Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004E0161

    Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB van de Raad van 19 februari 2004 houdende verlenging van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

    PB L 50 van 20.2.2004, p. 66–72 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/02/2011; opgeheven door 32011D0101

    ELI: http://data.europa.eu/eli/compos/2004/161/oj

    32004E0161

    Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB van de Raad van 19 februari 2004 houdende verlenging van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

    Publicatieblad Nr. L 050 van 20/02/2004 blz. 0066 - 0072


    Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB van de Raad

    van 19 februari 2004

    houdende verlenging van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB(1) heeft de Raad een verbod opgelegd op de levering van wapentuig en aanverwant materiaal, op de verstrekking van daarmee verband houdende technische opleiding of bijstand en op de levering van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, aan Zimbabwe.

    (2) Bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB heeft de Raad voorts een reisverbod en een bevriezing van tegoeden ingesteld ten aanzien van de regering van Zimbabwe en personen die in ruime mate verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame vergadering.

    (3) Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB is gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/600/GBVB(2) door uitbreiding van deze beperkende maatregelen tot andere personen die eveneens in ruime mate verantwoordelijk zijn voor die schendingen.

    (4) De lijst van personen die onderworpen zijn aan de beperkende maatregelen die zijn opgenomen in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB, is na een regeringswijziging in Zimbabwe geactualiseerd en vervangen door Besluit 2002/754/GBVB(3).

    (5) Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB is verder gewijzigd en verlengd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2003/115/GBVB(4), dat op 20 februari 2004 verstrijkt.

    (6) In het licht van de aanhoudende verslechtering van de mensenrechtensituatie in Zimbabwe dienen de door de Europese Unie aangenomen maatregelen met nog eens twaalf maanden te worden verlengd.

    (7) Het doel van deze beperkende maatregelen is de beoogde personen aan te moedigen een beleid te verwerpen dat een einde maakt aan de mensenrechten, de vrijheid van meningsuiting en goed bestuur in Zimbabwe.

    (8) De in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB opgenomen lijst van personen die aan de beperkende maatregelen zijn onderworpen, moet worden geactualiseerd.

    (9) Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren,

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "technische bijstand" verstaan elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat mondelinge vormen van bijstand.

    Artikel 2

    1. De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan Zimbabwe door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of tot hun nationale luchtvaartmaatschappij behorende vliegtuigen, is verboden.

    2. Er wordt een verbod ingesteld op:

    a) de verstrekking, de verkoop, de levering of de overdracht van technische bijstand, de tussenhandel en andere aan militaire activiteiten gerelateerde diensten, en de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en soortgelijk materieel van enigerlei aard, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zimbabwe;

    b) het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, het overbrengen of de uitvoer van wapens en alle soorten aanverwante uitrusting, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Zimbabwe.

    Artikel 3

    1. Artikel 2 is niet van toepassing op:

    a) de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties, de Europese Unie en de Gemeenschap, of voor materieel dat bedoeld is voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie en de Verenigde Naties;

    b) het verstrekken van financieringsmiddelen of financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting;

    c) het verstrekken van technische bijstand in verband met dergelijke uitrusting;

    mits deze uitvoer van tevoren door de terzake bevoegde autoriteit is goedgekeurd.

    2. Artikel 2 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zimbabwe worden uitgevoerd.

    Artikel 4

    1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst of de doorreis via hun grondgebied te beletten van de in de bijlage vermelde natuurlijke personen, die zich schuldig maken aan activiteiten die de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat in Zimbabwe ernstig ondermijnen.

    2. Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te beletten.

    3. Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

    a) als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

    b) als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties, of

    c) krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent.

    De Raad wordt in elk van die gevallen naar behoren geïnformeerd.

    4. Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

    5. De lidstaten kunnen ontheffingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen, bij te wonen, wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Zimbabwe rechtstreeks worden bevorderd.

    6. Een lidstaat die de in lid 5 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen 48 uur na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

    7. In de gevallen waarin een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 5 en 6 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de daarbij betrokken personen.

    Artikel 5

    1. Alle tegoeden en economische middelen die in het bezit zijn van individuele leden van de regering van Zimbabwe en van de in de bijlage genoemde met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

    2. Er worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect aan of ten behoeve van de in de bijlage genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen ter beschikking gesteld.

    3. Er kunnen ontheffingen worden verleend voor tegoeden of andere economische middelen die:

    a) noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

    b) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c) uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of andere economische middelen;

    d) nodig zijn voor speciale uitgaven.

    4. Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

    a) rente of andere inkomsten op deze rekeningen, of

    b) betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop deze beperkende maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden,

    op voorwaarde dat lid 1 van toepassing blijft op deze rente, andere inkomsten en betalingen.

    Artikel 6

    De Raad beslist op voorstel van een lidstaat of van de Commissie tot de wijzigingen van de lijst in de bijlage, die op grond van de politieke ontwikkelingen in Zimbabwe nodig zijn.

    Artikel 7

    Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Europese Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit gemeenschappelijk standpunt genoemde te treffen.

    Artikel 8

    Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de datum van vaststelling.

    Het is van toepassing met ingang van 21 februari 2004.

    Artikel 9

    Dit gemeenschappelijk standpunt is van toepassing gedurende een periode van twaalf maanden. Het wordt voortdurend getoetst. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad oordeelt dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.

    Artikel 10

    Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 19 februari 2004.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. McDowell

    (1) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 1.

    (2) PB L 195 van 24.7.2002, blz. 1.

    (3) PB L 247 van 14.9.2002, blz. 56.

    (4) PB L 46 van 20.2.2003, blz. 30.

    BIJLAGE

    Lijst van personen bedoeld in de artikelen 4 en 5

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top