Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980L0392

    Richtlijn 80/392/EEG van de Raad van 18 maart 1980 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

    PB L 100 van 17.4.1980, p. 32–34 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/07/2000

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1980/392/oj

    31980L0392

    Richtlijn 80/392/EEG van de Raad van 18 maart 1980 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen

    Publicatieblad Nr. L 100 van 17/04/1980 blz. 0032 - 0034
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0117
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0224
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0224
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0018
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0018


    RICHTLIJN VAN DE RAAD van 18 maart 1980 tot wijziging van Richtlijn 77/93/EEG betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen (80/392/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 43 en 100,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

    Overwegende dat de Raad bij Richtlijn 77/93/EEG (2) de beschermende maatregelen heeft vastgesteld tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de Lid-Staten van voor planten of voor plantaardige produkten schadelijke organismen;

    Overwegende dat, gezien de ontwikkeling die sedert de vaststelling ervan heeft plaatsgevonden, deze richtlijn om de onderstaande redenen dient te worden gewijzigd;

    Overwegende dat het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten van 6 december 1951, niettegenstaande de aanbevelingen in het kader van de raadplegingen van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) in 1976 en 1979, niet in die zin is gewijzigd dat de in de richtlijn vastgestelde modellen van certificaten konden worden gebruikt ; dat het in de huidige tekst van genoemd verdrag vastgestelde model van certificaat bijgevolg gedurende een overgangsperiode moet kunnen worden gebruikt;

    Overwegende dat voor zaaizaad op communautair niveau de maatregelen moeten worden vastgesteld om te bereiken dat de in de richtlijn vastgestelde eisen worden nageleefd ; dat de hiervoor vastgestelde termijn te kort is gebleken en derhalve moet worden verlengd;

    Overwegende dat voor de invoer van planten of plantaardige produkten van herkomst uit derde landen de diensten welke in die landen verantwoordelijk zijn voor de afgifte van certificaten in principe de diensten moeten zijn die ook in het kader van het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten hiertoe bevoegd zijn ; dat het dienstig kan zijn een lijst van die diensten op te stellen;

    Overwegende dat de bij de richtlijn voor rondhout van eik vastgestelde maatregelen om te voorkomen dat de verwelkingsziekte bij eik (Ceratocystis fagacearum) in de Gemeenschap wordt binnengebracht, enerzijds ontoereikend en anderzijds onnodig stringent zijn gebleken ; dat voor een doelmatige bescherming de basis moet worden gelegd voor de uitbreiding van de maatregelen tot zaaghout van eik ; dat voorts de Lid-Staten de mogelijkheid moeten hebben om, onder bepaalde op voorhand op communautair niveau vastgestelde voorwaarden, afwijkingen toe te staan van de algemene eisen betreffende de verwelkingsziekte bij eik en soortgelijke gevallen;

    Overwegende dat het verder dienstig is sommige bepalingen van de richtlijn nauwkeuriger te formuleren;

    Overwegende dat, om met bestaande moeilijkheden rekening te houden, de datum van tenuitvoerlegging van de richtlijn door de Lid-Staten dient te worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 77/93/EEG wordt als volgt gewijzigd: 1. artikel 2, lid 2, wordt als volgt gelezen:

    "2. Tenzij in deze richtlijn andersluidende specifieke bepalingen zijn vastgesteld, geldt zij slechts voor hout voor zover dit, geheel of gedeeltelijk, zijn natuurlijke ronde oppervlak, met of zonder schors, heeft behouden.";

    2. de volgende zin wordt toegevoegd aan artikel 5, lid 1:

    "De in bijlage IV, deel A, punten 1 tot en met 5 genoemde plantaardige produkten mogen slechts dan op hun grondgebied worden binnengebracht indien zij vergezeld gaan van een officieel certificaat dat het land van oorsprong van deze produkten aanduidt.";

    3. artikel 5, lid 2, sub c), wordt geschrapt; (1)PB nr. C 289 van 19.11.1979, blz. 42. (2)PB nr. L 26 van 31.1.1977, blz. 20.

    4. in de Deense versie van artikel 6, lid 3, wordt het woord "indføres" vervangen door "føres ind";

    5. in artikel 7, lid 1, eerste zin, worden na de woorden "in artikel 6" de woorden "de leden 1 en 2" toegevoegd;

    6. aan artikel 7, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "In afwijking van lid 1 stemt het gezondheidscertificaat gedurende een overgangsperiode overeen met het model dat is opgenomen in de bijlage bij het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten van 6 december 1951 in zijn oorspronkelijke versie. De duur van bovenbedoelde periode wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 16.";

    7. in artikel 7, lid 3, worden de woorden "voordat de in artikel 20, lid 1, sub b), bedoelde periode verstrijkt" vervangen door de woorden "uiterlijk op 31 december 1980";

    8. aan artikel 8, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "De niet opgebruikte voorraden van certificaten die overeenstemmen met een model dat vroeger bij herverzending werd gebruikt, mogen tot en met 31 december 1980 worden gebruikt.";

    9. artikel 9, lid 1, wordt als volgt gelezen:

    "1. Onverminderd de artikelen 7 en 8, schrijven de Lid-Staten voor dat de planten, plantaardige produkten of ander materiaal genoemd in bijlage IV, deel A, met uitzondering van punt 1, punt 3, sub b), punt 4, sub b), en de punten 5 en 6, die van oorsprong uit een Lid-Staat of uit een derde land zijn, slechts dan in een andere Lid-Staat mogen worden binnengebracht indien zij vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het model van bijlage VIII, deel A, afgegeven in het land waaruit zij van oorsprong zijn, of van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit certificaat.";

    10. in de Deense versie van artikel 10, lid 1, wordt het woord "indføres" vervangen door "føres ind";

    11. in de Deense versie van artikel 11, lid 1, sub a), worden de woorden "certifikater forelægges" vervangen door "certifikater ikke forelægges";

    12. in de Deense versie van artikel 11, lid 3, laatste zin, wordt het woord "indførslerne" vervangen door "sendingerne";

    13. de inleidende zin van artikel 12, lid 1, sub a), wordt als volgt gelezen:

    "a) dat deze planten, plantaardige produkten of ander materiaal, alsmede hun verpakking, officieel grondig worden onderzocht en wel geheel of aan de hand van een representatief monster en dat zo nodig ook de vervoermiddelen officieel grondig worden onderzocht, ten einde, voor zover dit kan worden geconstateerd, na te gaan:";

    14. aan artikel 12, lid 1, sub b), worden de volgende zinnen toegevoegd:

    "De certificaten worden afgegeven door diensten die daartoe bevoegd zijn in het kader van het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten of - voor landen die geen partij bij dit Verdrag zijn - op grond van de wettelijke bepalingen of voorschriften van het land. Er kunnen volgens de procedure van artikel 16 lijsten worden opgesteld van de diensten die in de verschillende derde landen bevoegd zijn om de certificaten af te geven.";

    15. in de Deense versie van artikel 12, lid 4, wordt het woord "indførsler" vervangen door "sendinger";

    16. in artikel 14, lid 1, sub a), iv) worden de woorden "van de artikelen 5, 10 en 12 wanneer het betreft:" vervangen door "van de artikelen 5 tot en met 10 en 12 wanneer het betreft:";

    17. de Nederlandse versie van artikel 14, lid 1, sub c), ii), wordt als volgt gelezen:

    "ii) van artikel 5, lid 1, en van artikel 12, lid 1, sub a), derde streepje, voor wat de in bijlage IV, deel A, punten 1 en 5, bedoelde eis betreft,";

    18. artikel 14, lid 3, wordt als volgt gelezen:

    "3. Overeenkomstig de procedure van artikel 16 kunnen de Lid-Staten op hun verzoek worden gemachtigd om, voor zover dit niet reeds mogelijk is uit hoofde van lid 1, af te wijken: - van artikel 4, lid 1, voor wat betreft bijlage III, deel A, punt 9, alsmede van artikel 5, lid 1, en artikel 12, lid 1, sub a), derde streepje, voor wat betreft bijlage IV, deel A, punt 24 bis, voor proefnemingen of voor wetenschappelijke doeleinden, alsmede voor selectiewerkzaamheden,

    - van artikel 4, lid 1, voor wat betreft bijlage III, deel A, punten 1 tot en met 8 en punt 10, alsmede van artikel 5, lid 1, en artikel 12, lid 1, sub a), derde streepje, voor wat betreft de in bijlage IV, deel A, punten 2, 3 en 4 bedoelde eisen,

    voor zover op grond van een of meer van de volgende factoren: - de oorsprong van de planten of de plantaardige produkten,

    - een gepaste behandeling,

    - bijzondere voorzorgsmaatregelen met het oog op het gebruik van de planten of de plantaardige produkten,

    is komen vast te staan dat niet behoeft te worden gevreesd voor de verspreiding van schadelijke organismen.";

    19. in de Deense versie van artikel 14, lid 4, worden de woorden "tilfælde, dersom" vervangen door "tilfælde af, at";

    20. in de Deense versie van artikel 19, sub a), worden de woorden "på friske partier frugt" vervangen door "på partier af frisk frugt";

    21. artikel 20, lid 1, wordt als volgt gelezen:

    "1. De Lid-Staten voeren de nodige wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen in om: a) binnen vier jaar na de kennisgeving van deze richtlijn te voldoen aan de in artikel 11, lid 3, bedoelde beperkingen,

    b) uiterlijk op 1 mei 1980 te voldoen aan de overige bepalingen van deze richtlijn.";

    22. in artikel 20 wordt het huidige lid 2 vernummerd tot lid 3, en het volgende lid wordt ingevoegd:

    "2. De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 16 op hun verzoek worden gemachtigd aan sommige bepalingen van deze richtlijn te voldoen op een later tijdstip dan het in lid 1, sub b), vermelde, doch uiterlijk op 1 januari 1981.".

    Artikel 2

    De Lid-Staten voeren de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in om uiterlijk 1 mei 1980 aan deze richtlijn te voldoen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 18 maart 1980.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    A. RUFFINI

    Top