Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993D0023

    93/23/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma)

    PB L 16 van 25.1.1993, p. 13–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1993/23/oj

    31993D0023

    93/23/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma)

    Publicatieblad Nr. L 016 van 25/01/1993 blz. 0013 - 0017
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 48 blz. 0029
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 48 blz. 0029


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 11 december 1992 houdende uitvoeringsbepalingen van Beschikking 91/341/EEG van de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma)

    (93/23/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gezien Beschikking 91/341/EEG van de Raad van 20 juni 1991 tot vaststelling van een communautair actieprogramma voor de beroepsopleiding van douaneambtenaren (Matthaeus-programma) (1), (hierna "Beschikking Matthaeus" genoemd), inzonderheid artikel 9,

    Overwegende dat uitvoeringsbepalingen dienen te worden vastgesteld voor de in artikel 4, leden a) en b), van deze beschikking bedoelde uitwisseling van ambtenaren tussen nationale overheidsdiensten en opleidingsseminaries;

    Overwegende dat de organisatie van het uitwisselingsprogramma aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om ervoor te zorgen dat het zo doelmatig mogelijk is en dat de doeleinden van het Matthaeus-programma worden bereikt;

    Overwegende dat derhalve moet worden vastgesteld welke ambtenaren aan dit uitwisselingsprogramma kunnen deelnemen en hoe lang elke uitwisseling zal duren;

    Overwegende dat dit uitwisselingsprogramma moet worden voorbereid en georganiseerd en dat het verloop ervan moet worden gevolgd, waarbij de rol van de Lid-Staten enerzijds en de Commissie anderzijds moet worden vastgesteld;

    Overwegende dat de maatregelen moeten worden geëvalueerd die de Lid-Staten hebben genomen om hun ambtenaren een taalopleiding te geven waardoor ze aan de uitwisseling kunnen deelnemen;

    Overwegende dat het vaststellen van deze uitvoeringsbepalingen noodzakelijk is voor het welslagen van de uitwisseling van ambtenaren tussen de nationale overheidsdiensten en dientengevolge van het Matthaeus-programma;

    Overwegende dat voor de seminaries jaarprogramma's moeten worden opgesteld aan de hand waarvan deze over een geheel jaar kunnen worden georganiseerd;

    Overwegende dat het voor de materiële organisatie noodzakelijk is financiële regels vast te stellen voor het overmaken van middelen tussen de Commissie en de Lid-Staten, zowel ten behoeve van de ambtenarenuitwisselingen als van de seminaries;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het in artikel 9 van de Beschikking Matthaeus bedoelde Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    In deze beschikking worden een aantal bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de Beschikking Matthaeus, en wel ten aanzien van:

    - de organisatie van de ambtenarenuitwisselingen;

    - de organisatie van de seminaries;

    - de betaling van de kosten van deze uitwisselingen en seminaries door de Commissie.

    Artikel 2

    Elke nationale douaneadministratie benoemt een cooerdinator voor het Matthaeus-programma (hierna "nationale cooerdinator" genoemd) die verantwoordelijk is voor alle activiteiten in het kader van dit programma, en met name de praktische uitvoering van de uitwisseling van ambtenaren tussen de Lid-Staten en de organisatie van de seminaries.

    Artikel 3

    Op het niveau van de Gemeenschap is de Commissie belast met de cooerdinatie van alle activiteiten in het kader van het Matthaeus-programma in samenwerking met de nationale cooerdinatoren.

    TITEL I UITWISSELING VAN AMBTENAREN Hoofdstuk I Uit te wisselen ambtenaren

    Artikel 4

    In bijlage I, punt 1, van de Beschikking Matthaeus wordt verstaan onder met de toepassing van het communautaire recht belaste ambtenaren, alle ambtenaren die hun functies in douaneadministraties van de Lid-Staten uitoefenen en de ambtenaren die het douanerecht in de centrale en regionale diensten toepassen.

    Artikel 5

    De in bijlage I, punt 3, tweede alinea, van de Beschikking Matthaeus bedoelde uitzonderingen kunnen tijdelijk worden toegepast, met name wanneer de ontvangende Lid-Staat in het kader van de uitwisseling een ambtenaar aanvaardt die de taal van dit land niet voldoende beheerst, maar wel een voldoende kennis heeft van een van de voertalen van de Gemeenschap.

    Hoofdstuk II Duur van de uitwisseling

    Artikel 6

    Elke uitwisseling duurt normaal vier weken. Een andere tijdsduur kan in onderling overleg tussen de Commissie en de betrokken Lid-Staten worden vastgesteld.

    Hoofdstuk III Organisatie van het uitwisselingsprogramma

    Artikel 7

    Uiterlijk in de maand september van elk jaar stelt de Commissie het aantal uitwisselingsperioden voor het komende jaar en de begin- en einddata van deze perioden vast alsmede het aantal ambtenaren dat per Lid-Staat en per uitwisselingsperiode zal worden uitgewisseld.

    Artikel 8

    Zes weken voor het begin van elke uitwisselingsperiode, zendt elke nationale cooerdinator na overleg met zijn homologen in de Lid-Staten, de Commissie de lijst toe van ambtenaren die door zijn dienst voor de uitwisseling worden voorgedragen. Bij deze lijst zijn de sollicitatieformulieren gevoegd die deze ambtenaren hebben ingevuld bij het indienen van de aanvraag tot deelname aan de uitwisseling.

    Op deze lijst worden, naast de namen van deelnemers, de landen en kantoren van hun voorkeur vermeld.

    Artikel 9

    Uiterlijk vier weken na zijn terugkeer vult de uitgewisselde ambtenaar een evaluatievragenlijst in die, na door zijn directe chef te zijn ondertekend, aan de nationale cooerdinator wordt gezonden.

    Iedere nationale cooerdinator zendt de Commissie aan het einde van elke kalendermaand de vragenlijsten toe die de uitgewisselde ambtenaren van zijn land hebben ingevuld en die hij in de loop van de maand heeft ontvangen. Hij voegt daarbij eventueel zijn op- of aanmerkingen.

    Hoofdstuk IV Verplichtingen van de Lid-Staten

    Artikel 10

    Elke nationale cooerdinator deelt de Commissie mede wanneer zijn Staat, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de Beschikking Matthaeus, in zijn algemeenheid de draagwijdte beperkt van de machtiging die aan de ambtenaren, die aan de uitwisseling deelnemen, wordt gegeven om de formaliteiten te vervullen ten aanzien van de documenten die hen worden toevertrouwd.

    Artikel 11

    Overeenkomstig punt 6 van bijlage I bij de Beschikking Matthaeus doet elke nationale cooerdinator de Commissie, vóór 31 december van elk jaar, een overzicht toekomen van de taalcursussen die zijn gegeven.

    Dit overzicht bevat met name een evaluatie van het aantal uren dat aan het taalonderricht is besteed en de daaraan verbonden kosten, in nationale valuta, het aantal ambtenaren dat de taalcursussen heeft gevolgd en de betrokken talen.

    TITEL II OPLEIDINGSSEMINARIES

    Artikel 12

    De Commissie stelt in samenwerking met de Lid-Staten het programma van de seminarie op die in de loop van het jaar zullen worden gehouden.

    De Commissie kan tevens rekening houden met voorstellen van het bedrijfsleven en van universitaire kringen.

    In het programma wordt bepaald:

    - de prioriteiten van dat jaar wat de seminaries betreft;

    - de onderwerpen van de seminaries;

    - de plaats waar de seminaries worden gehouden, namelijk bij de Commissie of in de Lid-Staten.

    In dit programma wordt aangegeven of het op grond van de aard van de onderwerpen mogelijk is bijlage II, punt 2, laatste alinea, van de Beschikking Matthaeus toe te passen en wordt het verwachte aantal deelnemers per Lid-Staat opgegeven.

    Het programma wordt aan het begin van elk kalenderjaar aan het Comité voorgelegd.

    TITEL III FINANCIELE BEPALINGEN Hoofdstuk I Uitwisselingsprogramma

    Artikel 13

    De Commissie maakt voor het begin van elke uitwisselingsperiode en uiterlijk één week na ontvangst van de in artikel 8 bedoelde lijst, op de door de Lid-Staten opgegeven rekeningen, een voorschot in ecu over om de kosten van de ambtenaren die aan het uitwisselingsprogramma zullen deelnemen te dekken.

    Zodra dit voorschot is ontvangen, deelt de Lid-Staat dit mede aan de Commissie. Deze mededeling wordt opgesteld volgens het model in bijlage I.

    Artikel 14

    Met het oog op een verrekening met het voorschot, zendt elke Lid-Staat de Commissie uiterlijk één maand na het einde van een uitwisselingsperiode een overzicht van de werkelijk gemaakte kosten, in ecu, op welk overzicht tevens de namen voorkomen van de uitgewisselde ambtenaren.

    Hoofdstuk II Seminaries

    Artikel 15

    Op dezelfde data en onder dezelfde voorwaarden als voor de uitwisseling, stort de Commissie aan de hand van het volgens artikel 12 opgestelde programma, bij wijze van voorschot de bedragen die nodig zijn voor de betaling van de ambtenaren die aan de seminaries zullen deelnemen.

    Zodra dit voorschot is ontvangen, deelt de Lid-Staat dit mede aan de Commissie. Deze mededeling wordt opgesteld volgens het model in bijlage II.

    Artikel 16

    Met het oog op een verrekening met het voorschot, zendt elke Lid-Staat de Commissie uiterlijk één maand na het einde van elke seminarieperiode een overzicht van de werkelijk gemaakte kosten, in ecu, op welk overzicht tevens de namen voorkomen van de ambtenaren die aan het seminarie hebben deelgenomen.

    Hoofdstuk III Gemeenschappelijke bepalingen

    Artikel 17

    Op de in de artikelen 14 en 16 bedoelde overzichten worden de bedragen van de werkelijk gemaakte kosten door de Lid-Staten in ecu omgerekend tegen de koers die in "Info-ecu" is opgegeven, welk blad hen elke maand door de Commissie zal worden toegezonden.

    Artikel 18

    Indien bij de in de artikelen 14 en 16 bedoelde verrekening zou blijken dat de Lid-Staten een te hoog bedrag hebben ontvangen, zal dit bedrag als een voorschot worden beschouwd voor volgende seminaries of een volgende uitwisselingsperiode. In het omgekeerde geval zal de Commissie het benodigde bedrag zo spoedig mogelijk overmaken.

    Indien de Lid-Staten binnen twee maanden na het einde van elke uitwisselings- of elke seminarieperiode niet zijn overgegaan tot de in de artikelen 14 en 16 bedoelde verrekening, kan de Commissie de betaalde voorschotten terugvorderen.

    Artikel 19

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 11 december 1992.

    Voor de Commissie

    Christiane SCRIVENER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 187 van 13. 7. 1991, blz. 41.

    BIJLAGE I

    MATTHAEUS-PROGRAMMA Uitwisselingsperiode nr.

    ONTVANGSTBEWIJS LID-STAAT:

    VERANTWOORDELIJKE INSTANTIE:

    ADRES:

    TELEFOON: TELEFAX:

    NAAM VAN DE BEHEERDER VAN DE MATTHAEUS-KREDIETEN:

    HOEDANIGHEID/FUNCTIE:

    Verklaart te hebben ontvangen op rekening nr.

    bij bank

    gevestigd te

    het bedrag van ecu, bij wijze van voorschot voor de kosten die door zijn administratie zullen worden gemaakt voor de uitwisselingsperiode.

    Te , op 19 . . .

    (Handtekening)

    Zodra het voorschot is ontvangen toe te zenden aan:

    Het Hoofd van de Afdeling - XXI/A/4

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Wetstraat 200

    B-1049 Brussel

    BIJLAGE II

    MATTHAEUS-PROGRAMMA Uitwisselingsperiode Nr.

    Seminaries 1993

    ONTVANGSTBEWIJS LID-STAAT:

    VERANTWOORDELIJKE INSTANTIE:

    ADRES:

    TELEFOON: TELEFAX:

    NAAM VAN DE BEHEERDER VAN DE MATTHAEUS-KREDIETEN:

    HOEDANIGHEID/FUNCTIE:

    Verklaart te hebben ontvangen op rekening nr.

    bij bank

    gevestigd te

    het bedrag van ecu, bij wijze van voorschot voor de kosten die door zijn dienst zullen worden gemaakt voor de deelname van zijn ambtenaren aan de Matthaeus-seminaries.

    Te , op 19 . . .

    (Handtekening)

    Zodra het voorschot is ontvangen toe te zenden aan:

    Het Hoofd van de Afdeling - XXI/A/4

    Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Wetstraat 200

    B-1049 Brussel

    Top