EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0638

2000/638/EG: Beschikking van de Commissie van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-SOLAS-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2719) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 269 van 21.10.2000, p. 52–53 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 03/09/2004; opgeheven door 32004D0071

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/638/oj

32000D0638

2000/638/EG: Beschikking van de Commissie van 22 september 2000 over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-SOLAS-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2719) (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 269 van 21/10/2000 blz. 0052 - 0053


Beschikking van de Commissie

van 22 september 2000

over de toepassing van artikel 3, lid 3, onder e), van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad op radioapparatuur die bestemd is om op niet-SOLAS-zeeschepen te worden geïnstalleerd voor deelname aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem en die niet onder Richtlijn 96/98/EG van de Raad inzake uitrusting van zeeschepen valt

(kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 2719)

(Voor de EER relevante tekst)

(2000/638/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit(1), en met name op artikel 3, lid 3, onder e),

Gelet op Richtlijn 96/98/EG van de Raad van 20 december 1996 inzake uitrusting van zeeschepen(2), gewijzigd bij Richtlijn 98/85/EG van de Commissie(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Een aantal lidstaten heeft gemeenschappelijke veiligheidsbeginselen en -regels vastgesteld voor radioapparatuur op niet-SOLAS-zeeschepen of is voornemens dit te doen.

(2) De harmonisatie van de radiodiensten draagt bij tot de veiligheid van niet-SOLAS-zeeschepen, met name in noodgevallen en slechte weersomstandigheden.

(3) In circulaire 803 van de Maritieme Veiligheidscommissie (MSC) over de deelname van niet-SOLAS-schepen aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS) en resolutie MSC.77(69) van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) wordt de regeringen verzocht de richtsnoeren voor de deelname van niet-SOLAS-schepen aan het GMDSS toe te passen en te dien einde bepaalde eisen te stellen aan radioapparatuur die op niet-SOLAS-zeeschepen wordt geïnstalleerd.

(4) Apparatuur die valt onder Richtlijn 96/98/EG, valt niet onder deze beschikking daar zij buiten het bereik van Richtlijn 1999/5/EG valt.

(5) In de ITU-radioreglementen worden bepaalde frequenties gespecificeerd die voor het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem bestemd zijn.

(6) Alle radioapparatuur die ervoor bestemd is om in noodsituaties te worden gebruikt, moet verenigbaar zijn met deze frequenties en garanties bieden voor een correcte werking in noodsituaties.

(7) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor overeenstemmingsbeoordeling en markttoezicht inzake telecommunicatie (TCAM),

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op radioapparatuur die wordt gebruikt in:

i) de maritieme mobiele dienst, zoals gedefinieerd in artikel S1.28 van de ITU-radioreglementen, of

ii) de maritieme mobiele satellietdienst, zoals gedefinieerd in artikel S1.29 van de ITU-radioreglementen,

en die ervoor bestemd is om te worden geïnstalleerd op zeeschepen die niet vallen onder hoofdstuk IV van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS), 1974, zoals gewijzigd in 1988 (niet-SOLAS-vaartuigen),

en die ervoor bestemd is om deel te nemen aan het wereldwijde maritieme nood- en veiligheidssysteem (GMDSS), zoals vastgesteld in hoofdstuk IV van het SOLAS-verdrag.

Artikel 2

De onder artikel 1 vallende radioapparatuur moet zodaning zijn ontworpen dat een correcte werking in een mariene omgeving is gegarandeerd, dat in noodsituaties aan alle operationele vereisten van het GMDSS is voldaan, dat de communicatie duidelijk en degelijk is en dat de analoge of digitale verbinding betrouwbaar is.

Artikel 3

De vereisten van artikel 2 zijn van toepassing vanaf de datum van bekendmaking van deze beschikking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 september 2000.

Voor de Commissie

Erkki Liikanen

Lid van de Commissie

(1) PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10.

(2) PB L 46 van 17.2.1997, blz. 25.

(3) PB L 315 van 25.11.1998, blz. 14.

Top