Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0765

    Besluit 2010/765/GBVB van de Raad van 2 december 2010 over een EU-optreden ter bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) door de lucht

    PB L 327 van 11.12.2010, p. 44–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/765/oj

    11.12.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 327/44


    BESLUIT 2010/765/GBVB VAN DE RAAD

    van 2 december 2010

    over een EU-optreden ter bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) door de lucht

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 26, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 13 december 2003 heeft de Raad een Europese veiligheidsstrategie aangenomen waarin vijf belangrijke problemen staan waaraan de Unie het hoofd moet bieden: terrorisme, de verspreiding van massavernietigingswapens, regionale conflicten, het verval van staten en georganiseerde misdaad. De productie en overdracht van en de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW), alsmede de excessieve accumulatie en ongeremde verspreiding ervan hebben ernstige gevolgen voor vier van de vijf problemen.

    (2)

    Op 15-16 december 2005 heeft de Raad de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en van munitie daarvoor (hierna de „SALW-strategie van de Europese Unie”) aangenomen. In de SALW-strategie van de Europese Unie wordt gepleit voor het ontwikkelen van een actief beleid tegen de netwerken voor de illegale handel in SALW (buiten de wet handelende tussenpersonen en vervoerders) die gebruikmaken van het luchtruim, de zeewegen en het grondgebied van de Unie, door hieromtrent waarschuwings- en samenwerkingsregelingen op te zetten.

    (3)

    In het actieplan van de SALW-strategie van de Europese Unie wordt ook benadrukt dat het effect van crisisbeheersingsmissies moet worden vergroot door in de mandaten ervan maatregelen op te nemen voor het instellen van grenscontroles (of controle van het luchtruim, het grondgebied en de maritieme ruimte van het conflictgebied) en ontwapening.

    (4)

    De Groep wereldwijde ontwapening en wapenbeheersing (CODUN) van de Raad van de Europese Unie en het Gemeenschappelijk Situatiecentrum (SitCen) van de Europese Unie werken sedert 2007 aan een initiatief dat de illegale handel van SALW via vervoer door de lucht moet beletten, en wel door middel van een betere uitwisseling tussen de lidstaten van informatie over verdachte luchtvaartmaatschappijen. Voor het verwezenlijken van zo’n systeem van informatie-uitwisseling hebben CODUN en SitCen samengewerkt met het Internationaal Instituut voor Vredesonderzoek van Stockholm (SIPRI) en het project van dit instituut, Bestrijding van illegale handel — Mechanismebeoordeling (Countering Illicit Trafficking — Mechanism Assessment Project (CIT — MAP)). In het kader van dit initiatief heeft CODUN onlangs besloten te zullen nadenken over manieren om dit EU-initiatief operationeler en doeltreffender te maken door te zorgen voor de tijdige bijwerking en verwerking van ter zake doende informatie.

    (5)

    Ook andere internationale en regionale organisaties zien het gevaar dat illegale handel van SALW door de lucht inhoudt voor de internationale veiligheid. Het OVSE-forum voor veiligheid en samenwerking heeft in 2007 een speciale zitting aan dit onderwerp gewijd en de Parlementaire Assemblee van de OVSE heeft in 2008 een resolutie aangenomen waarin wordt opgeroepen een gids voor beste praktijken van de OVSE inzake illegaal vervoer door de lucht van SALW af te ronden, aan te nemen en in de praktijk te brengen. Zo hebben de staten die deelnemen aan het Wassenaar Arrangement in 2007 de „beste handelwijzen voor de preventie van destabiliserende overdrachten via vervoer door de lucht van handvuurwapens en lichte wapens” vastgesteld. Daarenboven hebben talrijke verslagen van de groep deskundigen van het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad over West-Afrika en het gebied van de Grote Meren herhaaldelijk de sleutelrol aangetoond die luchtvrachtvervoerders spelen in de illegale handel in SALW.

    (6)

    Met het optreden dat in dit besluit wordt beoogd worden geen doelstellingen nagestreefd die te maken hebben met de verbetering van de veiligheid van het vervoer door de lucht,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Voor de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en van munitie daarvoor (SALW-strategie van de EU), streeft de Unie onderstaande doelstellingen na:

    a)

    verbetering van instrumenten en technieken waarover de crisisbeheersingsmissies, de internationale autoriteiten, de nationale autoriteiten van de derde landen en de lidstaten beschikken voor een doeltreffende en gerichte controle van verdachte vrachtvliegtuigen die wellicht betrokken zijn bij illegale handel in SALW door de lucht in, vanuit of naar derde staten;

    b)

    het betrokken internationale en nationale personeel bewuster maken en technisch scholen met betrekking tot „beste handelwijzen” inzake monitoring, opsporing en risicobeheersingsanalyse in verband met luchtvrachtvervoerders die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij illegale handel in SALW door de lucht in, vanuit of naar derde staten.

    2.   Ter verwezenlijking van de in lid 1 genoemde doelstellingen treft de Unie de volgende maatregelen:

    a)

    de ontwikkeling en praktijktest van test-software voor risicobeheersing van handel door de lucht ten behoeve van crisisbeheersingsmissies, en internationale en nationale autoriteiten, plus een regelmatig bijgewerkte gegevensbank over onder meer luchtvaartmaatschappijen, vliegtuigen, registratienummers en vervoerstrajecten;

    b)

    de ontwikkeling en praktijktest van een beveiligd proefsysteem voor risicobeheersing en verspreiding van informatie;

    c)

    de ontwikkeling en publicatie van een handboek met bijbehorend opleidingsmateriaal, alsmede de levering van technische bijstand bij het gebruik en de aanpassing van de test-software en het beveiligd proefsysteem voor risicobeheersing en informatie, onder meer middels regionale studiebijeenkomsten voor het opleiden van de crisisbeheersingsmissies, en de internationale en nationale autoriteiten.

    In de bijlage gaat een nadere omschrijving van dit project.

    Artikel 2

    1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is belast met de uitvoering van dit besluit.

    2.   De technische uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project is in handen van het SIPRI.

    3.   Het SIPRI voert zijn taak uit onder de verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met het SIPRI.

    Artikel 3

    1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project bedraagt 900 000 EUR.

    2.   Voor het beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   De Commissie ziet toe op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met het SIPRI. Daarin wordt bepaald dat het SIPRI ervoor moet zorg dragen dat de EU-bijdrage zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.

    4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.

    Artikel 4

    De HV brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van de geregelde tweemaandelijkse verslagen die worden opgesteld door het SIPRI. Deze verslagen zullen de basis vormen voor de evaluatie door de Raad. De Commissie geeft informatie over de financiële aspecten van de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project.

    Artikel 5

    1.   Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    2.   Dit besluit verstrijkt 24 maanden na de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst, of zes maanden na de vaststelling van dit besluit indien binnen die periode geen financieringsovereenkomst is gesloten.

    Artikel 6

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 2 december 2010.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    M. WATHELET


    BIJLAGE

    1.   Algemeen kader

    Dit besluit bouwt voort op het initiatief van CODUN, dat is gericht op het aanpakken van de dreigingen die uitgaan van de handel in SALW en ander destabiliserend materiaal door de lucht. In de context van dit CODUN-initiatief is dit besluit een vervolg op projecten die de Raad heeft opgezet in samenwerking met het SitCen, de club van Boedapest en het SIPRI. Dit besluit biedt software, proef-uitvoeringssystemen, opleidings- en bijstandsprogramma’s voor crisisbeheersingsmissies en voor internationale en nationale autoriteiten, waarmee informatie over verdachte luchtvrachtvervoerders die in Afrika en vanuit andere regio’s opereren, beter kan worden gecontroleerd, bijgewerkt en verspreid. Bij de uitvoering van dit besluit moet worden gezorgd voor een goede coördinatie met andere, verwante projecten die in het kader van communautaire programma’s en andere Raadsbesluiten worden gefinancierd, zodat het effect van het optreden van de Unie ter voorkoming van de illegale handel in SALW groter wordt.

    2.   Doelstellingen

    Onderstaande projecten bestrijken drie gebieden die zijn aangegeven door CODUN en andere belanghebbenden die betrokken zijn bij het EU-initiatief ter bestrijding van de illegale handel in SALW door de lucht:

    a)

    er moet een beveiligd systeem komen voor recente informatie over maatschappijen en vliegtuigen die de gewoonte hebben om, in een poging te vermijden dat ze worden opgespoord, activa te herregistreren en bedrijven elders te vestigen;

    b)

    er moet software en opleiding komen waarmee crisisbeheersingsmissies en internationale en nationale autoriteiten met grotere doeltreffendheid controles en screenings kunnen uitvoeren van steeds meer luchtvrachtvervoerders die ervan worden verdacht betrokken te zijn bij illegale handel in SALW of bij het vervoeren van ander destabiliserend materiaal door de lucht;

    c)

    er moet worden gezorgd voor opleiding, technische bijstand en alertheid voor multilaterale organisaties, missies, regionale instanties en staten in Afrika en andere regio’s, zodat zij beter in staat zullen zijn personen die betrokken zijn bij illegale handel in SALW of het vervoer door de lucht van ander destabiliserend materiaal, te controleren en op te sporen.

    3.   Projectbeschrijving

    3.1.   Project 1: Een softwarepakket samenstellen en een proefproject uitvoeren voor het controleren, bijwerken en verspreiden van informatie over luchtvrachtvervoerders die worden verdacht van illegale handel in SALW

    3.1.1.   Doel van het project

    Doel van het project is de verbetering van instrumenten en technieken waarover de crisisbeheersingsmissies, de internationale autoriteiten, de nationale autoriteiten van de derde landen en de lidstaten beschikken voor een doeltreffende en gerichte controle van verdachte vrachtvliegtuigen die wellicht betrokken zijn bij de illegale handel in SALW door de lucht in, vanuit of naar derde staten.

    3.1.2.   Projectbeschrijving

    In het kader van dit project worden onderstaande activiteiten ondernomen:

    a)

    de ontwikkeling voor multilaterale organisaties, missies en geselecteerde derde landen van een softwarepakket voor risicobeheersing van handel door de lucht;

    b)

    de ontwikkeling van een beveiligd proefpakketsysteem voor risicobeheersing en verspreiding van informatie;

    c)

    een praktijktest van het softwarepakket in overleg met de HV en de daarvoor in aanmerking komende Raadsinstanties;

    d)

    een praktijktest van het pakketsysteem voor informatieverspreiding in overleg met de HV en de daarvoor in aanmerking komende Raadsinstanties;

    e)

    de ontwikkeling van een handboek met bijbehorend opleidingsmateriaal voor gebruik en aanpassing van de onder a) en b) bedoelde systemen door crisisbeheersingsmissies, de internationale autoriteiten, de autoriteiten van derde landen en de lidstaten;

    f)

    de presentatie van de definitieve sofware en bijbehorend handboek en opleidingsmateriaal in een afrondende workshop waarvoor belanghebbenden zullen worden uitgenodigd (maximaal 80 personen).

    Dit project wordt uitgevoerd gedurende een periode die lang genoeg is voor overleg en coördinatie met de diverse belanghebbenden, onder toezicht van de HV. Het project zal in zes fases worden uitgevoerd.

    Voorbereidende fase

    In overleg met de daarvoor in aanmerking komende Raadsinstanties en onder toezicht van de HV, maakt het SIPRI een softwarepakket, risicobeheersingsinstrumenten, en een pakketsysteem voor verspreiding van informatie en uitgesplitste gegevens, met gebruikmaking van relevante IT-opties.

    Fase van de inbreng van gegevens

    Met uitsluitend gebruikmaking van informatie uit open bronnen worden in het kader van het project gegevens ingevoerd uit de daarvoor in aanmerking komende bronnen met als doel het opbouwen van integrale gegevensbanken die voldoende informatie kunnen bieden voor nauwkeurige instrumenten voor risicobeheersing, opsporing en profilering.

    Beoordelingsfase

    In overleg met de daarvoor in aanmerking komende Raadsinstanties en onder toezicht van de HV, maakt het SIPRI een beoordeling van locaties, regio’s en missies waar het proefpakket met gebruikmaking van informatie uit open bronnen in de praktijk kan worden getest onder de best mogelijke omstandigheden.

    Fase van de praktijktest

    In overleg met de daarvoor in aanmerking komende Raadsinstanties en onder toezicht van de HV, start het SIPRI een praktijktestfase, samen met de partners die in de beoordelingsfase zijn aangewezen.

    Evaluatie- en aanpassingsfase

    Na de praktijktest evalueert het SIPRI de software en past het deze aan aan de ervaring en de lessen uit de fase van de praktijktest. Dat levert een eindproduct op dat met instemming van de diverse belanghebbenden ter beschikking kan worden gesteld.

    Presentatiefase

    De definitieve versie van de software en van het opleidingsmateriaal wordt tijdens een speciale bijeenkomst gepresenteerd aan daarvoor in aanmerking komende belanghebbenden (maximaal 80 personen) die bij de ontwikkeling van de software betrokken waren en zijn aangewezen als eindgebruikers van de software.

    3.1.3.   Projectresultaten

    Het project:

    a)

    zal de crisisbeheersingsmissies, de internationale autoriteiten, de autoriteiten van derde landen en de lidstaten beter in staat stellen de activiteiten van luchtvrachtvervoerders die verdacht worden van illegale handel in SALW door de lucht, in de gaten te houden;

    b)

    zal de instrumenten en proefsystemen aanreiken waarmee kan worden bereikt dat multilaterale organisaties, missies en staten in Afrika en andere regio’s meer verdachte SALW-transporten door de lucht beletten;

    c)

    zal de lidstaten beter in staat stellen op een veilige manier middels technieken voor uitgesplitste gegevens en andere profileringsmechanismen informatie uit te wisselen over luchtvrachtvervoerders.

    3.1.4.   Begunstigden van het project

    Begunstigden van het project zijn de medewerkers van crisisbeheersingsmissies en nationale en internationale autoriteiten. Bij de selectie van specifieke begunstigden die het proefpakket van de software mogen testen, wordt gelet op bijvoorbeeld de aanwezigheid van Europese of multilaterale crisisbeheersingsmissies op het terrein, de noodzaak om de hulpmiddelen te maximaliseren, de beschikbaarheid van plaatselijke bijstand, de politieke wil en capaciteit van plaatselijke en nationale autoriteiten om op te treden tegen de illegale handel in SALW door de lucht. Het SIPRI zal een lijst van geselecteerde begunstigden voorleggen, die vervolgens door de HV zal worden goedgekeurd in overleg met de bevoegde instanties van de Raad.

    3.2.   Project 2: De betrokkenen door middel van publicaties, opleiding en bijstand beter bekendmaken met manieren van monitoring, opsporing en risicobeheersing met betrekking tot luchtvrachtvervoerders die betrokken zijn bij illegale handel in SALW en ander destabiliserend materiaal door de lucht.

    3.2.1.   Doel van het project

    Doel van het project is betrokken internationaal en nationaal personeel bewuster te maken en technisch te scholen met betrekking tot „beste handelwijzen” inzake monitoring, opsporing en risicobeheersingsanalyse in verband met luchtvrachtvervoerders die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij illegale handel in SALW door de lucht.

    3.2.2   Projectbeschrijving

    In het kader van dit project worden onderstaande activiteiten ondernomen:

    a)

    de ontwikkeling en publicatie van een handboek met bijbehorend opleidingsmateriaal, bestemd voor hooguit 250 medewerkers van multilaterale organisaties, missies of staten;

    b)

    via het organiseren van drie regionale studiebijeenkomsten, de opleiding van en bijstand voor 80 à 100 medewerkers van specifieke afdelingen of cellen in crisisbeheersingsmissies, en internationale autoriteiten en autoriteiten van derde landen, met beoogd multiplicatoreffect via de verstrekking van materiaal voor het opleiden van opleiders;

    c)

    de verwerking van resultaten en evaluaties van de opleidings- en bijstandsactiviteiten, en ontwikkeling, op basis daarvan, van een model van beste handelwijzen voor de uitwisseling van informatie over dit onderwerp tussen daarvoor in aanmerking komende internationale en nationale personeelsleden;

    d)

    de presentatie van de resultaten van het model van beste handelwijzen in een afrondende workshop waarvoor belanghebbenden (maximaal 80 personen) zullen worden uitgenodigd.

    3.2.3.   Projectresultaten

    Het project:

    a)

    zal het personeel van multilaterale organisaties, missies en staten bewuster maken van beste handelwijzen inzake monitoring, opsporing en risicobeheersingsanalyse in verband met luchtvrachtvervoerders die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij illegale handel in SALW en ander destabiliserend materiaal door de lucht;

    b)

    zal middels de publicatie en verspreiding van een handboek over technieken voor monitoring, opsporing en risicobeheersing bijdragen aan het standaardiseren van beste handelwijzen op dit gebied;

    c)

    zal leiding geven aan de instelling van beste handelwijzen van informatiecoördinatie middels opleidings- en bijstandsactiviteiten voor medewerkers van specifieke afdelingen of cellen in multilaterale organisaties, missies of staten.

    3.2.4.   Begunstigden van het project

    Begunstigden van het project zijn de medewerkers van crisisbeheersingsmissies en nationale en internationale autoriteiten. De selectie van specifieke begunstigden die de opleiding zullen krijgen, gebeurt aan de hand van een door het SIPRI voorgestelde lijst, die door de HV wordt goedgekeurd in overleg met de bevoegde instanties van de Raad.

    4.   Locatie

    De locatie voor de praktijktest van project 3.1 en de afrondende workshop, alsmede voor de opleidings- en bijstandsactiviteiten en de afrondende workshop voor project 3.2, wordt zodanig gekozen dat de middelen optimaal worden benut en de koolstofvoetafdruk zo klein mogelijk blijft en er wordt rekening gehouden met de plaatselijk beschikbare bijstand. Het SIPRI zal een lijst van aanbevolen locaties voorleggen, die door de HV wordt goedgekeurd in overleg met de bevoegde instanties van de Raad.

    5.   Duur

    De totale duur van de projecten wordt op 24 maanden geraamd.

    6.   Uitvoeringsorgaan

    De technische uitvoering van dit besluit wordt toevertrouwd aan het SIPRI. Het SIPRI zal ervoor zorg dragen dat de EU-bijdrage zichtbaar is en zal zijn taak onder de verantwoordelijkheid van de HV uitvoeren.

    7.   Verslagen

    Het SIPRI stelt geregeld om de twee maanden verslagen op, en ook na de voltooiing van elk van de beschreven activiteiten. De verslagen moeten uiterlijk zes weken na afloop van de betrokken activiteiten aan de HV worden voorgelegd.


    Top