Šis dokumentas gautas iš interneto svetainės „EUR-Lex“
Dokumentas 32001D0529
2001/529/EC: Commission Decision of 12 July 2001 making it possible for Member States to extend provisional authorisations granted for the new active substances benzoic acid and BAS 615H (cinidon-ethyl) (Text with EEA relevance) (notified under document number C(2001) 1861)
2001/529/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoëzuur en BAS 615H (cinidonethyl) te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1861)
2001/529/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoëzuur en BAS 615H (cinidonethyl) te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1861)
PB L 191 van 13.7.2001, p. 47—48
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Nebegalioja, Galiojimo pabaigos data: 12/07/2002
2001/529/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoëzuur en BAS 615H (cinidonethyl) te verlengen (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1861)
Publicatieblad Nr. L 191 van 13/07/2001 blz. 0047 - 0048
Beschikking van de Commissie van 12 juli 2001 tot invoering van de mogelijkheid voor de lidstaten om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen benzoëzuur en BAS 615H (cinidonethyl) te verlengen (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 1861) (Voor de EER relevante tekst) (2001/529/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/36/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) In Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen) is bepaald dat een communautaire lijst van voor gebruik in gewasbeschermingsmiddelen toegelaten werkzame stoffen moet worden vastgesteld. (2) De aanvrager Menno Chemie Vertriebs-Ges. heeft op 25 mei 1998 bij de autoriteiten van Duitsland een dossier ingediend voor de nieuwe werkzame stof benzoëzuur. (3) De aanvrager BASF PLC heeft op 28 april 1997 bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk een dossier ingediend voor de nieuwe werkzame stof BAS 615H (cinidonethyl). (4) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 98/676/EG(3) bevestigd dat het voor benzoëzuur ingediende dossier wordt geacht in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte desbetreffende voorschriften. (5) Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 3, van de richtlijn heeft de Commissie in haar Beschikking 98/398/EG(4) bevestigd dat het voor BAS 615H (cinidonethyl) ingediende dossier wordt geacht in beginsel te voldoen aan de in bijlage II vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie en, voor één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte desbetreffende voorschriften. (6) Deze bevestiging van gegevens en informatie is nodig om een grondig onderzoek van elk dossier te kunnen laten uitvoeren en om het voor de lidstaten mogelijk te maken gewasbeschermingsmiddelen met deze werkzame stof voorlopig, voor een periode tot drie jaar, toe te laten met inachtneming van de in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde voorwaarden, en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel moeten worden onderworpen aan een grondige beoordeling in het licht van de voorschriften van die richtlijn. (7) Met betrekking tot benzoëzuur worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Duitsland, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 12 december 2000 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan. (8) Met betrekking tot BAS 615H (cinidonethyl) worden de gevolgen voor de volksgezondheid en voor het milieu overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van de richtlijn beoordeeld voor de door de aanvrager voorgestelde gebruiksdoeleinden. Het Verenigd Koninkrijk, dat als rapporterende lidstaat was aangewezen, heeft op 2 november 1998 het betrokken ontwerp-beoordelingsverslag bij de Commissie ingediend. Het ingediende verslag wordt door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité en werkgroepen daarvan. (9) Het zal niet mogelijk zijn de beoordeling van de dossiers binnen drie jaar na de goedkeuring van de bovenbedoelde beschikkingen betreffende de volledigheid af te ronden, aangezien het onderzoek van de dossiers na indiening van het ontwerp-beoordelingsverslag door de respectieve rapporterende lidstaten meer dan drie jaar in beslag heeft genomen. (10) Om ervoor te zorgen dat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet, moet de lidstaten worden toegestaan de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, met twaalf maanden te verlengen overeenkomstig artikel 8 van de richtlijn. Naar verwachting zal voor de beide werkzame stoffen een periode van twaalf maanden volstaan om de beoordeling en besluitvorming met betrekking tot eventuele opneming in bijlage I af te ronden. (11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die benzoëzuur of BAS 615H (cinidonethyl) bevatten, verlengen met ten hoogste twaalf maanden, te rekenen vanaf de datum van bekendmaking van deze beschikking. Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 12 juli 2001. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. (2) PB L 164 van 20.6.2001, blz. 1. (3) PB L 317 van 26.11.1998, blz. 47. (4) PB L 176 van 20.6.1998, blz. 34.