This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0035
Case C-35/19: Request for a preliminary ruling from the Tribunal de première instance de Liège (Belgium) lodged on 21 January 2019 — BU v État belge
Zaak C-35/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal de première instance de Liège (België) op 21 januari 2019 — BU / Belgische Staat
Zaak C-35/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal de première instance de Liège (België) op 21 januari 2019 — BU / Belgische Staat
PB C 103 van 18.3.2019, p. 17–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 103/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal de première instance de Liège (België) op 21 januari 2019 — BU / Belgische Staat
(Zaak C-35/19)
(2019/C 103/17)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Tribunal de première instance de Liège
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: BU
Verwerende partij: Belgische Staat
Prejudiciële vraag
Levert artikel 38, § 1, 4o, WIB 92 schending op van artikel 45 en volgende (beginsel van vrij verkeer van werknemers) en artikel 56 en volgende (beginsel van het vrij verrichten van diensten) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, doordat het invaliditeitsuitkeringen enkel fiscaal vrijstelt indien die worden betaald door de Schatkist, dat wil zeggen door de Belgische Staat en krachtens de Belgische wetgeving, waardoor discriminatie ontstaat tussen de in België wonende belastingplichtige die invaliditeitsuitkeringen ontvangt van de Belgische Staat krachtens de Belgische wetgeving, welke uitkeringen zijn vrijgesteld, en de in België wonende belastingplichtige die uitkeringen ter compensatie van een handicap ontvangt van een andere EU-lidstaat, welke uitkeringen niet zijn vrijgesteld?