Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980R1238

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 1238/80 van de Raad van 13 mei 1980 tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    PB L 127 van 22.5.1980, p. 4–6 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1980/1238/oj

    31980R1238

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 1238/80 van de Raad van 13 mei 1980 tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    Publicatieblad Nr. L 127 van 22/05/1980 blz. 0004 - 0006
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 2 blz. 0118
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 01 Deel 2 blz. 0150
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 2 blz. 0118
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0168
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0168


    VERORDENING (EEG, EURATOM, EGKS) Nr. 1238/80 VAN DE RAAD van 13 mei 1980 tot wijziging van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (1), inzonderheid op artikel 13,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat het tot de bevoegdheden van de Raad behoort om met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, vastgesteld bij Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 (2), te wijzigen;

    Overwegende dat het in het licht van de Verordeningen (Euratom, EGKS, EEG) nr. 912/78 (3) en (Euratom, EGKS, EEG) nr. 3085/78 (4) tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, wenselijk is enige bepalingen te wijzigen van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76;

    Overwegende dat de bepalingen die betrekking hebben op de wisselkoersen en de aanpassingscoëfficiënten bij voorrang dienen te worden behandeld ten einde latere distorsies te voorkomen;

    Overwegende dat tevens een aantal bepalingen van de regeling dienen te worden gewijzigd, met name die welke betrekking hebben op bezoldiging, tucht, duur van de proeftijd, moederschapsverlof, reisdagen en reiskosten, ten einde ze in overeenstemming te brengen met die welke gelden voor de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden wordt gewijzigd als aangegeven in onderstaande artikelen.

    Artikel 2

    Aan artikel 17, laatste alinea, worden de volgende woorden toegevoegd:

    "of de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften".

    Artikel 3

    Aan artikel 20 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "De beambte die door de Directeur van de Stichting belast is met het geven van lessen in het kader van de in de derde alinea bedoelde bij en nascholing, kan in aanmerking komen voor een vergoeding onder de in artikel 9 bis van bijlage IV vastgestelde voorwaarden.".

    Artikel 4

    Aan artikel 25 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "Wanneer de beambte tijdens zijn proeftijd wegens ziekte of ongeval gedurende ten minste één maand verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten, kan het tot het sluiten van de arbeidsovereenkomst bevoegde gezag de proeftijd met een overeenkomstige periode verlengen.".

    Artikel 5

    In artikel 29 worden de woorden "acht weken" en "veertien weken" respectievelijk vervangen door de woorden "tien weken" en "zestien weken".

    Artikel 6

    1. Artikel 39, lid 1, wordt als volgt gelezen:

    "1. Bij geboorte van een kind van een beambte wordt een toelage ten bedrage van 8 000 Bfr. uitgekeerd aan de persoon die daadwerkelijk voor dit kind zorg draagt.

    Dezelfde toelage wordt uitgekeerd aan de beambte die een kind adopteert dat ten hoogste vijf jaar oud is en te zijnen laste komt in de zin van artikel 7, lid 2, van bijlage IV.

    Dit bedrag komt overeen met het bedrag dat wordt genoemd in artikel 74, lid 1, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en wordt bij wijziging van laatstbedoeld bedrag automatisch daarmee in overeenstemming gebracht.". (1)PB nr. L 139 van 30.5.1975, blz. 1. (2)PB nr. L 214 van 6.8.1976, blz. 24. (3)PB nr. L 119 van 3.5.1978, blz. 1. (4)PB nr. L 369 van 28.12.1978, blz. 6.

    2. Artikel 39, lid 3, wordt als volgt gelezen:

    "3. Degene die een geboortetoelage ontvangt, is verplicht opgave te doen van uit andere bron voor hetzelfde kind ontvangen soortgelijke toelagen ; deze komen in mindering op de hierboven vermelde toelage. Zijn zowel de vader als de moeder beambten van de Stichting, dan wordt de toelage slechts eenmaal uitbetaald.".

    Artikel 7

    1. In bijlage II, artikel 1, sub a), worden de woorden "een uur vrij" vervangen door de woorden "anderhalf uur vrij" en de woorden "anderhalf uur vrij" door de woorden "twee uur vrij".

    2. In bijlage II, artikel 1, sub b), wordt "0,72 %" vervangen door "0,52 %".

    Artikel 8

    Aan bijlage III, artikel 7, wordt een nieuwe alinea toegevoegd die als volgt luidt:

    "Indien op de beambte het bepaalde in artikel 15, lid 2, derde alinea, van bijlage IV van toepassing is, wordt het aantal reisdagen, berekend naar gelang van de afstand per spoorweg tussen de plaats van herkomst en de standplaats, als volgt vastgesteld: - tot en met 900 kilometer : één dag voor de reis heen en terug,

    - boven de 900 kilometer : twee dagen voor de reis heen en terug.".

    Artikel 9

    1. Artikel 2 van bijlage IV wordt als volgt gelezen:

    "Artikel 2

    De bezoldiging van de beambte wordt uitgedrukt in Belgische franken. Zij wordt uitbetaald in de valuta van het land waar de beambte zijn functie uitoefent.

    De in een andere valuta dan de Belgische frank uitbetaalde bezoldiging wordt berekend op basis van de wisselkoersen die krachtens artikel 63 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen van toepassing zijn op de bezoldiging.".

    2. In artikel 5 van bijlage IV wordt de zinsnede

    "De Commissie van de Europese Gemeenschappen is gemachtigd om deze aanpassingen toe te passen op de tabel van de basissalarissen alsmede op de bedragen van de gezinstoelagen en toelagen van andere aard.".

    geschrapt.

    3. In artikel 24 van bijlage IV worden de woorden "De in de afdelingen 2 tot en met 4 vermelde bedragen" vervangen door de woorden "De in afdeling 4 vermelde bedragen".

    4. De leden 1, 2 en 3 zijn van toepassing met ingang van 1 april 1979.

    Artikel 10

    In bijlage IV, artikel 6, lid 3, worden de woorden "250 000 Bfr. per jaar" vervangen door "het jaarlijkse basissalaris van een beambte van de rang C 3 in de derde salaristrap, op welk salaris de aanpassingscoëfficiënt is toegepast van het land waar de echtgenoot zijn beroep uitoefent".

    Artikel 11

    In bijlage IV, artikel 8, derde alinea, wordt het eerste streepje als volgt gelezen:

    "- de beambte wiens standplaats ten minste 50 km verwijderd is: - hetzij van een Europese School,

    - hetzij van een onderwijsinstelling waar onderricht in zijn taal wordt gegeven en waar het kind om deugdelijk gemotiveerde dwingende pedagogische redenen onderwijs volgt;".

    Artikel 12

    In bijlage IV wordt de volgende afdeling ingevoegd:

    "Afdeling 2 bis

    ONDERWIJSVERGOEDING

    Artikel 9 bis

    De beambte die door de Directeur van de Stichting belast is met het geven van lessen in het kader van de in artikel 20, derde alinea, van de regeling bedoelde bij- en nascholing, kan in aanmerking komen voor een vergoeding van 0,45 % van het maandelijks basissalaris voor elk lesuur dat buiten de normale werkuren wordt gegeven.

    De vergoeding wordt uitbetaald met de bezoldiging welke betrekking heeft op een van de maanden die volgen op die waarin de lessen zijn gegeven.".

    Artikel 13

    1. In bijlage IV, artikel 10, sub a), eerste streepje, komen de woorden "in Europa" te vervallen.

    2. Aan artikel 10 van bijlage IV worden de volgende leden toegevoegd:

    "2. De beambte die niet de nationaliteit bezit van de Staat op welks grondgebied zijn standplaats is gelegen en deze nationaliteit ook nooit bezeten heeft, doch niet voldoet aan de in lid 1 genoemde voorwaarden, heeft recht op een toelage voor verblijf in het buitenland gelijk aan een vierde van de ontheemdingstoelage.

    3. Voor de toepassing van de leden 1 en 2 wordt de beambte die door huwelijk automatisch en zonder mogelijkheid tot verwerping de nationaliteit heeft verkregen van de Staat op welks grondgebied zijn standplaats is gelegen, gelijkgesteld met de beambte als bedoeld in lid 1, sub a), eerste streepje.".

    3. De huidige tekst van artikel 10 van bijlage IV wordt lid 1.

    Artikel 14

    In bijlage IV, artikel 15, lid 2, wordt volgende tekst ingevoegd tussen de eerste en de tweede zin:

    "Voor een reis over een afstand heen en terug van 800 km of meer geschiedt de uitkering echter ook voor beambten van de categorieën C en D op de grondslag van het tarief eerste klasse.

    Wanneer de afstand per spoorweg tussen de standplaats en de plaats van herkomst meer bedraagt dan 500 km en in de gevallen waarin de gebruikelijke reisroute een traject over zee omvat, heeft de betrokkene na overlegging van de plaatsbewijzen recht op vergoeding van de reiskosten per vliegtuig in die klasse welke zich onmiddellijk bevindt onder de luxe of eerste klasse.".

    Artikel 15

    In bijlage IV, artikel 19, lid 2, eerste alinea, worden na het woord "onmiddellijk" de woorden "op de luxeklasse of" ingevoegd.

    Artikel 16

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 13 mei 1980.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    A. BISAGLIA

    Top