering in Moskou op 28 juni 2005 overeengekomen om ITER in Cadarache te bouwen. Zij hebben eveneens overeenstemming bereikt over een bijgevoegde gezamenlijke nota over de rol van de gastheer (Euratom) en niet-gastheer (Japan) betreffende het ITER-project.

(3)

In overeenstemming met bovenbedoelde gezamenlijke nota en de gewijzigde richtsnoeren van de Raad heeft de Commissie met de regering van Japan onderhandelingen gevoerd over een overeenkomst voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten.

(4)

Op 20 juni 2006 hebben de vertegenwoordigers van Euratom en Japan tijdens een vergadering in Tokio het eindrapport betreffende de onderhandelingen over de overeenkomst inzake de bredere aanpak aangenomen, waarin de voltooiing van het onderhandelingsproces is bevestigd en de door Euratom en Japan geproduceerde aanvullende documenten zijn geregistreerd.

(5)

Op 22 november 2006 hebben de vertegenwoordigers van Euratom en Japan een gezamenlijke verklaring ondertekend voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten, die nadere bijzonderheden omvat betreffende de bijdragen van de partijen aan de bredereaanpakactiviteiten.

(6)

De sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie dient te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Enig artikel

1.   De sluiting door de Commissie, voor en namens de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie wordt goedgekeurd.

2.   De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

P. STEINBRÜCK


Top

21.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 246/34


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten op het gebied van onderzoek inzake fusie-energie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE (hierna „Euratom” genoemd), en DE REGERING VAN JAPAN, samen hierna „de partijen” genoemd,

GELET OP de Overeenkomst voor samenwerking tussen de regering van Japan en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op het gebied van beheerste thermonucleaire fusie;

GELET OP de gezamenlijke verklaring van de vertegenwoordigers van de partijen bij de ITER-onderhandelingen naar aanleiding van de ministeriële bijeenkomst voor ITER in Moskou op 28 juni 2005 en de daaraan gehechte „gezamenlijke nota over de rol van de gastheer en de niet-gastheer betreffende het ITER-project” (hierna „de gezamenlijke nota”), waarin de hoofdbeginselen voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten zijn vastgesteld;

GELET OP de „gezamenlijke verklaring van de vertegenwoordigers van de regering van Japan en Euratom voor de gezamenlijke uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten” van 22 november 2006 (hierna „de gezamenlijke verklaring van Brussel”);

HERINNERENDE aan de bijdragen van de partijen tot de voorbereiding voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project via de activiteiten in verband met het engineeringontwerp van ITER en de oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie;

ERKENNENDE de rol van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie in het ITER-project en de samenwerking van de partijen op het gebied van fusieonderzoek en -ontwikkeling in het kader van het Internationaal Energieagentschap van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling;

WENSENDE de bredereaanpakactiviteiten ter ondersteuning van het ITER-project en een vroege totstandbrenging van fusie-energie voor vreedzame doeleinden gezamenlijk uit te voeren volgens een tijdschema dat verenigbaar is met de ITER-bouwfase,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK 1

INLEIDING

Artikel 1

Doelstelling

Het doel van deze overeenkomst is een kader in te stellen voor specifieke procedures en nadere regelingen voor de gezamenlijke uitvoering van bredereaanpakactiviteiten (hierna „de bredereaanpakactiviteiten”) ter ondersteuning van het ITER-project en een vroege totstandbrenging van fusie-energie voor vreedzame doeleinden in overeenstemming met de gezamenlijke nota.

Artikel 2

Schets van de bredereaanpakactiviteiten

1.   De bredereaanpakactiviteiten omvatten de volgende drie projecten:

a)

het project inzake de Engineering Validation and Engineering Design Activities (engineeringvalidatie- en engineeringontwerpactiviteiten) voor de International Fusion Materials Irradiation Facility (internationale bestralingsfaciliteit voor fusiemateriaal) (hierna „IFMIF/EVEDA”);

b)

het project inzake het International Fusion Energy Research Centre (internationaal onderzoekscentrum voor fusie-energie) (hierna „IFERC”); en

c)

het project inzake het Satellite Tokamak-programma.

2.   In overeenstemming met de gezamenlijke nota en op basis van de gezamenlijke verklaring van Brussel worden de bredereaanpakactiviteiten uitgevoerd volgens een tijdschema dat verenigbaar is met de ITER-bouwfase.

3.   De algemene beginselen waaraan de bredereaanpakactiviteiten zijn onderworpen, zijn vastgesteld in deze overeenkomst. De voor elk project van de bredereaanpakactiviteiten specifieke beginselen zijn vastgesteld in de bijlagen I, II en III, die een integrerend onderdeel van deze overeenkomst vormen.

HOOFDSTUK 2

ADMINISTRATIEVE STRUCTUUR VAN DE BREDEREAANPAKACTIVITEITEN

Artikel 3

Stuurcomité inzake de bredereaanpakactiviteiten

1.   Er wordt een stuurcomité inzake de bredereaanpakactiviteiten opgericht (hierna „het stuurcomité”) dat in overeenstemming met deze overeenkomst verantwoordelijk is voor de algemene leiding en supervisie van de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten.

2.   Het stuurcomité wordt geassisteerd door het secretariaat dat wordt opgericht overeenkomstig artikel 4, lid 1 (hierna „het secretariaat”).

3.   Het stuurcomité bezit rechtspersoonlijkheid en geniet in zijn betrekkingen met andere staten en internationale organisaties en op de grondgebieden van de partijen de handelingsbevoegdheid die nodig kan zijn om zijn taken uit te voeren en zijn doelstellingen te bereiken.

4.   Elke partij benoemt een gelijk aantal leden in het stuurcomité en draagt één van haar benoemde leden voor als hoofd van haar delegatie.

5.   Het stuurcomité vergadert ten minste tweemaal per jaar, afwisselend in Europa en in Japan, of op andere overeengekomen momenten en plaatsen. Het hoofd van de delegatie van de partij die als gastheer optreedt voor de vergadering zit de vergadering voor. Het stuurcomité komt bijeen op convocatie van zijn voorzitter.

6.   Het stuurcomité besluit bij consensus.

7.   De uitgaven van het stuurcomité worden op onderling overeengekomen basis door de partijen gedragen.

8.   Het comité heeft onder meer de volgende taken:

a)

benoeming van het personeel van het secretariaat bedoeld in artikel 4, lid 1;

b)

benoeming van een projectleider voor elk project van de bredereaanpakactiviteiten bedoeld in artikel 6, lid 1 (hierna „projectleider(s)”);

c)

goedkeuring van een projectplan, een werkprogramma en een jaarrapport van elk project van de bredereaanpakactiviteiten bedoeld in hoofdstuk 3 (hierna „projectplan(nen)”, „werkprogramma('s)” en „jaarrapport(en)”);

d)

goedkeuring van de structuur van een projectteam als bedoeld in artikel 6, lid 2 (hierna „projectteams(s)”);

e)

benoeming op jaarlijkse basis van deskundigen die door een partij voor de projectteams beschikbaar worden gesteld als onderdeel van haar bijdrage in natura als bedoeld in artikel 12, lid 1, onder a), ii), (hierna „de deskundigen”);

f)

in overeenstemming met artikel 25, besluitvorming over deelname van een andere partij bij de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (hierna „de ITER-overeenkomst”) aan een project van de bredereaanpakactiviteiten en latere sluiting van overeenkomsten en regelingen met die partij over deze deelname; en

g)

alle andere taken die nodig kunnen zijn voor het leiden en superviseren van de bredereaanpakactiviteiten.

Artikel 4

Secretariaat

1.   Het stuurcomité richt het secretariaat op, dat in Japan gevestigd wordt. Het personeel van het secretariaat wordt benoemd door het stuurcomité.

2.   Het secretariaat assisteert het stuurcomité. De taken van het secretariaat worden bepaald door het stuurcomité en omvatten:

a)

in ontvangst nemen en doorgeven van de officiële mededelingen van het stuurcomité;

b)

voorbereiden van vergaderingen van het stuurcomité;

c)

opstellen van administratieve en andere rapporten voor het stuurcomité; en

d)

ondernemen van alle andere activiteiten waartoe door het stuurcomité kan worden besloten.

Artikel 5

Projectcomité

1.   Voor elk project van de bredereaanpakactiviteiten richten de partijen een projectcomité op (hierna „projectcomité”).

2.   Elke partij benoemt een gelijk aantal leden in elk projectcomité.

3.   Elk projectcomité komt ten minste tweemaal per jaar bijeen. Tenzij door het projectcomité anders overeengekomen, komt het bijeen in Japan. De voorzitter van elk projectcomité wordt voorgedragen door het stuurcomité dat kiest uit de leden van het projectcomité.

4.   Het projectcomité besluit bij consensus.

5.   Het secretariaat van elk projectcomité wordt verzorgd door de projectleider bedoeld in artikel 6.

6.   Elk projectcomité heeft onder meer de volgende taken:

a)

doen van aanbevelingen over de respectieve ontwerpen van projectplannen, werkprogramma's en jaarrapporten die door de betrokken projectleider bij het stuurcomité moeten worden ingediend in overeenstemming met hoofdstuk 3;

b)

controleren en rapporteren van de voortgang van het project van de betrokken bredereaanpakactiviteiten; en

c)

verrichten van alle andere taken als door het stuurcomité opgedragen.

Artikel 6

Projectleider en projectteam

1.   Voor elk project van de bredereaanpakactiviteiten wordt door het stuurcomité een projectleider benoemd. De projectleider is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het project gespecificeerd in de bijlagen I, II en III.

2.   Elke projectleider wordt door het desbetreffende projectteam geassisteerd bij de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden en taken. De leden van elk projectteam omvatten de deskundigen en andere leden zoals gastwetenschappers. De structuur van elk projectteam wordt door het stuurcomité goedgekeurd op voorstel van de projectleider.

3.   Elke projectleider heeft onder meer de volgende taken:

a)

organiseren, leiden en superviseren van het projectteam bij de uitvoering van het werkprogramma;

b)

opstellen van het projectplan, het werkprogramma en het jaarrapport en indiening daarvan bij het stuurcomité, na overleg met het projectcomité;

c)

het door de regering van Japan in overeenstemming met artikel 7, lid 1, aangestelde uitvoerend agentschap (hierna „het Japans uitvoerend agentschap”) verzoeken om betaling van de uitgaven ter ondersteuning van het projectteam in overeenstemming met artikel 17;

d)

administratieve verwerking van de bijdrage van elke partij;

e)

verzorging van het secretariaat van het projectcomité; en

f)

rapporteren aan het projectcomité over de voortgang van het betrokken project van de bredereaanpakactiviteiten.

Artikel 7

Uitvoerende agentschappen

1.   Elke partij wijst een uitvoerend agentschap aan om haar verplichtingen te vervullen voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten (hierna „uitvoerend(e) agentschap(pen)”), met name om de middelen voor de uitvoering ervan beschikbaar te stellen. Indien de uitvoerende agentschappen na de inwerkingtreding van deze overeenkomst nog niet zijn aangewezen, overleggen de partijen onmiddellijk met elkaar over de wijze waarop de kwestie kan worden opgelost.

2.   Het Japans uitvoerend agentschap treedt als gastheer op voor de projectteams en stelt operationele locaties beschikbaar, inclusief de kantoorruimte en de goederen en diensten die zijn vereist voor de uitvoering van de taken die onder de voorwaarden van de bijlagen I, II en III door de projectteams moeten worden verricht.

3.   Onverminderd artikel 3, lid 1, is het Japans uitvoerend agentschap verantwoordelijk voor het beheer van de overeengekomen financiële bijdragen in de bedrijfsuitgaven en van de financiële bijdragen in de gemeenschappelijke uitgaven van elk projectteam, die worden besteed aan elk project van de bredereaanpakactiviteiten in overeenstemming met het desbetreffende projectplan en werkprogramma. Voor het beheer van dergelijke financiële bijdragen wijst het Japans uitvoerend agentschap een verantwoordelijke persoon aan die belast is met het beheer van de financiële bijdragen van de partijen. Zijn taken omvatten:

a)

de partijen of uitvoerende agentschappen verzoeken de financiële bijdragen te leveren in overeenstemming met de projectplannen en werkprogramma's; en

b)

het bijhouden van afzonderlijke rekeningen van de financiële bijdragen voor elk project van de bredereaanpakactiviteiten en het bewaren ervan samen met alle boeken, administratie en alle andere documenten met betrekking tot de financiële bijdragen voor een minimumperiode van vijf jaar na het verstrijken of beëindigen van deze overeenkomst.

4.   Het Japans uitvoerend agentschap onderneemt de nodige stappen om alle vergunningen en licenties te verkrijgen waarin de in Japan vigerende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voorzien en die vereist zijn voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten.

HOOFDSTUK 3

UITVOERINGSINSTRUMENTEN EN FINANCIËLE AUDIT

Artikel 8

Projectplan

1.   Na overleg met het desbetreffende projectcomité dient elke projectleider uiterlijk op 31 maart van elk jaar bij het stuurcomité ter goedkeuring een projectplan in voor het betrokken project van de bredereaanpakactiviteiten.

2.   Elk projectplan bestrijkt de hele duur van het project en wordt regelmatig geactualiseerd. Het projectplan:

a)

bevat de hoofdlijnen van een algemeen activiteitenplan inclusief een tijdschema en belangrijke mijlpalen voor de uitvoering van het project in het licht van de bereikte voortgang; en

b)

geeft een algemeen overzicht van de voor de uitvoering van het project geleverde en te leveren bijdragen.

Artikel 9

Werkprogramma

Na overleg met het betrokken projectcomité dient elke projectleider uiterlijk op 31 oktober van elk jaar bij het stuurcomité voor het volgende jaar een jaarlijks werkprogramma ter goedkeuring in voor het betrokken project van de bredereaanpakactiviteiten. Het werkprogramma omvat de details van de respectieve projectplannen en de programmatische beschrijving van de te ondernemen activiteiten, inclusief doelstellingen, planning, gemeenschappelijke uitgaven en de bijdragen die door elke partij moeten worden geleverd.

Artikel 10

Jaarrapport

1.   Uiterlijk op 31 maart van elk jaar dient elke projectleider bij het stuurcomité ter goedkeuring een jaarrapport in betreffende alle activiteiten die zijn verricht ter uitvoering van het betrokken project van de bredereaanpakactiviteiten, inclusief een overzicht van de door elke partij geleverde bijdragen en van de door het Japans uitvoerend agentschap in overeenstemming met artikel 7, lid 3, voor het project gedane uitgaven. Bij goedkeuring door het stuurcomité zendt de projectleider het jaarrapport en alle opmerkingen van het stuurcomité aan de partijen en de uitvoerende agentschappen.

2.   Het Japans uitvoerend agentschap verschaft elke projectleider de gegevens die nodig zijn voor het samenstellen van het overzicht van de door elke partij geleverde bijdragen en de door het Japans uitvoerend agentschap voor het project gedane uitgaven.

3.   De projectplannen, werkprogramma's en jaarrapporten bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 en alle andere essentiële documenten voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten worden in het Engels opgesteld.

Artikel 11

Financiële audit

Elke partij kan op elk moment gedurende de looptijd van de overeenkomst en tot maximaal vijf jaar na het verstrijken of beëindigen ervan, op basis van documenten en ter plaatse, een financiële audit starten van de door het Japans uitvoerend agentschap met het oog op de bredereaanpakactiviteiten bijgehouden afzonderlijke rekeningen. Alle boeken, administratie en alle andere door de uitvoerende agentschappen en door de projectleiders met betrekking tot de bredereaanpakactiviteiten bijgehouden documenten kunnen, voor zover nodig en passend, voor de audit worden ingezien.

HOOFDSTUK 4

MIDDELEN

Artikel 12

Algemene beginselen

1.   De middelen voor de uitvoering van de bredereaanpakactiviteiten omvatten:

a)

bijdragen in natura, in overeenstemming met de technische specificaties en onder de voorwaarden bedoeld in de gezamenlijke verklaring van Brussel en de daaraan gehechte documenten; die bijdragen in natura omvatten:

i)

specifieke onderdelen, uitrusting, materialen en andere goederen en diensten; en

ii)

de deskundigen die door een partij voor de projectteams beschikbaar zijn gesteld na hun benoeming door het stuurcomité, en het voor het secretariaat beschikbaar gestelde personeel na de benoeming ervan door het stuurcomité; en

b)

financiële bijdragen, onder de voorwaarden bedoeld in de gezamenlijke verklaring van Brussel en de daaraan gehechte documenten.

2.   Onverminderd de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van elke partij kan het aan de gezamenlijke verklaring van Brussel gehechte document „Waarderamingen en toewijzing van bijdragen van de partijen” jaarlijks worden geactualiseerd bij besluit van het stuurcomité.

Artikel 13

Belastingen

1.   Elke partij verleent toestemming voor in- en uitvoer vrij van rechten naar en van haar grondgebied van goederen die nodig zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst, en verzekert dat deze vrijgesteld worden van alle andere door de douaneautoriteiten geïnde belastingen en rechten en van invoerverboden en -beperkingen. Dit lid wordt toegepast ongeacht het land van oorsprong van deze noodzakelijke goederen.

2.   De deskundigen die door een partij voor de projectteams beschikbaar zijn gesteld na hun benoeming door het stuurcomité en het personeel dat door een partij voor het secretariaat beschikbaar is gesteld na benoeming ervan door het stuurcomité als bijdrage in natura in overeenstemming met artikel 12, lid 1, onder a), ii), zijn op het grondgebied van de andere partij vrijgesteld van belastingen op salarissen, lonen en emolumenten.

Artikel 14

Regeling betreffende bijdragen in natura

1.   Elke bijdrage in natura is het voorwerp van een regeling voor het plaatsen van opdrachten (hierna „de regeling voor het plaatsen van opdrachten”) die tussen de uitvoerende agentschappen is overeengekomen met instemming van de betrokken projectleider.

2.   In de regeling voor het plaatsen van opdrachten wordt een gedetailleerde technische beschrijving verstrekt van de te leveren bijdragen, inclusief de technische specificaties, schema's, mijlpalen, risicobeoordelingen, prestaties en criteria voor het aanvaarden ervan, en worden de bepalingen vastgesteld op grond waarvan de betrokken projectleider technisch gezag kan uitoefenen over de prestaties van de bijdragen in natura. In de regeling voor het plaatsen van opdrachten worden met name vastgesteld:

a)

de aan iedere bijdrage in natura toegekende waarde;

b)

de rol en verantwoordelijkheden van de uitvoerende agentschappen en de projectleider;

c)

de procedure voor het plaatsen van opdrachten;

d)

het schema en de voorwaarden voor de aanvaarding dat de mijlpalen en prestaties zijn gerealiseerd;

e)

de toepassing van maatregelen voor kwaliteitsborging;

f)

de verhouding tussen de betrokken projectleider, de uitvoerende agentschappen en de entiteiten die betrokken zijn bij de levering van de prestaties, alsmede de monitoringprocedures;

g)

procedures voor het behandelen van veranderingen in een opdracht die van invloed kunnen zijn op de kosten, programmering en prestaties ervan; en

h)

de aanvaarding van de eindprestaties en mogelijke overdracht van eigendom.

3.   De eigendom van de onderdelen die door het door Euratom in overeenstemming met artikel 7, lid 1, aangestelde uitvoerend agentschap (hierna „het Europees uitvoerend agentschap”) in natura dienen te worden bijgedragen, wordt op de betrokken operationele locatie aan het Japans uitvoerend agentschap overgedragen op het moment van aanvaarding door de betrokken projectleider en het Japans uitvoerend agentschap. Het Japans uitvoerend agentschap is verantwoordelijk voor het transport van door het Europees uitvoerend agentschap bijgedragen onderdelen van de haven van binnenkomst naar de operationele locatie.

4.   Voor de deskundigen of het personeel voor het secretariaat neemt de regeling voor het plaatsen van opdrachten de vorm aan van een detacheringsregeling. De waarde die toegekend wordt aan de deskundigen of het personeel voor het secretariaat is die welke genoemd wordt in het aan de gezamenlijke verklaring van Brussel gehechte document „Waarderamingen en toewijzing van bijdragen van de partijen” en kan door het stuurcomité, voor zover nodig, van tijd tot tijd worden geactualiseerd.

5.   Elke partij is verantwoordelijk voor de salarissen, verzekeringen en toelagen die betaald moeten worden aan de door die partij beschikbaar gestelde deskundigen en personeel voor het secretariaat en betaalt, tenzij anders overeengekomen, voor hun reis- en verblijfskosten. De partij die als gastheer optreedt voor de projectteams en/of het secretariaat regelt adequate logies voor de deskundigen en het personeel van het secretariaat en hun gezin. De partij die als gastheer optreedt voor de projectteams en/of het secretariaat neemt eveneens passende maatregelen om het binnenkomen op haar grondgebied door de deskundigen en het personeel van het secretariaat en hun gezin te vergemakkelijken, en vraagt haar uitvoerend agentschap alles in het werk te stellen om op passende wijze te voorzien in juridische en vertaaldiensten bij instelling van een rechtsvordering tegen de deskundigen en het personeel van het secretariaat die voortvloeit uit de uitoefening van hun taken. De deskundigen en het personeel van het secretariaat dienen bij de uitoefening van hun taken bij de andere partij te voldoen aan de algemene en bijzondere arbeids- en veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in de gastheervestiging of aan de voorschriften die in de detacheringsregeling zijn overeengekomen.

Artikel 15

Aanpassingen van de toewijzingen

Indien onvoorziene omstandigheden dit vereisen, kan een partij voorstellen binnen een project van de bredereaanpakactiviteiten de toewijzing van bijdragen te wijzigen. Bij een dergelijk voorstel stelt de betrokken projectleider, na overleg met het betrokken projectcomité, aan het stuurcomité een herziene toewijzing van middelen voor, terwijl de totale kostprijs van het project en het algemene evenwicht van de bijdragen tussen de partijen ongewijzigd blijft.

Artikel 16

Financiële bijdragen

Alle betalingen van het Europees uitvoerend agentschap gebeuren in euro. Alle betalingen van het Japans uitvoerend agentschap gebeuren in yen.

Artikel 17

Gemeenschappelijke uitgaven van de projectteams

Gemeenschappelijke uitgaven van elk projectteam worden door het Japans uitvoerend agentschap betaald in overeenstemming met artikel 7, lid 3. Hiertoe onderneemt het Japans uitvoerend agentschap op verzoek van de betrokken projectleider en binnen de plafonds die in het relevante werkprogramma zijn vastgesteld de nodige stappen.

HOOFDSTUK 5

INFORMATIE EN INTELLECTUELE EIGENDOM

Artikel 18

Verspreiding, gebruik en bescherming van informatie

1.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a)

„informatie”: tekeningen, ontwerpen, berekeningen, rapporten en andere documenten, gedocumenteerde gegevens of onderzoeks- en ontwikkelingsmethoden, beschrijvingen van uitvindingen en ontdekkingen, al dan niet beschermbaar; en

b)

„vertrouwelijke zakelijke informatie”: informatie die knowhow, handelsgeheimen of technische, commerciële of financiële informatie bevat, welke:

i)

door de eigenaar ervan als vertrouwelijk is behandeld;

ii)

niet algemeen bekend of uit andere bronnen beschikbaar is;

iii)

door de eigenaar ervan niet voor andere partijen beschikbaar is gesteld zonder een vertrouwelijkheidheidsverplichting; en

iv)

voor de ontvangende partij niet beschikbaar is zonder vertrouwelijkheidsverplichtingen.

2.   Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk ondersteunen de partijen de zo ruim mogelijke verspreiding van bij de uitvoering van deze overeenkomst gegenereerde informatie.

3.   Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk wordt alle informatie die door de leden van de projectteams bij de uitvoering van de op grond van deze overeenkomst aan hen toegewezen taken is gegenereerd aan elk van de partijen vrij ter beschikking gesteld voor gebruik bij onderzoek en ontwikkeling op het gebied van kernfusie als energiebron voor vreedzame doeleinden.

4.   Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk heeft elke partij recht op een niet-exclusieve, onherroepelijke, royaltyvrije licentie in alle landen voor het vertalen, reproduceren en openbaar verspreiden van rechtstreeks uit de uitvoering van deze overeenkomst voortvloeiende artikelen in wetenschappelijke en technische vakbladen, verslagen en boeken. Op alle openbaar verspreide exemplaren van op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk opgestelde, auteursrechtelijk beschermde werken worden de namen van de auteurs vermeld, tenzij een auteur uitdrukkelijk afziet van naamsvermelding.

5.   Onverminderd de bepalingen van dit hoofdstuk wordt alle informatie die door het personeel van een uitvoerend agentschap bij de uitvoering van de op grond van deze overeenkomst aan hen toegewezen taken is gegenereerd, aan de projectteams en aan elk van de partijen vrij ter beschikking gesteld voor gebruik bij onderzoek en ontwikkeling op het gebied van kernfusie als energiebron voor vreedzame doeleinden.

6.   Alle contracten die op initiatief van een uitvoerend agentschap of een projectleider voor de uitvoering van een op grond van deze overeenkomst aan hen toegewezen taak worden gesloten, dienen bepalingen te bevatten om de partijen in staat te stellen hun verplichtingen in het kader van deze overeenkomst na te komen.

7.   Elke partij stelt alles in het werk om, onverminderd haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, haar verplichtingen jegens derde partijen en de bepalingen van dit hoofdstuk, aan de projectteams en de uitvoerende agentschappen vrij alle informatie ter beschikking te stellen die zij nodig hebben voor de uitvoering van de taken welke op grond van deze overeenkomst aan hen zijn toegewezen.

8.   Indien bij de uitvoering van deze overeenkomst vertrouwelijke zakelijke informatie beschikbaar wordt gesteld, moet deze op passende wijze als zodanig worden gekenmerkt, en moet voor het doorgeven ervan een regeling worden getroffen om de vertrouwelijkheid te waarborgen. De ontvanger van deze informatie gebruikt deze voor de uitvoering van deze overeenkomst en ziet erop toe dat de vertrouwelijkheid in de mate die in die regeling is overeengekomen, gehandhaafd blijft.

Artikel 19

Intellectuele eigendom

1.   Voor de toepassing van deze overeenkomst heeft „intellectuele eigendom” de betekenis die eraan wordt gegeven in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, gesloten in Stockholm op 14 juli 1967. Elke partij zorgt er in overeenstemming met haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor dat de andere partij de overeenkomstig dit hoofdstuk toegewezen rechten op intellectuele eigendom kan verkrijgen. Dit hoofdstuk verandert niets of doet geen afbreuk aan de toewijzing van rechten tussen een partij en haar onderdanen. Of de rechten in verband met intellectuele eigendom aan een partij dan wel aan haar onderdanen toekomen, wordt door de betrokkenen onderling geregeld overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

2.   Voor zover door de leden van de projectteams bij de uitvoering van deze overeenkomst beschermbare inhoud wordt gegenereerd, stelt de betrokken projectleider onverwijld het stuurcomité in kennis en doet hij een aanbeveling inzake de landen waar bescherming van deze intellectuele eigendom zou moeten worden verkregen. Elke partij, haar uitvoerend agentschap of de leden van de projectteams die door deze partij beschikbaar zijn gesteld, hebben evenwel het recht om alle rechten en aanspraken op en alle belangen in intellectuele eigendom te verwerven op het grondgebied van die partij. Het stuurcomité beslist of en op welke wijze moet worden getracht bescherming van deze intellectuele eigendom te verkrijgen in derde landen. Telkens wanneer een partij, haar uitvoerend agentschap of de leden van de projectteams die door die partij beschikbaar zijn gesteld bescherming van de intellectuele eigendom hebben verkregen, ziet de partij erop toe dat de leden van de projectteams deze intellectuele eigendom vrij kunnen gebruiken voor de uitvoering van de aan de projectteams toegewezen taken.

3.   Indien door personeel van een uitvoerend agentschap bij de uitvoering van een daaraan op grond van deze overeenkomst toegewezen taak intellectuele eigendom wordt gegenereerd, is de partij van dat uitvoerend agentschap, het uitvoerend agentschap of het personeel ervan gerechtigd in alle landen alle rechten en aanspraken op en belangen in deze intellectuele eigendom te verwerven overeenkomstig de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. De partij van een dergelijk uitvoerend agentschap ziet erop toe dat de leden van de projectteams deze intellectuele eigendom vrij kunnen gebruiken voor de uitvoering van de aan de projectteams toegewezen taken, en dat aan de andere partij een onherroepelijke, niet-exclusieve, royaltyvrije licentie wordt verleend, met het recht om onderlicenties te verlenen, voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van beheerste kernfusie als energiebron voor vreedzame doeleinden.

4.   Indien door personeel dat beschikbaar is gesteld via een uitvoerend agentschap bij het werken in het uitvoerend agentschap van de andere partij intellectuele eigendom wordt gegenereerd, is, onverminderd de relevante toepasselijke wetgeving:

a)

de ontvangende partij, haar uitvoerend agentschap of haar personeel gerechtigd om op haar eigen grondgebied en in derde landen, alle rechten en aanspraken op en belangen in deze intellectuele eigendom te verwerven; en

b)

is de uitzendende partij, haar uitvoerend agentschap of haar personeel gerechtigd om op haar eigen grondgebied alle rechten en aanspraken op en belangen in deze intellectuele eigendom te verwerven.

5.   Onverminderd alle rechten van uitvinders of auteurs op grond van de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen neemt elke partij alle nodige maatregelen om te trachten de voor de uitvoering van deze overeenkomst vereiste medewerking van deze uitvinders of auteurs, inclusief het personeel van haar uitvoerend agentschap, te verkrijgen. Elke partij zorgt voor de betaling van beloningen en vergoedingen aan deze uitvinders of auteurs, overeenkomstig haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

6.   Indien een partij besluit geen gebruik te maken van haar recht om te trachten in een land of regio bescherming van intellectuele eigendom te verkrijgen, stelt zij, onverminderd de leden 2 tot en met 4, de andere partij daarvan in kennis. De andere partij kan vervolgens proberen deze bescherming te verkrijgen.

Artikel 20

Afloop of beëindiging

De op grond van dit hoofdstuk aan de partijen verleende rechten en opgelegde verplichtingen blijven na afloop of beëindiging van deze overeenkomst voortbestaan in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

HOOFDSTUK 6

SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Inwerkingtreding

Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen diplomatieke nota's uitwisselen waarmee zij elkaar ervan in kennis stellen dat hun respectieve voor de inwerkingtreding van de overeenkomst benodigde interne procedures zijn voltooid.

Artikel 22

Duur en beëindiging

1.   Deze overeenkomst blijft van kracht voor een periode van tien jaar en blijft daarna van kracht, tenzij zij door een partij aan het einde van de periode van tien jaar of op enig ander tijdstip na die periode wordt beëindigd, door de andere partij ten minste zes maanden van te voren schriftelijk in kennis te stellen van haar voornemen om deze overeenkomst te beëindigen.

2.   Deze overeenkomst kan voordat zij afloopt enkel worden beëindigd wanneer:

a)

beide partijen het onderling eens zijn;

b)

de ITER-overeenkomst wordt beëindigd; of

c)

een van de partijen niet langer partij is bij de ITER-overeenkomst.

3.   De afloop of de beëindiging van deze overeenkomst heeft geen invloed op de geldigheid of de duur van enige in het kader van de overeenkomst getroffen regeling, noch op specifieke rechten en verplichtingen die uit hoofde van hoofdstuk 5 zijn ontstaan.

Artikel 23

Wijziging

De partijen overleggen, op verzoek van een van hen, met elkaar of deze overeenkomst kan worden gewijzigd, en kunnen een wijziging overeenkomen. Deze wijziging treedt in werking op de datum waarop de partijen diplomatieke nota's hebben uitgewisseld waarmee zij elkaar ervan in kennis stellen dat hun respectieve voor de inwerkingtreding ervan benodigde interne procedures zijn voltooid.

Artikel 24

Regeling van geschillen

Alle vragen of geschillen tussen de partijen betreffende de interpretatie of uitvoering van deze overeenkomst worden door overleg en onderhandeling tussen de partijen geregeld.

Artikel 25

Deelname van andere ITER-partijen

Indien enige andere partij bij de ITER-overeenkomst haar voornemen kenbaar maakt om deel te nemen aan een project van de bredereaanpakactiviteiten, dient de betrokken projectleider, na overleg met het projectcomité, bij het stuurcomité een voorstel in betreffende de voorwaarden van de deelname van deze partij aan dat project. Het stuurcomité beslist op basis van dat voorstel over de deelname van die partij en kan, behoudens de goedkeuring van de partijen ingevolge hun interne procedures, met die partij overeenkomsten en regelingen sluiten betreffende deze deelname.

Artikel 26

Toepassing met betrekking tot Euratom

In overeenstemming met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is deze overeenkomst van toepassing op de door dat Verdrag bestreken grondgebieden. In overeenstemming met dat Verdrag en andere relevante overeenkomsten is zij eveneens van toepassing op de Zwitserse Bondsstaat, die aan het Euratom-fusieprogramma deelneemt als volledig geassocieerde derde staat.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door respectievelijk de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van Japan, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan te Tokio, 5 februari 2007, in tweevoud in de Engelse en de Japanse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

H. RICHARDSON

Voor de regering van Japan

T. ASO


BIJLAGE I

IFMIF/EVEDA

Artikel 1

Doelstelling

1.   De partijen voeren, onverminderd deze overeenkomst alsmede hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de engineeringvalidatie- en engineeringontwerpactiviteiten (hierna „EVEDA”) uit voor het produceren van een gedetailleerd, compleet en volledig geïntegreerd engineeringontwerp van de International Fusion Materials Irradiation Facility (hierna „IFMIF”) en alle gegevens die nodig zijn voor toekomstige beslissingen betreffende de bouw, werking, exploitatie en buitengebruikstelling van IFMIF en voor het valideren van de continue en stabiele werking van elk IFMIF-subsysteem.

2.   Dit ontwerp en deze gegevens worden vervolgens opgenomen in een definitief ontwerprapport dat na overleg met het projectcomité op voorstel van de projectleider door het stuurcomité moet worden aangenomen, en worden voor elk van de partijen beschikbaar gesteld om te gebruiken als onderdeel van een internationaal samenwerkingsprogramma of in een eigen binnenlands programma.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Met het oog op de doelstellingen in artikel 1 van deze bijlage worden de volgende taken uitgevoerd:

a)

opstellen van het engineeringontwerp van IFMIF, inclusief:

i)

een complete beschrijving van IFMIF inclusief de drie voornaamste subsystemen ervan (de accelerators, de trefplaatfaciliteit en de testfaciliteit), de gebouwen inclusief de hete cellen voor nabestralingsonderzoek, de hulpsystemen en de veiligheidssystemen;

ii)

gedetailleerde ontwerpen van de onderdelen, de subsystemen en gebouwen met name met het oog op hun interfaces en integratie;

iii)

een planning voor de verschillende fasen van levering, bouw, assemblage, testen en inbedrijfstelling met het overeenkomstige plan voor de benodigde personele en financiële middelen; en

iv)

de technische specificaties voor de onderdelen, waardoor het mogelijk wordt aanbestedingen te organiseren voor de levering van componenten die nodig zijn voor het starten van de bouw;

b)

omschrijving van de eisen waaraan een IFMIF-locatie moet voldoen en uitvoering van de nodige veiligheids- en milieuanalysen;

c)

programmavoorstel en ramingen van de kosten, personele middelen en tijd die nodig zullen zijn voor de werking, exploitatie en buitengebruikstelling van IFMIF; en

d)

valideren van de onderzoeks- en ontwikkelingswerkzaamheden die vereist zijn voor het uitvoeren van de onder a) tot en met c) beschreven werkzaamheden, inclusief:

i)

ontwerpen, bouwen en assembleren van het prototype van het laagenergetische gedeelte en het eerste hoogenergetische gedeelte van een van de twee IFMIF-accelerators inclusief de radiofrequentievoeding, generatoren en hulpsystemen ervan, en uitvoeren van geïntegreerde tests van de deeltjesbundels daarvan;

ii)

ontwerpen, produceren en testen van schaalmodellen om de technische uitvoerbaarheid van de trefplaatfaciliteit en de testfaciliteit aan te tonen; en

iii)

bouwen van de gebouwen om de prototypeaccelerator en de hulpsystemen ervan onder te brengen.

2.   De uitvoering van de in lid 1 genoemde taken wordt nader gespecificeerd in het projectplan en de werkprogramma's.

Artikel 3

Operationele locatie

De operationele locatie voor IFMIF/EVEDA bevindt zich in Rokkasho, in het district Aomori.

Artikel 4

Middelen

De partijen stellen de voor de uitvoering van IFMIF/EVEDA vereiste middelen beschikbaar bedoeld in de gezamenlijke verklaring van Brussel en de daaraan gehechte documenten.

Artikel 5

Duur

De duur van IFMIF/EVEDA bedraagt zes jaar en kan worden verlengd bij besluit van het stuurcomité.

Artikel 6

Eigendom van de acceleratorcomponenten

Onverminderd artikel 14, lid 3, van deze overeenkomst blijft het Europees uitvoerend agentschap eigenaar van de in dit artikel gespecificeerde componenten van de prototypeaccelerator die het als bijdrage in natura levert, en neemt het de verantwoordelijkheid op zich voor het terugzenden van deze componenten na de ontmanteling van de prototypeaccelerator:

a)

injector;

b)

radiofrequentievoeding, generatoren en hulpsystemen ervan; en

c)

controlesysteem.


BIJLAGE II

IFERC

Artikel 1

Doelstelling

De partijen verrichten, onverminderd deze overeenkomst alsmede hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling in het IFERC die erop gericht zijn tot het ITER-project bij te dragen en een mogelijke vroege totstandbrenging van een toekomstige demonstratie-energiereactor (hierna „DEMO”) te bevorderen.

Artikel 2

Werkingssfeer

Met het oog op de doelstellingen in artikel 1 van deze bijlage worden de volgende taken uitgevoerd:

a)

activiteiten van het DEMO Design Research and Development Coordination Centre gericht op het tot stand brengen van een gemeenschappelijke basis voor een DEMO-ontwerp, inclusief:

i)

houden van seminars en andere bijeenkomsten;

ii)

aanbieding en uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie;

iii)

activiteiten voor het conceptuele ontwerp voor DEMO; en

iv)

activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling inzake DEMO-technologieën;

b)

activiteiten van het Computational Simulation Centre, inclusief de levering en exploitatie van een supercomputer voor grootschalige simulatieactiviteiten om experimentele gegevens over fusieplasma's te analyseren, scenario's voor de inbedrijfname van ITER op te stellen, de prestatie van de ITER-faciliteiten te voorspellen en bij te dragen tot het ontwerp van DEMO; en

c)

activiteiten van het Remote Experimentation Centre van ITER voor het vergemakkelijken van de brede deelname van wetenschappers aan ITER-experimenten, inclusief de ontwikkeling van technieken voor experimenten op afstand met ontstoken tokamakplasma's, die getest moeten worden op bestaande machines zoals de Advanced Superconducting Tokamak, bedoeld in artikel 1 van bijlage III.

Artikel 3

Operationele locatie

De operationele locatie voor IFERC bevindt zich in Rokkasho, in het district Aomori.

Artikel 4

Middelen

De partijen stellen de voor de uitvoering van de IFERC-activiteiten vereiste middelen beschikbaar bedoeld in de gezamenlijke verklaring van Brussel en de daaraan gehechte documenten.

Artikel 5

Duur

De duur van de IFERC-activiteiten bedraagt tien jaar en kan worden verlengd bij besluit van het stuurcomité.

Artikel 6

Bijzonderheden betreffende levering en mogelijke overdracht van eigendom van supercomputersystemen

Onverminderd artikel 14, lid 3, van deze overeenkomst worden bijzonderheden betreffende levering en mogelijke overdracht van eigendom van supercomputersystemen vastgesteld door het stuurcomité, in overeenstemming met het projectplan.


BIJLAGE III

SATELLITE TOKAMAK PROGRAMMA

Artikel 1

Doelstelling

1.   De partijen voeren, onverminderd deze overeenkomst alsmede hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, het satelliettokamakprogramma (hierna „het Satellite Tokamak Programma”) uit. Dat programma omvat:

a)

de deelname aan het upgraden van de tokamakproefmachine die het Japanse uitvoerend agentschap bezit tot een geavanceerde supergeleidende tokamak (hierna „de Advanced Superconducting Tokamak”); en

b)

de deelname aan de exploitatie ervan ter ondersteuning van de exploitatie van ITER en het onderzoek in verband met DEMO door de behandeling van fysische sleutelproblemen voor ITER en DEMO.

2.   De bouw en exploitatie van de Advanced Superconducting Tokamak vindt plaats in het kader van het Satellite Tokamak Programma en het Japanse nationale programma. De exploitatiegelegenheden voor de Advanced Superconducting Tokamak worden gelijkelijk verdeeld tussen het nationale programma en het Satellite Tokamak Programma.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Met het oog op de doelstellingen in artikel 1 van deze bijlage worden de volgende taken uitgevoerd:

a)

bouwfase: ontwerpen en produceren van componenten en systemen en assemblage van de Advanced Superconducting Tokamak; en

b)

exploitatiefase: planning en uitvoering van experimenten in het kader van het Satellite Tokamak Programma.

2.   De uitvoering van de in lid 1 genoemde taken wordt op de volgende basis nader gespecificeerd in het projectplan en de werkprogramma's:

a)

het rapport voor het conceptuele ontwerp, inclusief de functiespecificaties voor de door de partijen voor de uitvoering van het Satellite Tokamak Programma te leveren onderdelen, wordt door het Japans uitvoerend agentschap geleverd en door de partijen geëvalueerd en aangenomen;

b)

elk uitvoerend agentschap ontwikkelt het gedetailleerde ontwerp voor de componenten die het bij wijze van bijdrage in natura moet leveren;

c)

het Japanse uitvoerend agentschap is verantwoordelijk voor de integratie van de componenten van de Advanced Superconducting Tokamak en voor de algemene assemblage en inbedrijfname van de machine; en

d)

Euratom is gerechtigd op billijke basis deel te nemen aan de exploitatie van de Advanced Superconducting Tokamak.

Artikel 3

Operationele locatie

De operationele locatie voor het Satellite Tokamak Programma bevindt zich in Naka, in het district Ibaraki.

Artikel 4

Middelen

De partijen stellen de voor de uitvoering van het Satellite Tokamak Programma vereiste middelen beschikbaar bedoeld in de gezamenlijke verklaring van Brussel en de daaraan gehechte documenten.

Artikel 5

Duur

De duur van het Satellite Tokamak Programma bedraagt tien jaar, inclusief drie jaar voor inbedrijfstelling en exploitatie, en kan worden verlengd bij besluit van het stuurcomité.

Top