Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0154

    Besluit (EU) 2019/154 van de Commissie van 30 januari 2019 tot vaststelling van interne voorschriften betreffende de beperking van het recht op inzage van betrokkenen in hun medische dossiers

    C/2019/627

    PB L 27 van 31.1.2019, p. 33–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/154/oj

    31.1.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 27/33


    BESLUIT (EU) 2019/154 VAN DE COMMISSIE

    van 30 januari 2019

    tot vaststelling van interne voorschriften betreffende de beperking van het recht op inzage van betrokkenen in hun medische dossiers

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 249, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van artikel 26 bis van het Statuut en de artikelen 16 en 91 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden, hebben ambtenaren en contractanten het recht kennis te nemen van hun medisch dossier, overeenkomstig de regelingen die worden vastgesteld door het tot aanstelling bevoegde gezag van de instellingen.

    (2)

    Sinds 2004 is de inzage in medische dossiers geregeld in Conclusie nr. 221/04 van de hoofden van de administratie (1). Daarin is bepaald dat rechtstreekse inzage door betrokkenen in documenten van psychologische of psychiatrische aard die op hen betrekking hebben, niet is toegestaan. Deze algemene beperking houdt in dat er geen analyse per geval wordt verricht.

    (3)

    Om in overeenstemming te zijn met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (2) moeten door de Commissie toegepaste beperkingen op de inzage in dergelijke documenten evenredig zijn en berusten op een analyse per geval.

    (4)

    Terwijl de inzage in medische dossiers zo ruim mogelijk moet worden toegekend aan de betrokkenen, kunnen beperkingen op grond van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 in sommige gevallen noodzakelijk zijn ter bescherming van de gezondheid van het personeelslid of de gerechtvaardigde belangen van derden. De raadgevend arts, die namens de Commissie optreedt, moet de redenen voor een dergelijke beperking aangeven en deze redenen moeten worden opgenomen in de medische dossiers van het betrokken personeelslid.

    (5)

    De persoonsgegevens worden opgeslagen in een beveiligde fysieke en elektronische omgeving om onrechtmatige toegang of doorgifte van gegevens aan personen die niet beantwoorden aan het „need-to-know”-criterium, te voorkomen.

    (6)

    De bewaartermijnen die gelden voor de verwerking van medische dossiers zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke lijst van te bewaren documenten van de Europese Commissie (3).

    (7)

    De functionaris voor gegevensbescherming van de Europese Commissie moet een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van beperkingen verrichten teneinde de inachtneming van dit besluit te garanderen.

    (8)

    De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 10 december 2018 een advies uitgebracht.

    (9)

    Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) wordt, zonder overgangsperiode, vervangen door Verordening (EU) 2018/1725 vanaf de datum waarop deze in werking treedt. De mogelijkheid om beperkingen op bepaalde rechten toe te passen, is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 45/2001. Om de rechten van de betrokkenen niet in het gedrang te brengen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) 2018/1725,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   In dit besluit worden de voorwaarden vastgesteld waarop de Commissie de toepassing van artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1725 kan beperken in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder h), van die verordening.

    2.   Dit besluit heeft betrekking op de inzage in medische persoonsgegevens die door de Commissie worden verwerkt overeenkomstig de artikelen 26 bis, 33, 59, 72, 73 en 78 van het Statuut en de artikelen 1, 13 tot en met 15 van bijlage VIII bij het Statuut en de artikelen 13, 16, 28, 32, 33, 83, 91, 95, 100, 101 en 102 van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden.

    Artikel 2

    Toepasselijke beperkingen

    1.   Onverminderd de artikelen 3 tot en met 5 kan de Commissie per geval het recht van betrokkenen tot rechtstreekse inzage in door de Commissie verwerkte medische persoonsgegevens van psychologische of psychiatrische aard beperken als de inzage in deze gegevens een risico kan inhouden voor de gezondheid van de betrokkene. Deze beperking moet in verhouding staan tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de bescherming van de betrokkene.

    2.   Inzage in de in lid 1 bedoelde informatie wordt gegeven aan een arts naar keuze van de betrokkene.

    3.   In dergelijke gevallen wordt de betrokkene, op verzoek, door de medische dienst vergoed voor het gedeelte van de kosten van de medische raadpleging bij de bovenvermelde arts dat niet wordt vergoed door het Gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering (GSZV). De vergoeding mag niet hoger zijn dan het verschil tussen het in de algemene uitvoeringsbepalingen betreffende de vergoeding van medische kosten (5) bepaalde maximumbedrag en het bedrag dat op grond van deze regels daadwerkelijk is betaald aan de betrokkene.

    4.   De vergoeding door de medische dienst wordt slechts betaald als nog niet eerder inzage werd verleend voor dezelfde gegevens.

    5.   Onverminderd de artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit kan de Commissie per geval, en overeenkomstig artikel 25, lid 1, onder h), van Verordening (EU) 2018/1725, het recht op inzage van betrokkenen in de medische persoonsgegevens waarover de Commissie beschikt, beperken als de uitoefening van dat recht afbreuk zou doen aan de rechten en vrijheden van de betrokkene of andere betrokkenen.

    Artikel 3

    Recht van inzage van de betrokkenen

    1.   Wanneer de Commissie het in artikel 17 van Verordening (EU) 2018/1725 bedoelde recht van inzage in medische persoonsgegevens door betrokkenen geheel of gedeeltelijk beperkt, informeert zij de betrokkene in haar antwoord op het verzoek om inzage onverwijld over de toegepaste beperking en de belangrijkste redenen daarvoor. De Commissie stelt de betrokkene tevens in kennis van de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of om beroep in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

    2.   De informatie over de redenen voor de in lid 1 bedoelde beperking kan worden uitgesteld, achterwege gelaten of geweigerd zolang de verstrekking daarvan het doel van de beperking zou ondermijnen.

    3.   De Commissie registreert de redenen voor de beperking overeenkomstig artikel 5.

    4.   Wanneer het recht van inzage geheel of gedeeltelijk wordt beperkt, oefent de betrokkene, in overeenstemming met artikel 25, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EU) 2018/1725, zijn of haar recht van inzage uit via de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

    Artikel 4

    Optekening en registratie van beperkingen

    1.   De Commissie tekent de redenen op voor beperkingen op grond van dit besluit, en evalueert daarbij de noodzaak en de evenredigheid van de beperking, met inachtneming van de desbetreffende elementen van artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725.

    Daartoe wordt aangegeven hoe de uitoefening van het recht een risico zou inhouden voor de gezondheid van de betrokkene of afbreuk zou doen aan de rechten en vrijheden van andere betrokkenen.

    2.   De opgetekende gegevens en de eventuele documenten met de onderliggende feitelijke en juridische elementen worden geregistreerd in het desbetreffende medisch dossier.

    Artikel 5

    Duur van de beperkingen

    1.   De in artikel 2 bedoelde beperkingen blijven van toepassing zolang de redenen daarvoor blijven bestaan.

    2.   Wanneer de redenen voor een beperking niet langer gelden en de betrokkene opnieuw om inzage in de betrokken medische persoonsgegevens verzoekt, heft de Commissie de beperking op en stelt zij de betrokkene in kennis van de belangrijkste redenen voor de beperking. Tegelijkertijd stelt de Commissie de betrokkene in kennis van de mogelijkheid om te allen tijde een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of om beroep in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

    Artikel 6

    Evaluatie door de functionaris voor gegevensbescherming van de Europese Commissie

    1.   De functionaris voor gegevensbescherming wordt onverwijld geïnformeerd wanneer rechten van betrokkenen overeenkomstig dit besluit worden beperkt. De Commissie verleent de functionaris voor gegevensbescherming desgevraagd inzage in het register en eventuele documenten met onderliggende feitelijke en juridische elementen.

    2.   De functionaris voor gegevensbescherming kan om een evaluatie van de beperking verzoeken. De functionaris voor gegevensbescherming wordt schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomst van de gevraagde evaluatie.

    Artikel 7

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is van toepassing met ingang van 11 december 2018.

    Gedaan te Brussel, 30 januari 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  Deze conclusie werd goedgekeurd door de hoofden van de administratie op hun 236e vergadering op 19 februari 2004.

    (2)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

    (3)  Gemeenschappelijke lijst van te bewaren documenten van de Europese Commissie SEC(2007) 970 van 4 juli 2007, geactualiseerd en aangevuld door SEC(2012) 713 van 17 december 2012.

    (4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrij verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

    (5)  Besluit van de Commissie C(2007) 3195 van 2 juli 2007 houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.


    Top