This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006L0009
Commission Directive 2006/9/EC of 23 January 2006 amending Council Directives 90/642/EEC as regards the maximum residue levels of diquat, fixed therein (Text with EEA relevance)
Richtlijn 2006/9/EG van de Commissie van 23 januari 2006 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten voor diquat (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn 2006/9/EG van de Commissie van 23 januari 2006 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten voor diquat (Voor de EER relevante tekst)
PB L 22 van 26.1.2006, p. 24–31
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 330M van 28.11.2006, p. 33–40
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396
26.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 22/24 |
RICHTLIJN 2006/9/EG VAN DE COMMISSIE
van 23 januari 2006
tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten voor diquat
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen. |
(2) |
De maximumresidugehalten (MRL's) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn, dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en, met name uit het oogpunt van milieubescherming en gelet op de geschatte opname via de voeding, toxicologisch aanvaardbaar blijft. |
(3) |
De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien. Zij kunnen worden aangepast naar aanleiding van nieuwe toepassingen of informatie. |
(4) |
De MRL's worden op de ondergrens van de analytische bepaling vastgesteld wanneer toegelaten toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen niet tot waarneembare gehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, of wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die op de markt van de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de overeenkomstige nodige gegevens zijn onderbouwd. |
(5) |
De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen van diquat, dat onder Richtlijn 90/642/EEG valt. |
(6) |
De levenslange blootstelling van de consument aan dit bestrijdingsmiddel via levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, is beoordeeld volgens in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren (3). Er is berekend dat met de MRL's in kwestie de aanvaardbare dagelijkse inname niet wordt overschreden. |
(7) |
Uit de beschikbare informatie blijkt dat geen acute referentiedosis (ARfD) en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is. |
(8) |
Daarom moeten voor diquat nieuwe MRL's worden vastgesteld. |
(9) |
Dat op communautair niveau voorlopige MRL's worden vastgesteld of gewijzigd, neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL's voor diquat kunnen vaststellen. Om andere toepassingen van diquat toe te staan, volstaat een periode van vier jaar. Daarna moeten de voorlopige communautaire MRL's definitief worden. |
(10) |
Richtlijn 90/642/EEG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd: In groep „4. Oliehoudende zaden” wordt tussen de regels „Katoenzaad” en „Andere” de regel „Hennepzaad” ingevoegd.
Artikel 2
Bijlage II, deel A, bij Richtlijn 90/642/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
Artikel 3
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 26 juli 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 27 juli 2006.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 23 januari 2006.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/76/EG van de Commissie (PB L 293 van 9.11.2005, blz. 14).
(2) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/72/EG van de Commissie (PB L 279 van 22.10.2005, blz. 63).
(3) Guidelines for predicting dietary intake of pesticide residues (herziene versie), opgesteld door het GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).
BIJLAGE
In bijlage II, deel A, bij Richtlijn 90/642/EEG komt de kolom voor diquat als volgt te luiden:
Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg) |
|||
Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn |
Diquat |
||
|
|||
|
|
||
Grapefruits |
|
||
Citroenen |
|
||
Limoenen |
|
||
Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten) |
|
||
Sinaasappelen |
|
||
Pomelo's |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Amandelen |
|
||
Paranoten |
|
||
Cashewnoten |
|
||
Kastanjes |
|
||
Kokosnoten |
|
||
Hazelnoten |
|
||
Macadamianoten |
|
||
Pecannoten |
|
||
Pijnboompitten |
|
||
Pistaches (pimpernoten) |
|
||
Walnoten (okkernoten) |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Appelen |
|
||
Peren |
|
||
Kweeperen |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Abrikozen |
|
||
Kersen |
|
||
Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen) |
|
||
Pruimen |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
Tafeldruiven |
|
||
Wijndruiven |
|
||
|
|
||
|
|
||
Bramen |
|
||
Dauwbramen |
|
||
Loganbessen |
|
||
Frambozen |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Blauwe bosbessen |
|
||
Veenbessen |
|
||
Aalbessen (rood, zwart en wit) |
|
||
Kruisbessen |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
Avocado's |
|
||
Bananen |
|
||
Dadels |
|
||
Vijgen |
|
||
Kiwi's |
|
||
Kumquats |
|
||
Lychees |
|
||
Mango's |
|
||
Olijven |
|
||
Papaja's |
|
||
Passievruchten |
|
||
Ananassen |
|
||
Granaatappels |
|
||
Andere |
|
||
|
|||
|
|
||
Rode bieten |
|
||
Wortelen |
|
||
Maniok |
|
||
Knolselderij |
|
||
Mierikswortel (peperwortel) |
|
||
Aardperen (topinamboers) |
|
||
Pastinaken |
|
||
Wortelpeterselie |
|
||
Radijzen |
|
||
Schorseneren |
|
||
Bataten (zoete aardappelen) |
|
||
Koolrapen |
|
||
Rapen |
|
||
Yams |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Knoflook |
|
||
Uien |
|
||
Sjalotten |
|
||
Bosuien |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
Tomaten |
|
||
Pepers (paprika's) |
|
||
Aubergines |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Komkommers |
|
||
Augurken |
|
||
Courgettes |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Meloenen |
|
||
Pompoenen |
|
||
Watermeloenen |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
Broccoli |
|
||
Bloemkool |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Spruitjes |
|
||
Sluitkool |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Chinese kool |
|
||
Boerenkool |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
Tuinkers |
|
||
Veldsla |
|
||
Sla |
|
||
Andijvie |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Spinazie |
|
||
Snijbiet |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
Kervel |
|
||
Bieslook |
|
||
Peterselie |
|
||
Bladselderij |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Bonen (met peul) |
|
||
Bonen (zonder peul) |
|
||
Erwten (met peul) |
|
||
Erwten (zonder peul) |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
Asperges |
|
||
Kardoen |
|
||
Bleekselderij |
|
||
Knolvenkel |
|
||
Artisjokken |
|
||
Prei |
|
||
Rabarber |
|
||
Andere |
|
||
|
|
||
|
|
||
|
|
||
|
0,2 (2) |
||
Bonen |
|
||
Linzen |
|
||
Erwten |
|
||
Andere |
|
||
4. Oliehoudende zaden |
|||
Lijnzaad |
5 (2) |
||
Pinda's |
|||
Papaverzaad |
|||
Sesamzaad |
|||
Zonnebloempitten |
1 (2) |
||
Kool- en raapzaad |
2 (2) |
||
Sojabonen |
0,2 (2) |
||
Mosterdzaad |
0,5 (2) |
||
Katoenzaad |
|||
Hennepzaad |
0,5 (2) |
||
Andere |
|||
|
|||
Vroege aardappelen |
|
||
Bewaaraardappelen |
|
||
|
|||
|
(1) Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.
(2) Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.”