EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0816

2000/816/EG: Beschikking van de Commissie van 27 december 2000 betreffende de niet-opneming van quintozeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4136) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 332 van 28.12.2000, p. 112–113 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/816/oj

32000D0816

2000/816/EG: Beschikking van de Commissie van 27 december 2000 betreffende de niet-opneming van quintozeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4136) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 332 van 28/12/2000 blz. 0112 - 0113


Beschikking van de Commissie

van 27 december 2000

betreffende de niet-opneming van quintozeen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad en de intrekking van de toelating voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 4136)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/816/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/68/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 2, vierde alinea,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(4), en met name op artikel 7, lid 3 bis, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG is bepaald dat de Commissie een werkprogramma moet uitvoeren inzake het onderzoek van de in gewasbeschermingsmiddelen gebruikte werkzame stoffen die op 15 juli 1993 reeds op de markt waren. Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn de bepalingen voor de uitvoering van dit programma vastgesteld.

(2) Bij Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), zijn de werkzame stoffen die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 moeten worden beoordeeld, aangewezen, alsmede de respectieve lidstaten die elk voor de beoordeling van een van de werkzame stoffen als rapporteur moeten optreden, en de producenten van die werkzame stoffen die binnen de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3600/92 gestelde termijn een kennisgeving hebben ingediend.

(3) Quintozeen is een van de 90 in Verordening (EEG) nr. 933/94 aangewezen werkzame stoffen.

(4) Griekenland, de voor quintozeen als rapporteur aangewezen lidstaat, heeft op 1 december 1997 overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92 zijn verslag over de evaluatie van de door de kennisgevers overeenkomstig artikel 6, lid 1, van die verordening verstrekte gegevens bij de Commissie ingediend.

(5) De Commisie heeft, na ontvangst van het verslag van de als rapporteur optredende lidstaat, deskundigen van de lidstaten en de belangrijkste kennisgever (Uniroyal Chemicals) geraadpleegd, zoals bepaald in artikel 7, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.

(6) Het door Griekenland opgestelde evaluatieverslag is door de lidstaten en de Commissie verder onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Het onderzoek is op 13 juli 2000 afgerond met een onderzoekverslag van de Commissie inzake quintozeen overeenkomstig artikel 7, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 3600/92.

(7) De op basis van de verstrekte gegevens gemaakte evaluaties hebben niet aangetoond dat mag worden verwacht dat quintozeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen, met name ten aanzien van de veiligheid van de gebruikers en de consumenten die mogelijk aan quintozeen worden blootgesteld, en ten aanzien van de persistentie van de stof in het milieu en de mogelijke impact ervan op niet-doelsoorten.

(8) De voornaamste kennisgever heeft de Commissie en de als rapporteur aangewezen lidstaat meegedeeld dat hij niet langer wenst deel te nemen aan het werkprogramma voor deze werkzame stof en dat derhalve geen verdere informatie zal worden verstrekt.

(9) Deze werkzame stof kan bijgevolg niet in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden opgenomen.

(10) De geldigheidsduur van eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane respijtperioden voor de verwijdering, de opslag, het op de markt brengen of het gebruik van bestaande voorraden quintozeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen mag niet meer bedragen dan 18 maanden, zodat de bestaande voorraden binnen één extra groeiseizoen kunnen worden opgebruikt.

(11) Deze beschikking laat onverlet eventuele latere acties van de Commissie met betrekking tot deze werkzame stof in het kader van Richtlijn 79/117/EEG van de Raad(7).

(12) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Quintozeen wordt niet als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen.

Artikel 2

De lidstaten zorgen ervoor dat:

1. toelatingen van quintozeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen uiterlijk zes maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking worden ingetrokken;

2. met ingang van de datum van vaststelling van deze beschikking geen quintozeen bevattende gewasbeschermingsmiddelen meer worden toegelaten en geen toelatingen voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen meer worden vernieuwd op grond van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde afwijkingsbepalingen.

Artikel 3

Eventuele door de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG toegestane respijtperioden moeten zo kort mogelijk duren, en in geen geval tot later dan 18 maanden na de datum van vaststelling van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 december 2000.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 276 van 28.10.2000, blz. 41.

(3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(4) PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27.

(5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

(6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

(7) PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36.

Top