EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22014D0772

2014/772/EU: Besluit van het Gemengd Comité douanesamenwerking opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Regering van de Volksrepubliek China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken van 16 mei 2014 inzake de wederzijdse erkenning van het AEO-programma (Authorised Economic Operators) van de Europese Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises) van de Volksrepubliek China

PB L 315 van 1.11.2014, p. 46–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/772/oj

1.11.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 315/46


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ DOUANESAMENWERKING OPGERICHT BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE REGERING VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA BETREFFENDE SAMENWERKING EN WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND IN DOUANEZAKEN

van 16 mei 2014

inzake de wederzijdse erkenning van het AEO-programma (Authorised Economic Operators) van de Europese Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises) van de Volksrepubliek China

(2014/772/EU)

HET GEMENGD COMITE DOUANESAMENWERKING (hierna „het Gemengd Comité” genoemd),

Gezien de op 8 december 2004 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken (hierna „de overeenkomst” genoemd), en met name artikel 21, lid 2, onder c);

Erkennende dat de Europese Unie (hierna „de Unie” genoemd) en de Volksrepubliek China (hierna „China” genoemd) zich ertoe hebben verbonden hun douanesamenwerking te intensiveren in overeenstemming met het strategische kader voor de douanesamenwerking tussen de Unie en China;

Bevestigende dat de Unie en China zich ertoe hebben verbonden om de handel te vergemakkelijken alsmede vereisten en formaliteiten te vereenvoudigen ten behoeve van een snelle vrijgave en in- en uitklaring van goederen;

Bevestigende dat de veiligheid en de facilitatie van de internationale toeleveringsketen aanzienlijk kunnen worden verbeterd door wederzijdse erkenning van hun respectieve programma's voor geautoriseerde marktdeelnemers (Authorised Economic Oparators Programme) (hierna „AEO” genoemd);

Bevestigende dat de programma's gebaseerd zijn op internationaal erkende veiligheidsnormen zoals voorgestaan door het Safe-Framework of Standards van de Werelddouaneorganisatie (hierna het „Safe-Framework” genoemd);

Overwegende dat het AEO-programma van de Unie en het MCME-programma (Measures on Classified Management of Enterprises — maatregelen voor het systematische beheer van ondernemingen) van China (hierna „de programma's” genoemd), initiatieven zijn op het gebied van veiligheid en naleving en dat uit een gezamenlijke evaluatie is gebleken dat de inzake veiligheid gestelde normen met elkaar verenigbaar zijn en tot gelijkwaardige resultaten leiden;

Overwegende dat wederzijdse erkenning de Unie en China in staat stelt faciliteiten te verlenen aan marktdeelnemers die inspanningen hebben geleverd op het gebied van naleving en veiligheid van de toeleveringsketen en als zodanig gecertificeerd zijn in het kader van hun respectieve programma's;

Gezien de noodzaak om, te dien einde, bepalingen vast te stellen overeenkomstig artikel 17, lid 5, van de overeenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

Dit besluit heeft betrekking op de volgende programma's en entiteiten:

a)

het AEO-programma van de Unie, dat betrekking heeft op het AEO-certificaat veiligheid en het AEO-certificaat douanevereenvoudigingen/veiligheid zoals voorzien in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (1), samen met Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2);

b)

de maatregelen van de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China (GACC) voor het systematische beheer van ondernemingen, vastgesteld bij decreet (GACC) nr. 170, gewijzigd bij decreet (GACC) nr. 197, (hierna „MCME-programma” genoemd), dat betrekking heeft op ondernemingen van klasse-AA; en

c)

marktdeelnemers die houder zijn van een AEO-certificaat in de Unie zoals bedoeld onder a), en ondernemingen met klasse AA-status in het kader van het MCME-programma in China, zoals bedoeld onder b) (hierna „programmadeelnemers” genoemd).

Artikel 2

Wederzijdse erkenning en verantwoordelijkheid voor de uitvoering

1.   De programma's van de Unie en van China worden wederzijds erkend als met elkaar verenigbaar en gelijkwaardig. De overeenkomstig deze programma's toegekende status van programmadeelnemer wordt wederzijds aanvaard.

2.   De in artikel 1, onder b), van de overeenkomst omschreven douaneautoriteiten (hierna „de douaneautoriteiten” genoemd) zijn belast met de uitvoering van dit besluit. Zij nemen maatregelen om dit besluit uit te voeren.

Artikel 3

Verenigbaarheid

1.   De douaneautoriteiten zien toe op de duurzame samenhang tussen de programma's. De in het kader van de programma's toegepaste normen dienen met elkaar verenigbaar te blijven ten aanzien van:

a)

de aanvraagprocedure voor deelname aan het programma;

b)

de beoordeling van de aanvragen? en

c)

de toelating tot deelname aan het programma en het beheer van de deelnemersstatus.

2.   De douaneautoriteiten garanderen dat de programma's aan het Safe-Framework voldoen.

Artikel 4

Voordelen

1.   Elke douaneautoriteit verleent vergelijkbare voordelen aan de programmadeelnemers van de andere douaneautoriteit.

Deze voordelen behelzen onder meer:

a)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer positief wordt meegewogen bij de risicobeoordeling voor het beperken van inspecties of controles en bij andere veiligheidsgerelateerde maatregelen;

b)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer wordt meegewogen om hem als veilige partner aan te merken wanneer de vereisten voor handelspartners worden beoordeeld in het kader van aanvragen voor het eigen programma;

c)

de door de andere douaneautoriteit toegekende status van programmadeelnemer wordt meegewogen om de zendingen waar de programmadeelnemer bij betrokken is, voorrang te verlenen, versneld af te handelen, aan vereenvoudigde formaliteiten te onderwerpen en versneld vrij te geven;

d)

wordt gestreefd naar een gemeenschappelijk bedrijfscontinuïteitsmechanisme om te kunnen inspelen op verstoringen van het handelsverkeer als gevolg van hogere alarmniveaus, grenssluitingen en/of natuurrampen, noodtoestanden of andere belangrijke gebeurtenissen, in het kader waarvan prioritaire ladingen van programmadeelnemers zo soepel en snel mogelijk door de douaneautoriteiten kunnen worden afgehandeld.

2.   Na de in artikel 7, lid 2, bedoelde toetsing kan elke douaneautoriteit verdere faciliteiten verlenen, met inbegrip van processtroomlijning en grotere voorspelbaarheid met betrekking tot de vrijgave van goederen, voor zover dat mogelijk is, in samenwerking met andere overheden.

3.   Elke douaneautoriteit behoudt de bevoegdheid om de op grond van dit besluit verleende voordelen aan deelnemers aan het programma van de andere douaneautoriteit te schorsen. Een dergelijke schorsing van voordelen door een douaneautoriteit wordt met opgave van redenen en onverwijld aan de andere douaneautoriteit meegedeeld met het oog op overleg en een passende evaluatie.

4.   Elke douaneautoriteit meldt de andere douaneautoriteit onregelmatigheden waarbij deelnemers aan het programma van die andere douaneautoriteit betrokken zijn, zodat onmiddellijk kan worden onderzocht of de door de andere douaneautoriteit verleende voordelen en status nog passend zijn.

Artikel 5

Uitwisseling van inlichtingen en communicatie

1.   De douaneautoriteiten intensiveren hun communicatie om dit besluit effectief te kunnen uitvoeren. Zij wisselen inlichtingen uit en bevorderen de communicatie over hun programma's door:

a)

elkaar de gegevens van hun programmadeelnemers te verstrekken, conform lid 4;

b)

elkaar tijdig de laatste gegevens over de werking en ontwikkeling van hun respectieve programma toe te zenden;

c)

inlichtingen over het beleid en de ontwikkelingen op het gebied van de veiligheid van de toeleveringsketen uit te wisselen;

d)

te zorgen voor doeltreffende communicatie tussen het directoraat-generaal Belastingen en douane-unie van de Europese Commissie en de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China (GACC), met het oog op de versterking van risicobeheerpraktijken in verband met de veiligheid van de toeleveringsketen bij de programmadeelnemers.

2.   Artikel 17 van de overeenkomst is van toepassing op elke inlichtingenuitwisseling krachtens dit besluit.

3.   Inlichtingen en daarmee verband houdende gegevens worden op systematische wijze langs elektronische weg uitgewisseld.

4.   De gegevens die over de programmadeelnemers moeten worden uitgewisseld, zijn beperkt tot het volgende:

a)

de naam van de programmadeelnemer;

b)

het adres van de programmadeelnemer;

c)

de status van de programmadeelnemer;

d)

de datum van validering of van certificering;

e)

schorsingen en intrekkingen;

f)

het unieke certificeringsnummer (bijvoorbeeld EORI- of AEO-nummer), en

g)

andere gegevens die gezamenlijk door de douaneautoriteiten kunnen worden bepaald, behoudens, in voorkomend geval, noodzakelijke waarborgen.

Artikel 6

Gegevensverwerking

1.   Alle krachtens dit besluit uitgewisselde inlichtingen, daaronder begrepen persoonsgegevens, worden verkregen, gebruikt en verwerkt uitsluitend door de douaneautoriteiten en met als enig doel de uitvoering van dit besluit.

2.   Alle krachtens dit besluit verstrekte inlichtingen, in welke vorm ook, zijn vertrouwelijk overeenkomstig de regelgeving van elk van de overeenkomstsluitende partijen en vallen onder de geheimhoudingsplicht.

3.   De douaneautoriteiten zorgen ervoor dat de uitgewisselde inlichtingen juist zijn en regelmatig worden bijgewerkt, en dat er gepaste verwijderingsprocedures voorhanden zijn. Indien een douaneautoriteit tot de bevinding komt dat op grond van dit besluit verstrekte inlichtingen moeten worden gewijzigd, stelt de verstrekkende douaneautoriteit de ontvangende douaneautoriteit direct in kennis van dergelijke wijzigingen. De ontvangende douaneautoriteit registreert dergelijke wijzigingen onverwijld nadat deze haar ter kennis zijn gebracht. Inlichtingen mogen niet langer dan nodig is voor de uitvoering van dit besluit, worden verwerkt en bewaard.

4.   Wanneer inlichtingen met persoonsgegevens worden uitgewisseld overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van dit besluit, nemen de douaneautoriteiten ook passende maatregelen om de bescherming, beveiliging, vertrouwelijkheid en integriteit van die gegevens te waarborgen. De douaneautoriteiten zien er met name op toe dat:

a)

er beveiligingswaarborgen zijn (inclusief elektronische waarborgen) die de toegang tot de inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, op een „need-to-know”-basis bewaken en ervoor zorgen dat deze inlichtingen alleen ten behoeve van dit besluit worden gebruikt;

b)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, tegen ongeoorloofde toegang, verspreiding, wijziging, verwijdering of vernietiging worden beschermd, behalve voor zover passend om uitvoering te geven aan lid 3;

c)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, niet aan enige andere partij, enig derde land of internationaal orgaan of enige andere publieke autoriteit van de ontvangende partij worden doorgegeven zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de douaneautoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt. Alle met voorafgaande schriftelijke toestemming doorgegeven inlichtingen worden gebruikt in overeenstemming met de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en met inachtneming van de beperkingen die zijn vastgesteld door de autoriteit die de inlichtingen heeft verstrekt;

d)

inlichtingen die op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, te allen tijde in veilige elektronische en/of papieren opslagsystemen worden opgeslagen. Elke toegang alsmede elke verwerking en elk gebruik van inlichtingen die van de andere douaneautoriteit zijn verkregen, worden geregistreerd of gedocumenteerd.

5.   Met betrekking tot persoonsgegevens die op grond van dit besluit kunnen worden uitgewisseld, kan een programmadeelnemer verzoeken om toegang tot, of rectificatie, afscherming of schrapping van dergelijke hem betreffende gegevens die door een douaneautoriteit worden verwerkt. Elke douaneautoriteit deelt zijn programmadeelnemers mee hoe zij in eerste instantie om toegang tot en rectificatie, afscherming of schrapping van gegevens kunnen verzoeken. De aangezochte douaneautoriteit corrigeert onjuiste of onvolledige gegevens.

6.   Met betrekking tot persoonsgegevens die op grond van dit besluit kunnen worden uitgewisseld, hebben programmadeelnemers het recht op doeltreffend administratief en gerechtelijk verhaal, ongeacht hun nationaliteit en staat van verblijf. In dit verband informeert elke douaneautoriteit de programmadeelnemers ook over de administratieve of gerechtelijke verhaalmogelijkheden.

7.   Op verzoek van de verstrekkende douaneautoriteit worden op grond van dit besluit ontvangen inlichtingen die onjuist of onvolledig zijn of waarvan de verzameling of verdere verwerking in strijd is met dit besluit of de overeenkomst, door de ontvangende douaneautoriteit bijgewerkt, gecorrigeerd, afgeschermd of gewist.

8.   Elke douaneautoriteit stelt de andere douaneautoriteit ervan in kennis als zij vaststelt dat essentiële inlichtingen die zij op grond van dit besluit aan de andere douaneautoriteit heeft verzonden of van de andere douaneautoriteit heeft ontvangen, onjuist, onbetrouwbaar of zeer twijfelachtig zijn. Wanneer een douaneautoriteit tot de bevinding komt dat de inlichtingen die zij op grond van dit besluit van de andere douaneautoriteit heeft ontvangen, onjuist zijn, neemt zij alle maatregelen die zij passend acht, daaronder begrepen het aanvullen, wissen of corrigeren van die inlichtingen, om te voorkomen dat er nog langer ten onrechte gebruik van wordt gemaakt.

9.   De naleving van de bepalingen in dit artikel door elke douaneautoriteit is onderworpen aan het toezicht en de beoordeling door de respectieve desbetreffende autoriteit. Voor de Unie zijn die autoriteiten, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de gegevensbeschermingsautoriteiten van de lidstaten van de Unie, en voor China zijn die autoriteiten de algemene douanediensten van China (GACC)). Die autoriteiten beschikken over doeltreffende bevoegdheden op het gebied van toezicht, onderzoek, interventie en inspectie, en zij zijn gemachtigd om, indien nodig, schendingen van de wet te renvooieren. Zij zorgen ervoor dat klachten over niet-naleving worden ontvangen, onderzocht, beantwoord en een passend gevolg krijgen.

10.   Het Gemengd Comité toetst de verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit besluit. Deze toetsing vindt plaats op verzoek van elk van de douaneautoriteiten, of ten minste om de twee jaar. Elke douaneautoriteit verstrekt de noodzakelijke informatie over de door haar genomen maatregelen voor de handhaving van de naleving, verleent toegang tot de desbetreffende documenten, systemen en het personeel, en beëindigt elke verwerking waarvan blijkt dat deze in strijd is met dit besluit.

Artikel 7

Overleg en toetsing

1.   Alle aangelegenheden in verband met de uitvoering van dit besluit worden geregeld door overleg tussen de douaneautoriteiten in het kader van het Gemengd Comité.

2.   Het Gemengd Comité toetst regelmatig de uitvoering van dit besluit. De toetsing kan met name het volgende omvatten:

a)

gezamenlijke controles om de sterke en zwakke punten bij de toepassing van de wederzijdse erkenning vast te stellen;

b)

de uitwisseling van standpunten over uit te wisselen gegevens en toe te kennen voordelen, met inbegrip van die welke eventueel in de toekomst aan marktdeelnemers moeten worden toegekend overeenkomstig artikel 4, lid 2;

c)

de uitwisseling van standpunten over veiligheidsbepalingen zoals te volgen protocollen gedurende en na een ernstig veiligheidsincident (hervatting van de bedrijfsactiviteiten) of wanneer de omstandigheden rechtvaardigen dat de wederzijdse erkenning wordt geschorst;

d)

onderzoek van de schorsing van de voordelen, als bedoeld in artikel 4, lid 3, van dit besluit;

e)

toetsing van de uitvoering van artikel 6 van dit besluit.

Artikel 8

Aanvang en schorsing

1.   De samenwerking op grond van dit besluit vangt aan bij de ondertekening ervan.

2.   Elke douaneautoriteit kan de samenwerking op grond van dit besluit te allen tijde schorsen, mits zij dit ten minste dertig (30) dagen van tevoren schriftelijk meedeelt.

Gedaan te Peking, 16 mei 2014.

Voor het Gemengd Comité douanesamenwerking EU-China

Voor de Europese Commissie

Algirdas ŠEMETA

Voor de algemene douanediensten van de Volksrepubliek China

YU Guangzhou


(1)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).


Top