Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R1012

Verordening (EG) nr. 1012/2002 van de Raad van 10 juni 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2334/97 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde vlakke houten laadborden van oorsprong uit de Republiek Polen en tot definitieve inning van het ingestelde voorlopige recht

PB L 155 van 14.6.2002, p. 11–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/11/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/1012/oj

32002R1012

Verordening (EG) nr. 1012/2002 van de Raad van 10 juni 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2334/97 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde vlakke houten laadborden van oorsprong uit de Republiek Polen en tot definitieve inning van het ingestelde voorlopige recht

Publicatieblad Nr. L 155 van 14/06/2002 blz. 0011 - 0015


Verordening (EG) nr. 1012/2002 van de Raad

van 10 juni 2002

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2334/97 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van bepaalde vlakke houten laadborden van oorsprong uit de Republiek Polen en tot definitieve inning van het ingestelde voorlopige recht

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), en met name op artikel 8, lid 9, en artikel 9, lid 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2334/97 van de Raad(2), en met name op artikel 4, lid 1 en lid 2,

Gezien het voorstel dat de Commissie, na overleg met het Raadgevend Comité, heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VORIGE PROCEDURE

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 2334/97 definitieve antidumpingrechten ingesteld op de invoer van bepaalde vlakke houten laadborden vallende onder GN-code ex 4415 20 20 van oorsprong uit de Republiek Polen en verbintenissen aanvaard die door enkele producenten in verband met deze invoer waren aangeboden. Er werd een steekproefgroep samengesteld van Poolse producenten/exporteurs en voor de ondernemingen die deel uitmaakte van deze groep werden individuele rechten vastgesteld variërend van 4,0 % tot 10,6 %; voor de andere medewerkende ondernemingen die geen deel uitmaakten van de steekproefgroep werd een gewogen gemiddeld recht van 6,3 % vastgesteld. Voor ondernemingen die zichzelf niet bekend maakten of geen medewerking verlenen aan het onderzoek werd een recht van 10,6 % vastgesteld. De producenten waarvan verbintenissen werden aanvaard, werden, wat de invoer van een specifiek type laadbord, het EUR-laadbord, dat het enige type laadbord is dat onder de verbintenissen valt, vrijgesteld van antidumpingrechten.

(2) Artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2334/97 stipuleert dat wanneer een belanghebbende de Commissie met voldoende bewijsmiddelen aantoont dat:

- hij de in artikel 1, lid 1, omschreven goederen gedurende het onderzoektijdvak niet heeft geproduceerd of deze niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd,

- hij niet verbonden is met een producent of exporteur in Polen waarvoor de antidumpingrechten van deze verordening van toepassing zijn,

- hij de betrokken goederen naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd na het verstrijken van het onderzoektijdvak, of een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om een aanzienlijke hoeveelheid van deze producten naar de Gemeenschap uit te voeren,

de verordening kan worden gewijzigd door het antidumpingrecht dat van toepassing is op medewerkende producenten die geen deel uitmaken van de steekproef, ook toe te passen op de belanghebbenden in kwestie, d.w.z. 6,3 %. Producenten/exporteurs die voldoen aan de criteria van artikel 4, lid 1 en derhalve zijn onderworpen aan het gewogen gemiddelde recht van 6,3 % zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2334/97.

(3) Artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2334/97 bepaalt voorts dat belanghebbenden die voldoen aan de in artikel 4, lid 1, vervatte criteria eveneens kunnen worden vrijgesteld van betaling van het antidumpingrecht wanneer een verbintenis in verband met het zogenaamde EUR-laadbord voor de belanghebbende in kwestie is aanvaard. Producenten/exporteurs waarvan een dergelijke verbintenis is aanvaard zijn vermeld op een lijst in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2334/97.

(4) De bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 2334/97 zijn gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 2079/98(3), (EG) nr. 2048/1999(4), (EG) nr. 1521/2000(5) en (EG) nr. 1678/2001(6) van de Raad.

B. AANVAARDING VAN VERBINTENIS

(5) Eén Poolse producent/exporteur, P.P.H. 'Astra' Sp. Z o.o., Nawojowa, waarop het gewogen gemiddelde recht van 6,3 % van toepassing is, heeft tevens een verbintenis aangeboden in verband met het EUR-laadbord die door de Commissie bij Besluit 2002/380/EG(7) werd aanvaard. Deze onderneming dient derhalve te worden toegevoegd aan bijlage II van Verordening (EG) nr. 2334/97.

C. NAKOMING VAN DE VERBINTENISSEN

(6) De zes volgende Poolse producenten/exporteurs, waarvan de Commissie een verbintenis heeft aanvaard, hebben deze geschonden door de in de verbintenis vastgelegde minimumprijs niet in acht te nemen:

- P.W. "Intur-kfs" Sp.zo.o., Inowroclaw (aanvullende Taric-code 8662 ),

- Z.P.H.U. "Miroslaw Przybylek", Klonowa (aanvullende Taric-code 8574 ),

- Import-Export "Elko" Sp.zo.o., Kalisz (aanvullende Taric-code 8532 ),

- "Drewpal" sp.j., Blizanow (aanvullende Taric-code 8534 ),

- "D& M& D" Sp.zo.o., Blizanow (aanvullende Taric-code 8566 ),

- "CMC" Sp.zo.o., Andrychow, Inwald (aanvullende Taric-code 8528 ).

De Commissie deelde deze zes producenten/exporteurs derhalve mede dat zij voornemens is hun naam te schrappen van de lijst van ondernemingen waarvan de verbintenis is aanvaard. De producenten/exporteurs dienden opmerkingen in naar aanleiding van de door de Commissie gesignaleerde overtredingen en konden indien ze dit wensten om een onderhoud vragen. Geen van deze producenten/exporteurs bracht echter argumenten naar voren die de conclusie van een schending van de verbintenissen in twijfel trokken.

(7) Om te voorkomen dat CMC Sp.zo.o.-Andrychow in aanmerking blijft komen voor vrijstelling van de antidumpingrechten door zijn uitvoer gewoonweg via de verbonden onderneming, P.P.H.U. "Zbigniew Marek", Andrychow, uit te voeren, achtte de Commissie het juist haar aanvaarding van de verbintenis van die producent/exporteur in te trekken en definitieve antidumpingrechten in te stellen op:

- P.P.H.U. "Zbigniew Marek", Andrychow (aanvullende Taric-code A113).

(8) Omdat is gebleken dat de verbintenissen zijn geschonden wordt de aanvaarding van deze verbintenissen ingetrokken bij Besluit 2002/380/EG. Dit betekent dat onverwijld definitieve antidumpingrechten moeten worden ingesteld voor de zes in overweging 6 genoemde ondernemingen alsmede voor de in overweging 7 genoemde verbonden onderneming wat betreft hun uitvoer van EUR-laadborden.

D. WIJZIGING VAN BIJLAGE II BIJ VERORDENING (EG) Nr. 2334/97

(9) Gezien het bovenstaande dient bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2334/97 die een lijst omvat van de ondernemingen waarvan een verbintenis werd aanvaard dienovereenkomstig te worden gewijzigd. De producenten/exporteurs die niet langer onderworpen zijn aan verbintenissen worden onderworpen aan het toepasselijke recht van artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2334/97.

(10) Verzoeken om toepassing van deze individuele antidumpingrechten (bijvoorbeeld naar aanleiding van een verandering van de naam van de onderneming of de oprichting van een nieuwe productie- of verkoopfaciliteit) dienen onverwijld te worden gericht aan de Commissie(8) samen met de relevante informatie, met name over eventuele wijzigingen van de activiteiten van de onderneming in verband met de productie, de binnenlandse verkoop en de uitvoer die verband houden met bijvoorbeeld de naamsverandering of de verandering van de productie- en verkoopfaciliteiten. De Commissie zal, na overleg met het Raadgevend Comité, de verordening indien nodig dienovereenkomstig aanpassen door de lijst van ondernemingen die in aanmerking komen voor individuele rechten bij te werken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2334/97 wordt vervangen door de aan deze verordening gehechte bijlage.

Artikel 2

1. Hierbij wordt een definitief antidumpingrecht ingesteld op de invoer van EUR-laadborden vallende onder GN-code ex 4415 20 20 (Taric-code: 4415 20 20*10 ) van oorsprong uit de Republiek Polen die worden uitgevoerd door de volgende ondernemingen:

- P.W. "Intur-kfs" Sp.zo.o., Inowroclaw,

- Z.P.H.U. "Miroslaw Przybylek", Klonowa,

- Import-Export "Elko" Sp.zo.o., Kalisz,

- "Drewpal" sp. j., Blizanow,

- "D& M& D" Sp.zo.o., Blizanow,

- "CMC" Sp.zo.o., Andrychow, Inwald,

- P.P.H.U. "Zbigniew Marek", Andrychow.

2. Het antidumpingrecht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, van EUR-laadborden, is als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 10 juni 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Piqué I Camps

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2).

(2) PB L 324 van 27.11.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1678/2001 (PB L 227 van 23.8.2001, blz. 22).

(3) PB L 266 van 1.10.1998, blz. 1.

(4) PB L 255 van 30.9.1999, blz. 1.

(5) PB L 175 van 14.7.2000, blz. 1.

(6) PB L 227 van 23.8.2001, blz. 22.

(7) PB L 135 van 23.5.2002, blz. 24.

(8) Europese Commissie, Directoraat-generaal voor Handel, TERV 00/13, B-1049 Brussel.

BIJLAGE

"BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Top