EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0348

2005/348/EG: Beschikking van de Raad van 18 januari 2005 waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld of door Hongarije effectief gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft gedaan

PB L 110 van 30.4.2005, p. 42–43 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 159M van 13.6.2006, p. 418–419 (MT)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/348/oj

30.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 110/42


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 18 januari 2005

waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld of door Hongarije effectief gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die de Raad krachtens artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft gedaan

(2005/348/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 8,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2)

Het Stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het Stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1), zoals bedoeld in artikel 104 van het Verdrag, voor een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten.

(3)

In de resolutie van de Europese Raad van Amsterdam van 17 juni 1997 (2) betreffende het Stabiliteits- en groeipact worden alle partijen, te weten de lidstaten, de Raad en de Commissie, dringend verzocht om het Verdrag en het Stabiliteits- en groeipact strikt en tijdig ten uitvoer te leggen.

(4)

Bij Beschikking 2004/918/EG (3) heeft de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag vastgesteld dat er in Hongarije een buitensporig tekort bestaat.

(5)

Overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 heeft de Raad op 5 juli 2004 een aanbeveling aan de Hongaarse autoriteiten gericht met het verzoek zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de bestaande buitensporigtekortsituatie en binnen een middellangetermijnkader maatregelen te nemen om het tekort in 2008 op geloofwaardige en duurzame wijze tot onder de 3 % van het BBP terug te dringen overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat in het door de Hongaarse autoriteiten ingediende en in het advies van de Raad van 5 juli 2004 goedgekeurde convergentieprogramma (4) is aangegeven. In deze aanbeveling werd de Hongaarse autoriteiten een termijn tot 5 november 2004 gesteld om te zorgen voor de doeltreffende tenuitvoerlegging van de maatregelen die gepland zijn om het voor 2005 vastgestelde streefcijfer voor het tekort van 4,1 % van het BBP te halen. De Raad beval Hongarije tevens aan de in het convergentieprogramma van mei 2004 beoogde maatregelen vastberaden uit te voeren, en met name klaar te staan om indien nodig aanvullende maatregelen te nemen om het voor 2004 vastgestelde streefcijfer voor het overheidstekort van 4,6 % van het BBP te bereiken. Voorts verzocht de Raad de Hongaarse autoriteiten elke aangelegenheid aan te grijpen om de begrotingsaanpassing te versnellen; de beoogde hervormingen door te voeren van de overheidsdiensten, de gezondheidszorg en het onderwijsstelsel; en ervoor te zorgen dat de geplande belastingverlagingen adequaat worden gefinancierd en dat de tenuitvoerlegging ervan afhankelijk wordt gesteld van het halen van de tekortdoelstellingen.

(6)

Op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97 moet de Raad zich op openbaargemaakte besluiten van de regering van de betrokken lidstaat baseren om te beoordelen of aan zijn aanbevelingen overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag effectief gevolg is gegeven.

(7)

De evaluatie van de besluiten die door Hongarije vanaf de aanbeveling van de Raad op grond van artikel 104, lid 7, van het Verdrag tot de in die aanbeveling genoemde uiterste datum zijn genomen, leidt tot de volgende conclusies:

de Hongaarse regering heeft naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad een aantal aanvullende maatregelen genomen. Het ging om maatregelen aan de uitgavenkant die hebben bijgedragen tot een aanzienlijke vermindering van het begrotingstekort in 2004 ten opzichte van 2003, alsook een gunstigere en duurzamere heroriëntatie van de groei. De maatregelen volstonden evenwel niet om het in de aanbeveling van de Raad voor 2004 vastgestelde streefcijfer voor het begrotingstekort van 4,6 % van het BBP te halen, dat naar verwachting ruimschoots zal worden overschreden;

in de begroting 2005 is een aantal maatregelen aangekondigd die gericht zijn op een verdere terugdringing van het begrotingstekort in 2005, waaronder een „noodreserve” ten belope van 0,5 % van het BBP die moet voorkomen dat het streefcijfer voor 2005 wordt overschreden. Deze maatregelen zullen evenwel niet volstaan om het in de aanbeveling van de Raad vastgestelde streefcijfer van 4,1 % van het BBP te halen, dat naar verwachting eveneens ruimschoots zal worden overschreden;

de maatregelen die tot dusverre door de Hongaarse autoriteiten zijn genomen, zullen een afwijking van het in het convergentieprogramma van mei geplande aanpassingstraject niet voorkomen. In dit verband dient de blijvende inzet van de Hongaarse regering om het buitensporige tekort tegen 2008 weg te werken, te worden ondersteund door afdoende maatregelen voor een verdere consolidatie van de begroting en een resoluter streven naar structurele hervormingen.

(8)

In artikel 104, lid 8, van het Verdrag wordt bepaald dat wanneer de Raad vaststelt dat binnen de voorgeschreven periode geen effectief gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die op grond van artikel 104, lid 7, van het Verdrag zijn gedaan, hij zijn aanbevelingen openbaar kan maken. Overeenkomstig de resolutie van de Europese Raad betreffende het Stabiliteits- en groeipact had Hongarije er in juli 2004 al mee ingestemd de aanbeveling openbaar te maken,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Republiek Hongarije heeft aan de aanbeveling van de Raad van 5 juli 2004 binnen de in die aanbeveling gestelde termijn geen effectief gevolg gegeven.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Republiek Hongarije.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J.-C. JUNCKER


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.

(2)  PB C 236 van 2.8.1997, blz. 1.

(3)  PB L 389 van 30.12.2004, blz. 27.

(4)  PB C 320, 24.12.2004, blz. 11.


Top