EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0057

2000/57/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1999 betreffende het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen ter voorkoming en beheersing van overdraagbare ziekten overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4016)

PB L 21 van 26.1.2000, p. 32–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 06/03/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/57(1)/oj

32000D0057

2000/57/EG: Beschikking van de Commissie van 22 december 1999 betreffende het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen ter voorkoming en beheersing van overdraagbare ziekten overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4016)

Publicatieblad Nr. L 021 van 26/01/2000 blz. 0032 - 0035


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 december 1999

betreffende het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen ter voorkoming en beheersing van overdraagbare ziekten overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 4016)

(2000/57/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 1998 tot oprichting van een netwerk voor epidemiologische surveillance en beheersing van overdraagbare ziekten in de Europese Gemeenschap(1), inzonderheid op de artikelen 1 en 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig Beschikking nr. 2119/98/EG moet een netwerk dat de gehele Gemeenschap bestrijkt worden ingevoerd, ter bevordering van de samenwerking en de coördinatie tussen de lidstaten, met bijstand van de Commissie, ter verbetering van de preventie en de beheersing in de Gemeenschap van de in de bijlage bij die beschikking genoemde categorieën overdraagbare ziekten. Dit netwerk moet worden gebruikt voor de epidemiologische surveillance van die ziekten en voor de invoering van een systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen.

(2) De ziekten en speciale gezondheidsvraagstukken die door het communautaire systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen zullen worden bestreken, dienen een weerspiegeling te zijn van de huidige behoeften in de Gemeenschap en in het bijzonder van de toegevoegde waarde van maatregelen door de Gemeenschap.

(3) Het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen moet de door de in elke lidstaat voor de volksgezondheid bevoegde instanties gemelde gevallen of de door de overeenkomstig artikel 4 van Beschikking nr. 2119/98/EG verzamelde gegevens bevestigde gevallen behandelen.

(4) Het communautaire netwerk dient daarom voor het eigen functioneren in eerste instantie gebruik te maken van EUPHIN-HSSCD (Health Surveillance System for Communicable Diseases binnen het European Public Health Information Network), dat uit drie elementen bestaat:

a) een systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen voor het melden van gespecificeerde gevaren voor de bevolking door de autoriteiten die in elke lidstaat voor de volksgezondheid bevoegd zijn en die belast zijn met het vaststellen van de maatregelen die ter bescherming van de volksgezondheid noodzakelijk kunnen zijn;

b) uitwisseling van voor de volksgezondheid relevante informatie tussen erkende structuren en instanties van de lidstaten;

c) specifieke netwerken voor ziekten die door de erkende structuren en instanties voor epidemiologische surveillance van de lidstaten zijn geselecteerd.

(5) De ontwikkeling van nieuwe nuttige technologieën moet regelmatig worden gevolgd en bij de verbetering van EUPHIN-HSSCD moet met deze ontwikkeling rekening worden gehouden.

(6) De in de onderhavige beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 7 van Beschikking nr. 2119/98/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

1. Het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen van het communautaire netwerk is beperkt tot de in bijlage I beschreven gevallen, hierna "gevallen" genoemd, of indicaties voor zulke gevallen die alleen of in combinatie met vergelijkbare gevallen, een gevaar voor de volksgezondheid opleveren of kunnen opleveren.

2. De structuren en/of instanties van elke lidstaat zorgen voor de inzameling en uitwisseling van alle nodige informatie over deze gevallen, zoals door gebruik van het nationale surveillancesysteem, de epidemiologische surveillancecomponent van het communautaire netwerk of van elk ander communautair systeem voor de inzameling van informatie.

Artikel 2

1. De procedures voor de uitwisseling van informatie die op een geval wijst, worden in bijlage II, punt 1 (niveau 1: uitwisseling van informatie), beschreven.

2. De te volgen procedures wanneer een geval een potentieel gevaar voor de volksgezondheid oplevert of wanneer een geval een definitief gevaar voor de volksgezondheid oplevert, worden in bijlage II, punt 2 (niveau 2: potentieel gevaar) en punt 3 (niveau 3: bevestigd gevaar), beschreven.

3. De procedures voor de aan de bevolking en de betrokken beroepsgroepen te geven informatie worden in bijlage II, punt 4, beschreven.

Artikel 3

1. Elk jaar leggen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten de Commissie uiterlijk op 31 maart een gedetailleerd verslag voor over de gevallen en de gevolgde procedures in het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen. Daarnaast mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten tijdig verslag uitbrengen over specifieke gebeurtenissen met een bijzonder belang.

2. De Commissie onderzoekt op de grondslag van deze verslagen in een jaarverslag de werking van het systeem en stelt zo nodig wijzigingen voor.

Artikel 4

Deze beschikking wordt op 1 januari 2000 van kracht.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 22 december 1999.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie

(1) PB L 268 van 3.10.1998, blz. 1.

BIJLAGE I

Gevallen die binnen het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen dienen te worden gemeld

1. Uitbraken van overdraagbare ziekten waarbij meer dan één lidstaat van de Gemeenschap betrokken is.

2. Clusters van soortgelijke ziektegevallen in plaats of tijd, wanneer deze mogelijk veroorzaakt zijn door pathogene agentia en er een risico is van overdracht tussen de lidstaten van de Gemeenschap.

3. Clusters van soortgelijke ziektegevallen in plaats of tijd buiten de Gemeenschap, wanneer deze mogelijk veroorzaakt zijn door pathogene agentia en er een risico is van overdracht naar de Gemeenschap.

4. Het voor het eerst of opnieuw opduiken van een overdraagbare ziekte of een overdraagbare agens die tijdige, gecoördineerde communautaire maatregelen vereist teneinde onder controle te worden gebracht.

BIJLAGE II

Procedures voor informatie, overleg en samenwerking in het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen

1. Activeringsniveau 1: uitwisseling van informatie

(1) Indien op basis van informatie uit een of meer lidstaten, of uit andere erkende bronnen, het vermoeden ontstaat van het bestaan van een geval, stelt de bevoegde autoriteit die in elke lidstaat verantwoordelijk is voor het vaststellen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid, via het netwerk, de collega's in de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de omstandigheden en de achtergrond. Daarop bepalen de bevoegde autoriteiten in de betrokken lidstaten of zij maatregelen door de andere lidstaten, of op communautair vlak met ondersteuning door de Commissie, nodig achten.

(2) De Commissie en de betrokken lidstaten zorgen voor permanente, wederzijdse en snelle uitwisseling van de informatie die zij ontvangen en houden de andere lidstaten op de hoogte.

(3) De in de betrokken lidstaat of lidstaten verantwoordelijke autoriteiten beoordelen, samen met de structuren en/of instanties, onverwijld de verzamelde informatie teneinde vast te stellen of zich een geval voordoet dat een gevaar voor de volksgezondheid oplevert.

(4) De Commissie kan een buitengewone vergadering van het netwerkcomité of de door het comité voorgestelde gedelegeerden beleggen teneinde de doorzichtigheid en doeltreffendheid van elke eventuele actie te garanderen.

2. Activeringsniveau 2: potentieel gevaar

Wanneer de informatie over een geval of de indicaties voor een geval op een potentieel gevaar voor de volksgezondheid duiden, stellen de autoriteiten die in de betrokken lidstaat of lidstaten voor de volksgezondheid bevoegd zijn hun collega's in de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de aard en de omvang van het potentiële gevaar en de maatregelen die zij zelf of samen met andere betrokken lidstaten, de Commissie of andere partijen voornemens zijn te treffen.

2.1. Verificatie en evaluatie

De voor de volksgezondheid bevoegde autoriteiten in de betrokken lidstaat of lidstaten evalueren, samen met de structuren en/of instanties, onverwijld de verzamelde informatie teneinde vast te stellen of het gaat om een geval dat een gevaar voor de volksgezondheid oplevert.

Epidemiologische expertise, laboratoria, klinische en andere expertise dienen voorhanden te zijn met het oog op technische bijstand voor elk verder onderzoek in de lidstaten. De Gemeenschap of individuele lidstaten kunnen deze op verzoek van de betrokken lidstaat ter beschikking stellen.

De Commissie verleent bijstand voor de coördinatie van de voorzorgsmaatregelen met het oog op de voorbereiding op een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid.

De Commissie kan een buitengewone vergadering van het netwerkcomité of van door het comité voorgestelde gedelegeerden beleggen om de nodige actie te coördineren.

2.2. Deactivering

Wanneer de uiteindelijke risico-evaluatie tot de conclusie komt dat er geen gevaar voor de volksgezondheid is ontstaan en er geen verdere maatregelen of slechts plaatselijke maatregelen nodig zijn, stellen de voor de volksgezondheid verantwoordelijke structuren en instanties in elke betrokken lidstaat onverwijld de andere lidstaten en de Commissie in kennis van de aard en de reikwijdte van de maatregelen die zij hebben getroffen of voornemens zijn te treffen.

Wanneer de andere lidstaten of de Commissie binnen drie dragen geen bezwaar maken, is er voor het systeem voor vroegtijdige waarschuwing en maatregelen geen andere actie vereist.

3. Activeringsniveau 3: bevestigd gevaar

Wanneer een geval leidt tot een gevaar voor de volksgezondheid, stellen de voor de volksgezondheid bevoegde autoriteiten in de betrokken lidstaat of lidstaten onverwijld hun collega's in de andere lidstaten en de Commissie in kennis van de aard en de reikwijdte van het potentiële gevaar en de maatregelen die zij, alleen of samen met de andere betrokken lidstaten, de Commissie en andere partijen, voornemens zijn te treffen.

3.1. Coördinatie van maatregelen

De voor de volksgezondheid bevoegde stucturen en instanties in de betrokken lidstaat of lidstaten stellen de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de vooruitgang en de resultaten van de maatregelen die werden getroffen.

De lidstaten en de Commissie coördineren de verdere maatregelen die op communautair vlak moeten worden genomen, overeenkomstig de artikelen 3 en 6 van Beschikking 2119/98/EG.

De Commissie ondersteunt de coördinatie-inspanningen van de lidstaten gericht op de bestrijding van het gevaar voor de volksgezondheid en de bescherming van de bevolking.

De Commissie kan een buitengewone vergadering van het netwerkcomité of van door het comité voorgestelde gedelegeerden beleggen om de actie te coördineren.

3.2. Deactivering

Het systeem wordt gedeactiveerd na een akkoord door de betrokken lidstaten, die andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis stellen.

4. Kennisgeving aan de bevolking en de betrokken beroepsgroepen

Indien zich een geval voordoet, geven de lidstaten onverwijld geschikt informatiemateriaal aan de betrokken beroepsgroepen en de bevolking, en stellen zij hen van de genomen maatregelen in kennis.

De Commissie en de lidstaten stellen de betrokken beroepsgroepen en de bevolking in kennis van de op communautair vlak overeengekomen instructies en delen hen onverwijld de opheffing ervan mee, zodra het gevaar voorbij is.

Top