This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TN0474
Case T-474/18: Action brought on 6 August 2018 — Veit v ECB
Zaak T-474/18: Beroep ingesteld op 6 augustus 2018 — Veit / ECB
Zaak T-474/18: Beroep ingesteld op 6 augustus 2018 — Veit / ECB
PB C 352 van 1.10.2018, p. 41–41
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 352/41 |
Beroep ingesteld op 6 augustus 2018 — Veit / ECB
(Zaak T-474/18)
(2018/C 352/49)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Sebastian Veit (Frankfurt am Main, Duitsland) (vertegenwoordiger: K. Kujath, advocaat)
Verwerende partij: Europese Centrale Bank
Conclusies
— |
nietigverklaring van verweersters besluit van 3 januari 2018 over de indeling van verzoeker met ingang van 1 januari 2018, voor zover verzoeker daarbij slechts salaristrap 17 van rang („band”) F/G wordt toegekend; |
— |
nietigverklaring van verweersters besluit van 25 mei 2018 waarbij verzoekers verzoek om hem met ingang van 1 januari 2018 salaristrap 83 van rang („band”) F/G toe te kennen, is afgewezen; |
— |
verwijzing van verweerster in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker volgende middelen aan:
1. |
Schending van het gelijkheidsbeginsel Met het eerste middel wordt bekritiseerd dat verweerster slechts in beperkte mate rekening heeft gehouden met de relevante beroepservaring van interne sollicitanten, anders dan het geval was toen het ging om externe sollicitanten die zich bij een identieke selectieprocedure in een vergelijkbare situatie bevonden. |
2. |
Schending van de algemene zorgplicht Met het tweede middel wordt aangevoerd dat verweerster verzoeker als eigen personeelslid bij de indeling zonder objectieve rechtvaardiging minder gunstig heeft behandeld dan sollicitanten die nog niet bij haar in dienst waren. |