This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 01992L0083-20220101
Council Directive 92/83/EEC of 19 October 1992 on the harmonization of the structures of excise duties on alcohol and alcoholic beverages
Consolidated text: Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken
Richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken
01992L0083 — NL — 01.01.2022 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 92/83/EEG VAN DE RAAD van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (PB L 316 van 31.10.1992, blz. 21) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
L 256 |
1 |
5.8.2020 |
Gewijzigd bij:
L 236 |
33 |
23.9.2003 |
||
VERDRAG BETREFFENDE DE TOETREDING VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE |
L 157 |
203 |
21.6.2005 |
RICHTLIJN 92/83/EEG VAN DE RAAD
van 19 oktober 1992
betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken
AFDELING I
BIER
Toepassingsgebied
Artikel 1
Artikel 2
In deze richtlijn wordt onder „bier” verstaan elk produkt van GN-code 2203 alsmede elk produkt van GN-code 2206 dat een mengsel van bier en niet-alcoholhoudende dranken bevat, in beide gevallen met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol.
Vaststelling van de accijns
Artikel 3
De accijns die door de Lid-Staten op bier wordt geheven, wordt bepaald op grond van:
van het eindprodukt.
Alle ingrediënten van het bier, inclusief de ingrediënten die na de gisting zijn toegevoegd, worden meegenomen bij het meten van het aantal graden Plato.
In afwijking van de tweede alinea mogen lidstaten die op 29 juli 2020 voor het meten van het aantal graden Plato geen rekening houden met de ingrediënten van bier die na de gisting zijn toegevoegd, dit blijven doen tot en met 31 december 2030.
Voorts mogen de Lid-Staten die de accijns op grond van het aantal hectoliters/graden Plato heffen, bier indelen in categorieën die zich ieder ten hoogste over vier hectoliters/graden Plato uitstrekken, en op alle bier dat in een bepaalde categorie valt, hetzelfde accijnstarief per hectoliter toepassen. Deze tarieven dienen altijd gelijk te zijn aan of hoger dan het minimumtarief dat in artikel 6 van Richtlijn 92/84/EEG is vastgesteld (hierna „minimumtarief” te noemen).
Artikel 4
De Lid-Staten mogen op door kleine zelfstandige brouwerijen gebrouwen bier verlaagde tarieven toepassen, die volgens de jaarproduktie van de betrokken brouwerijen gedifferentieerd kunnen zijn, binnen de volgende grenzen:
Artikel 5
Artikel 6
Onverminderd de voorwaarden die zij vaststellen met het oog op de eenvoudige toepassing van de vrijstelling, mogen de Lid-Staten vrijstelling van accijns verlenen voor bier dat door een particulier is geproduceerd en dat door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten wordt geconsumeerd, mits hier geen verkoop mee gemoeid is.
AFDELING II
WIJN
Toepassingsgebied
Artikel 7
Artikel 8
In deze richtlijn:
wordt onder „niet-mousserende wijn” verstaan alle produkten van de GN-codes 2204 en 2205, met uitzondering van mousserende wijn als omschreven in lid 2:
wordt onder „mousserende wijn” verstaan: alle producten van de GN-codes 2204 10 , 2204 21 06 , 2204 21 07 , 2204 21 08 , 2204 21 09 , 2204 29 10 en 2205:
Vaststelling van de accijns
Artikel 9
Artikel 9 bis
De lidstaten mogen op wijn die door kleine zelfstandige wijnproducenten wordt geproduceerd verlaagde tarieven toepassen, binnen de volgende grenzen:
Artikel 10
Onverminderd de voorwaarden die zij vaststellen voor de eenvoudige toepassing van dit artikel, mogen de Lid-Staten vrijstelling van accijns verlenen voor wijn die door een particulier is geproduceerd en die door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten wordt geconsumeerd, mits hier geen verkoop mee gemoeid is.
AFDELING III
ANDERE GEGISTE DRANKEN DAN WIJN EN BIER
Toepassingsgebied
Artikel 11
Artikel 12
In deze richtlijn, en onverminderd artikel 17:
wordt onder „andere niet-mousserende gegiste dranken” verstaan: alle niet in artikel 8 genoemde produkten van de GN-codes 2204 en 2205 alsmede produkten van GN-code 2206, met uitzondering van andere mousserende gegiste dranken als omschreven in punt 2 van dit artikel en alle produkten die onder artikel 2 vallen:
wordt onder „andere mousserende gegiste dranken” verstaan: alle producten van GN-codes 2206 00 31 en 2206 00 39 alsmede producten van de GN-codes 2204 10 , 2204 21 06 , 2204 21 07 , 2204 21 08 , 2204 21 09 , 2204 29 10 en 2205 niet in artikel 8 genoemd:
Vaststelling van de accijns
Artikel 13
Artikel 13 bis
De lidstaten mogen op door kleine zelfstandige producenten geproduceerde andere gegiste dranken verlaagde tarieven toepassen, die volgens de jaarproductie van de betrokken producenten mogen worden gedifferentieerd, binnen de volgende grenzen:
Artikel 14
Onverminderd de voorwaarden die zij vaststellen voor de eenvoudige toepassing van dit artikel, mogen de Lid-Staten vrijstelling van accijns verlenen voor andere niet-mousserende en mousserende gegiste dranken die door een particulier zijn geproduceerd en die door de producent, de leden van zijn gezin of zijn gasten worden geconsumeerd, mits hier geen verkoop mee gemoeid is.
Artikel 15
Voor de toepassing van Richtlijn 92/84/EEG en Richtlijn 2008/118/EG van de Raad ( 1 ) worden de bepalingen inzake „wijn” geacht gelijkelijk te gelden voor andere gegiste dranken als omschreven in deze afdeling.
AFDELING IV
TUSSENPRODUKTEN
Toepassingsgebied
Artikel 16
Artikel 17
Vaststelling van de accijns
Artikel 18
De Lid-Staten mogen één enkel verlaagd tarief toepassen op tussenprodukten met een effectief alcoholvolumegehalte van ten hoogste 15 % vol mits:
Het verlaagde tarief
Artikel 18 bis
De lidstaten mogen op door kleine zelfstandige producenten geproduceerde tussenproducten verlaagde tarieven toepassen, die volgens de jaarproductie van de betrokken producenten gedifferentieerd kunnen zijn, binnen de volgende grenzen:
AFDELING V
ETHYLALCOHOL
Toepassingsgebied
Artikel 19
Artikel 20
In deze richtlijn wordt onder „ethylalcohol” verstaan:
Vaststelling van de accijns
Artikel 21
De accijns op ethylalcohol wordt vastgesteld per hectoliter absolute alcohol bij 20 °C, en wordt berekend op grond van het aantal hectoliter absolute alcohol. Onverminderd artikel 22 passen de Lid-Staten hetzelfde accijnstarief toe op alle produkten die aan de accijns op ethylalcohol zijn onderworpen.
Artikel 22
De Lid-Staten mogen op ethylalcohol die is geproduceerd door kleine distilleerderijen, verlaagde accijnstarieven toepassen, binnen de volgende grenzen:
Onder voorbehoud van de voorwaarden die zij vaststellen voor de eenvoudige toepassing van dit lid, mogen de lidstaten vrijstelling of verlaging van accijns toepassen op ethylalcohol die door een particulier, diens gezinsleden of zijn gasten wordt geconsumeerd, mits hier geen verkoop mee gemoeid is, en:
die door die particulier wordt geproduceerd uit eigen fruit dat door die particulier zelf wordt gekweekt op een perceel waarvan hij de eigenaar is, met gebruikmaking van een eenvoudig klein distilleerapparaat dat is geregistreerd bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat,
en/of
die in door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat gemachtigde distilleerderijen ten behoeve van die particulier wordt geproduceerd uit fruit dat toebehoort aan die particulier en dat door hem wordt gekweekt op een perceel waarvan hij de eigenaar is en door hem worden aangeleverd.
De lidstaten beperken de toepassing van de vrijstelling of van het verlaagde tarief tot 50 liter gedistilleerde dranken uit fruit per producerend fruitkwekershuishouden per jaar.
Lidstaten die een dergelijke vrijstelling of een dergelijk verlaagd accijnstarief toepassen:
stellen voorwaarden vast ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik;
beschikken over passende voorschriften en procedures voor de controle op de productie en consumptie, en voor het voorkomen van grensoverschrijdende effecten en verkoop, en
stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van dit artikel en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
De lidstaten passen deze bepalingen niet toe in aanvulling op de bepalingen van leden 6, 6 bis of 7.
Artikel 23
De Helleense Republiek mag een verlaagd tarief toepassen dat lager ligt dan het minimumtarief:
maar het standaard nationale accijnstarief op ethylalcohol met maximaal 50 % onderschrijdt, op gedistilleerde anis als omschreven in punt 29 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 110/2008, die kleurloos is en een suikergehalte heeft van ten hoogste 50 gram per liter en waarbij het eindproduct bestaat uit ten minste het in de genoemde bepaling vervatte gehalte aan alcohol gearomatiseerd door distillatie in traditionele discontinue koperen vaten met een maximumcapaciteit van 1 000 liter, en op gedistilleerde dranken uit druivendraf als omschreven in punt 6 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 110/2008, die is gedistilleerd in traditionele discontinue vaten;
maar het standaard nationale accijnstarief op ethylalcohol met maximaal 85 % onderschrijdt, op ethylalcohol uit door het huishouden van de producent geleverd fruit, die is gedistilleerd in eenvoudige koperen traditionele distilleerapparaten met een maximumcapaciteit van 130 liter of in aarden traditionele distilleerapparaten met een maximumcapaciteit van 40 liter, in beide gevallen met een activiteit van maximaal 8 dagen per jaar en een productie van maximaal 5 hectoliter pure alcohol per jaar.
Artikel 23 bis
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast ter bepaling van:
de vorm van het in lid 1 bedoelde certificaat;
de wijze waarop het certificaat vermeld wordt in het administratieve document voor de overbrenging van goederen als bedoeld in hoofdstuk IV of V van Richtlijn 2008/118/EG, en
de voorschriften voor het invullen van het administratieve document voor de overbrenging van goederen als bedoeld in hoofdstuk IV of V van Richtlijn 2008/118/EG in het geval van zelfcertificering.
Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 28 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
AFDELING VI
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 24
Artikel 25
De Lid-Staten mogen teruggaaf van accijns verlenen voor alcoholhoudende dranken die uit de markt zijn genomen omdat zij wegens hun staat of ouderdom ongeschikt zijn voor menselijke consumptie.
Artikel 26
De verwijzingen in deze richtlijn naar GN-codes hebben betrekking op de codes van de gecombineerde nomenclatuur van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1602 van de Commissie ( 4 ) tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad ( 5 ).
AFDELING VII
VRIJSTELLINGEN
Artikel 27
De Lid-Staten verlenen voor de onder deze richtlijn vallende produkten vrijstelling van de geharmoniseerde accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:
wanneer zij zijn gedistribueerd in de vorm van alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van de lidstaat waar zij tot verbruik zijn uitgeslagen, mits deze voorschriften schriftelijk zijn gemeld en toegestaan overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel.
De lidstaten passen hoofdstuk V van Richtlijn 2008/118/EG toe;
wanneer zij worden gebruikt als onderdeel van het productieproces van een product dat niet voor menselijke consumptie is bestemd, mits de alcohol voor het opgegeven gebruik is gedenatureerd volgens de voorschriften van de lidstaat.
Die vrijstelling geldt indien deze gedenatureerde alcohol:
of
Voor de overbrenging van gedenatureerde alcohol die nog niet is verwerkt in een product dat niet voor menselijke consumptie is bestemd, passen de lidstaten hoofdstuk IV van Richtlijn 2008/118/EG toe;
wanneer zij gebruikt worden voor de vervaardiging van azijn van GN-code 2209;
wanneer zij gebruikt worden voor de produktie van aroma's voor de bereiding van levensmiddelen en niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol;
wanneer zij rechtstreeks of als bestanddeel van een halffabrikaat worden aangewend voor de produktie van levensmiddelen, gevuld of anderszins, waarvan het alcoholgehalte niet meer bedraagt dan 8,5 liter absolute alcohol per 100 kilogram produkt voor chocola, en 5 liter absolute alcohol per 100 kilogram produkt voor andere produkten.
De onder deze richtlijn vallende produkten kunnen door de Lid-Staten van de geharmoniseerde accijns worden vrijgesteld op de voorwaarden die zij bepalen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:
wanneer zij als monster worden gebruikt voor analyses, noodzakelijke produktietests of wetenschappelijke doeleinden;
wanneer zij worden gebruikt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek;
wanneer zij in ziekenhuizen en apotheken worden gebruikt voor medische doeleinden;
wanneer zij worden gebruikt bij produktieprocessen, mits het eindprodukt geen alcohol bevat;
wanneer zij worden gebruikt bij de vervaardiging van een bestanddeel waarvoor volgens deze richtlijn geen accijnzen verschuldigd zijn;
wanneer zij worden gebruikt bij de vervaardiging van voedingssupplementen, als omschreven in Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 8 ), die ethylalcohol bevatten, indien de inhoud van de verpakkingseenheid van het tot verbruik uitgeslagen voedingssupplement niet groter is dan 0,15 liter, en de voedingssupplementen in de handel worden gebracht conform artikel 10 van die Richtlijn.
Indien de Commissie van oordeel is dat zij niet over alle nodige informatie beschikt, neemt zij binnen één maand na ontvangst van de informatie contact op met de betrokken lidstaat en deelt zij mee welke informatie nodig is. Zodra de Commissie beschikt over alle informatie die zij noodzakelijk acht, zendt zij de kennisgeving binnen één maand aan de andere lidstaten toe.
▼M1 —————
AFDELING VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 28 bis
Artikel 28 ter
De Commissie dient elke vijf jaar bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in over de uitvoering van deze richtlijn. Het eerste verslag wordt uiterlijk op 31 december 2024 ingediend.
In het verslag wordt met name:
de toepassing en het effect beoordeeld van de nationale bepalingen die zijn vastgesteld en worden toegepast conform de artikelen 5 en 9 bis, artikel 22, lid 8, artikel 23 bis en artikel 27, lid 2, punt f);
rekening gehouden met relevante bewijzen over de effecten van de nationale bepalingen die zijn vastgesteld en worden toegepast conform die artikelen, bijvoorbeeld negatieve grensoverschrijdende effecten, toename van fraude, gevolgen voor de vlotte werking van de interne markt of voor de volksgezondheid, en
indien lidstaten conform artikel 22, lid 8, vastgestelde nationale bepalingen toepassen, de toereikendheid beoordeeld van:
De lidstaten verstrekken de Commissie desgevraagd de informatie die nodig is voor dit verslag.
De lidstaten die conform artikel 22, lid 8, vastgestelde nationale bepalingen toepassen, bezorgen uiterlijk drie maanden na het eerste jaar van toepassing van deze bepalingen de Commissie alle informatie die nodig is voor het verrichten van de in de tweede alinea, punt c), bedoelde beoordeling.
Het verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 29
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
Artikel 30
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
( 1 ) Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12).
( 2 ) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16).
( 4 ) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1602 van de Commissie van 11 oktober 2018 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 273 van 31.10.2018, blz. 1)
( 5 ) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
( 6 ) Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1);
( 7 ) Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).
( 8 ) Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 51).