Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006E0244

    Gemeenschappelijk Standpunt 2006/244/GBVB van de Raad van 20 maart 2006 inzake de deelneming van de Europese Unie aan de Organisatie voor energieontwikkeling op het Koreaanse schiereiland (KEDO)

    PB L 88 van 25.3.2006, p. 73–73 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 270M van 29.9.2006, p. 367–367 (MT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006

    ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2006/244/oj

    25.3.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 88/73


    GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 2006/244/GBVB VAN DE RAAD

    van 20 maart 2006

    inzake de deelneming van de Europese Unie aan de Organisatie voor energieontwikkeling op het Koreaanse schiereiland (KEDO)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Europese Unie heeft op basis van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/869/GBVB (1) deelgenomen aan de Organisatie voor energieontwikkeling op het Koreaanse schiereiland (KEDO) teneinde bij te dragen tot het vinden van een algemene oplossing voor het vraagstuk van de nucleaire non-proliferatie op het Koreaanse schiereiland.

    (2)

    In de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens die de Europese Raad op 12 december 2003 heeft aangenomen, wordt groot belang gehecht aan de naleving van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens door alle partijen.

    (3)

    Door haar participatie in de KEDO heeft de Europese Unie bijgedragen tot de door haar beoogde doelstelling, te weten het vinden van een algemene oplossing voor het vraagstuk van de nucleaire proliferatie op het Koreaanse schiereiland in overeenstemming met de doelstellingen van de zespartijengesprekken.

    (4)

    Onder de leden van het dagelijks bestuur van de KEDO bestaat er een consensus om het lichtwaterreactorproject (LWR-project) van de KEDO zo spoedig mogelijk te beeindigen en de KEDO vóór eind 2006 op een ordelijke wijze te ontbinden.

    (5)

    Te dien einde heeft de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA) onderhandeld over de vernieuwing van haar toetreding tot de KEDO met het specifieke oogmerk om de voorgenomen beëindiging van het LWR-project en de ontbinding van de KEDO te steunen.

    (6)

    De huidige regeling voor de vertegenwoordiging van de Europese Unie in het dagelijks bestuur van de KEDO moet worden gehandhaafd. De Raad en de Commissie zijn in dit verband overeengekomen dat, indien het dagelijks bestuur van de KEDO een onderwerp behandelt dat niet onder de EGA-bevoegdheden valt, het voorzitterschap van de Raad het woord voert en een standpunt terzake vertolkt.

    (7)

    Gemeenschappelijk Standpunt 2001/869/GBVB is op 31 december 2005 verstreken en moet door een nieuw gemeenschappelijk standpunt worden vervangen,

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Dit gemeenschappelijk standpunt heeft tot doel de Europese Unie in staat te stellen deel te nemen aan het proces om het LWR-project zo snel mogelijk te beëindigen en de KEDO vóór eind 2006 op een ordelijke wijze te ontbinden.

    Artikel 2

    1.   Met betrekking tot aangelegenheden die niet onder de EGA-bevoegdheden vallen, wordt het standpunt in het dagelijks bestuur van de KEDO bepaald door de Raad en vertolkt door het voorzitterschap.

    2.   Bijgevolg wordt het voorzitterschap nauw betrokken bij de werkzaamheden van het dagelijks bestuur van de KEDO en onmiddellijk in kennis gesteld van GBVB-aangelegenheden die in vergaderingen van dit dagelijks bestuur zullen worden besproken.

    3.   De Commissie brengt aan de Raad regelmatig en wanneer nodig verslag uit, onder het gezag van het voorzitterschap, dat wordt bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB.

    Artikel 3

    Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen. Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2006 totdat de KEDO is ontbonden ofwel tot uiterlijk 31 december 2006.

    Artikel 4

    Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 20 maart 2006.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    U. PLASSNIK


    (1)  PB L 325 van 8.12.2001, blz. 1.


    Top