Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0535

    Verordening (EG) nr. 535/2008 van de Commissie van 13 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur

    PB L 156 van 14.6.2008, p. 6–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/535/oj

    14.6.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 156/6


    VERORDENING (EG) Nr. 535/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 13 juni 2008

    houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 708/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur (1), en met name op artikel 23, derde alinea, en artikel 24, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 708/2007 is een kader tot stand gebracht voor de praktijken in de aquacultuur met betrekking tot uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten om de mogelijke impact van deze soorten en in hetzelfde ecosysteem levende niet-doelsoorten op de aquatische habitats te evalueren en tot een minimum te beperken. Daarin is onder meer bepaald dat uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld met betrekking tot de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om soorten aan bijlage IV bij die verordening toe te voegen.

    (2)

    Het is derhalve dienstig een transparante procedure vast te stellen om de verzoeken van de lidstaten tot toevoeging van soorten aan bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/2007 te beoordelen. Met name moeten de in artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 708/2007 vastgestelde voorwaarden nader worden verduidelijkt en gedefinieerd, en moet worden bepaald welke informatie de lidstaten moeten verstrekken ter ondersteuning van hun verzoeken om toevoeging van soorten.

    (3)

    Bovendien is in Verordening (EG) nr. 708/2007 bepaald dat een specifiek informatiesysteem kan worden ontwikkeld om de lidstaten in staat te stellen de in hun register opgenomen informatie betreffende uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur te delen.

    (4)

    Daarom moeten gemeenschappelijke informaticanormen en een gemeenschappelijke communicatietaal worden ontwikkeld voor gebruik door de lidstaten, waarmee ze een aantal minimumgegevens in hun nationale registers van introducties en translocaties onderling kunnen delen. Er moeten bepalingen worden vastgesteld om de door de lidstaten in te voeren informatiesystemen te helpen harmoniseren.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de vaststelling van de voorwaarden voor het toevoegen van soorten aan bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/2007 en betreffende de ontwikkeling van een specifiek informatiesysteem betreffende de vergunningen voor de introductie en de translocatie van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur.

    Artikel 2

    Voor de toepassing van artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 708/2007 betekent:

    a)

    „lange tijd (ten opzichte van zijn levenscyclus)”: ten minste 10 jaar na afloop van twee productiecycli;

    b)

    „nadelige gevolgen”: gevallen waarin wetenschappelijk is bewezen dat een aquatische soort, na introductie in een bepaalde lidstaat, onder meer het volgende in aanzienlijke mate veroorzaakt:

    i)

    aantasting van de habitat;

    ii)

    concurrentie met inheemse soorten om paaigronden;

    iii)

    hybridisatie met inheemse soorten, waardoor de integriteit van deze soorten wordt bedreigd;

    iv)

    predatie van de populatie van inheemse soorten, waardoor deze achteruitgaan;

    v)

    depletie van inheemse voedselreserves;

    vi)

    verspreiding van ziekten en nieuwe pathogenen in wilde aquatische organismen en ecosystemen.

    Artikel 3

    1.   De lidstaten dienen verzoeken in bij de Commissie voor de toevoeging van soorten aan de lijst van soorten van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 708/2007.

    2.   Die verzoeken worden naar de Commissie doorgestuurd, samen met een schriftelijk overzicht met daarin de volgende informatie:

    a)

    de wetenschappelijke naam van de soort;

    b)

    de geografische verspreiding ervan;

    c)

    de habitat en de biologie;

    d)

    de aquacultuurproductie;

    e)

    de impact van de introductie van de betrokken soort;

    f)

    de factoren die de verspreiding waarschijnlijk beïnvloeden;

    g)

    de samenhang met de in artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 708/2007 vastgestelde criteria.

    Artikel 4

    1.   De lidstaten zetten een informatiesysteem op met details over alle aanvragen voor vergunningen om een uitheemse soort te introduceren of om een plaatselijk niet-voorkomende soort te transloceren, en houden dat systeem bij. De lidstaten vullen voor elke vergunningsaanvraag een inlichtingenformulier in, waarin de in de bijlage bij deze verordening vermelde gegevens worden gevraagd, in de vorm zoals aangegeven in de bijlage.

    2.   De lidstaten zetten uiterlijk op 31 december 2009 een via internet toegankelijke website op die de in de bijlage bij deze verordening gevraagde informatie vermeld. Die website volgt de richtsnoeren van het „Web Accessibility Initiative”.

    3.   De lidstaten delen het internetadres van de website aan de Commissie mee.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 4 wordt evenwel zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 juni 2008.

    Voor de Commissie

    Joe BORG

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 168 van 28.6.2007, blz. 1.


    BIJLAGE

    Het in artikel 4, lid 1, bedoelde inlichtingenformulier

    Het inlichtingenformulier wordt ingevuld voor één enkele verplaatsing /meerdere verplaatsingen (1) (introductie/translocatie) van een uitheemse/plaatselijk niet-voorkomende soort

    1.   Algemene informatie

    1.1   Nummer of referentie van de vergunningsaanvraag:

    1.2   Eerste aanvraag: JA/NEEN, indien NEEN: referentie van de vorige vergunningsaanvragen

    Datum van de vergunningsaanvraag:

    dd/mm/jjjj

    1.4   Gegevens over de soort:

    1.4.1   FAO-code:

    1.4.2   Triviale naam:

    1.4.3   Wetenschappelijke naam:

    1.4.4   Ondersoort (indien relevant):

    1.4.5   Nadere informatie:

    Tetraploïde:

    JA/NEEN

    Vruchtbare kunstmatige hybride:

    JA/NEEN

    1.4.5.3   Indien JA, FAO-code en naam van de oudersoorten:

    1.5   Bron:

    1.5.1   Land:

    1.5.2   Vestiging (naam en adres van de bron):

    1.5.3   Soort bron (broedinstallatie/kweekinstallatie/wild):

    1.6   Ontvangende aquacultuurvoorziening:

    1.6.1   Vestiging (naam en adres):

    1.6.2   Kweekmethode: gesloten/open (2) systeem

    1.7   Aantal organismen en levensfase (eieren, larven, jonge dieren, volwassen dieren):

    1.8   Bestemming (menselijke consumptie, kweek om later te worden uitgezet, onderzoek, enz.):

    1.9   Aantal verwachte verplaatsingen:

    2.   Screening en risicobeoordeling

    2.1   Aard van de verplaatsing

    Routinematige introductie en translocatie

    JA/NEEN

    Goedkeuring van de vergunning:

    JA/NEEN

    Datum van afgifte van de vergunning:

    dd/mm/jjjj

    2.1.1.3   Autoriteit die de vergunning afgeeft (volledig adres):

    Duur van de vergunning:

    X jaar XX maanden

    2.1.1.5   Eventuele voorwaarden:

    Quarantaine:

    JA/NEEN

    Proefuitzettingen:

    JA/NEEN

    Niet-routinematige introductie en translocatie

    JA/NEEN

    2.1.2.1   Aard van het risico:

    2.1.2.1.1   Laag

    2.1.2.1.2   Middelhoog

    2.1.2.1.3   Hoog

    2.1.2.2   Samenvatting van de algemene milieurisicoanalyse (enkele regels en een pdf-document), ook in een tweede communautaire taal (enkele regels)

    Goedkeuring van de vergunning:

    JA/NEEN

    Datum van afgifte van de vergunning:

    dd/mm/jjjj

    2.1.2.5   Autoriteit die de vergunning afgeeft:

    Duur van de vergunning:

    X jaar XX maanden

    2.1.2.7   Eventuele voorwaarden:

    Quarantaine:

    JA/NEEN

    Proefuitzettingen:

    JA/NEEN

    3.   Toezicht

    Duur van het toezichtprogramma:

    XX maanden

    3.2   Samenvatting van de resultaten van de evaluatie van het toezichtprogramma (enkele regels en een pdf-document), ook in een tweede communautaire taal (enkele regels)

    Noodplannen toegepast:

    JA/NEEN

    Intrekking vergunning (indien van toepassing):

    JA/NEEN

    Zo JA:

    Tijdelijk/permanent

    Datum:

    dd/mm/jjjj

    3.4.3   Redenen voor de intrekking (enkele regels), ook in een tweede communautaire taal (enkele regels):


    (1)  Aanvragen kunnen worden ingediend voor meerdere verplaatsingen binnen een periode van ten hoogste zeven jaar (artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 708/2007).

    (2)  Zoals gedefinieerd in artikel 3, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 708/2007.


    Top