Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005L0027

    Richtlijn 2005/27/EG van de Commissie van 29 maart 2005 tot wijziging, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingenVoor de EER relevante tekst

    PB L 81 van 30.3.2005, p. 44–47 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 275M van 6.10.2006, p. 300–303 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2014; stilzwijgende opheffing door 32009R0661

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2005/27/oj

    30.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 81/44


    RICHTLIJN 2005/27/EG VAN DE COMMISSIE

    van 29 maart 2005

    tot wijziging, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (1), en met name op artikel 13, lid 2,

    Gelet op Richtlijn 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (2), en met name op artikel 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2003/97/EG is één van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 70/156/EEG geregelde EG-typegoedkeuringssysteem. De bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende systemen, onderdelen en technische eenheden bedoeld voor gebruik op voertuigen zijn derhalve op Richtlijn 2003/97/EG van toepassing.

    (2)

    Teneinde de dode hoek van voertuigen van categorie N2 met een massa van niet meer dan 7,5 ton te verkleinen, moeten bepaalde voorschriften van Richtlijn 2003/97/EG worden gewijzigd.

    (3)

    Sinds 2003 is bij achteruitkijkspiegels aanzienlijke technische vooruitgang geboekt. Thans is het mogelijk om op sommige voertuigen van categorie N2 met een massa van niet meer dan 7,5 ton breedtespiegels te monteren. Het is daarom raadzaam Richtlijn 2003/97/EG te wijzigen door de verplichting om breedtespiegels van klasse IV te monteren, uit te breiden tot die voertuigen van categorie N2 die een soortgelijke cabine als voertuigen van categorie N3 hebben. Het gepaste criterium om de twee typen voertuigen van categorie N2 te onderscheiden, moet zijn of montage van een trottoirspiegel van klasse V mogelijk is.

    (4)

    Voertuigen met zitplaatsen met een vaste rugleuninghoek kunnen niet aan de standaardeisen voldoen. Daarom moet voor dergelijke voertuigen een correctiefactor worden ingevoerd.

    (5)

    Ook is het raadzaam de administratieve bepalingen voor typegoedkeuring te wijzigen door het invoeren van de kengetallen van de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Gemeenschap zijn toegetreden.

    (6)

    De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 13, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I en III bij Richtlijn 2003/97/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 19 oktober 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 2005.

    Voor de Commissie

    Günter VERHEUGEN

    Vice-voorzitter


    (1)  PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/104/EG van de Commissie (PB L 337 van 13.11.2004, blz. 13).

    (2)  PB L 25 van 29.1.2004, blz. 1.


    BIJLAGE

    De bijlagen I en III bij Richtlijn 2003/97/EG worden als volgt gewijzigd:

    1)

    In bijlage I, punt 1.1.1.12, wordt na de eerste zin de volgende nieuwe zin ingevoegd:

    „In het geval van een zitplaats met een vaste rugleuninghoek wordt de plaats van de oogpunten aangepast overeenkomstig de bepalingen van aanhangsel 7 van deze bijlage.”.

    2)

    In aanhangsel 5 van bijlage I wordt het volgende toegevoegd aan de opsomming van de kengetallen in punt 1.1:

    „„8 voor Tsjechië”, „29 voor Estland”, „49 voor Cyprus”, „32 voor Letland”, „36 voor Litouwen”, „7 voor Hongarije”, „50 voor Malta”, „20 voor Polen”, „26 voor Slovenië”, „27 voor Slowakije””.

    3)

    In bijlage I wordt het volgende aanhangsel 7 toegevoegd:

    „Aanhangsel 7

    Vaststelling van de oogpunten voor een zitplaats met een vaste rugleuninghoek

    1)

    De positie van de oogpunten ten opzichte van punt R moet worden aangepast zoals in de onderstaande tabel aangegeven door X-coördinaten uit het driedimensionale referentiesysteem. De tabel geeft de basiscoördinaten weer voor een vaste rugleuninghoek van 25°. Het driedimensionale referentiesysteem voor de coördinaten is zoals vastgesteld in punt 2.3 van bijlage I bij Richtlijn 77/649/EEG, zoals gewijzigd.

    Rugleuninghoek

    Horizontale coördinaten

    (graden)

    ΔX

    25

    68 mm

    2)

    Bijkomende correctie voor vaste rugleuninghoeken van minder of meer dan dan 25°

    Onderstaande tabel bevat de bijkomende correcties vanaf het oogpunt met een vaste rugleuninghoek van 25 °, die op de X- en Z-coördinaten van de oogpunten moeten worden aangebracht, wanneer de ontwerprugleuninghoek geen 25° bedraagt.

    Rugleuninghoek

    Horizontale coördinaten

    Verticale coördinaten

    (graden)

    ΔX

    ΔZ

    5

    – 186 mm

    28 mm

    6

    – 177 mm

    27 mm

    7

    – 167 mm

    27 mm

    8

    – 157 mm

    27 mm

    9

    – 147 mm

    26 mm

    10

    – 137 mm

    25 mm

    11

    – 128 mm

    24 mm

    12

    – 118 mm

    23 mm

    13

    – 109 mm

    22 mm

    14

    – 99 mm

    21 mm

    15

    – 90 mm

    20 mm

    16

    – 81 mm

    18 mm

    17

    – 72 mm

    17 mm

    18

    – 62 mm

    15 mm

    19

    – 53 mm

    13 mm

    20

    – 44 mm

    11 mm

    21

    – 35 mm

    9 mm

    22

    – 26 mm

    7 mm

    23

    – 18 mm

    5 mm

    24

    – 9 mm

    3 mm

    25

    0 mm

    0 mm

    26

    9 mm

    – 3 mm

    27

    17 mm

    – 5 mm

    28

    26 mm

    – 8 mm

    29

    34 mm

    – 11 mm

    30

    43 mm

    – 14 mm

    31

    51 mm

    – 18 mm

    32

    59 mm

    – 21 mm

    33

    67 mm

    – 24 mm

    34

    76 mm

    – 28 mm

    35

    84 mm

    – 32 mm

    36

    92 mm

    – 35 mm

    37

    100 mm

    – 39 mm

    38

    108 mm

    – 43 mm

    39

    115 mm

    – 48 mm

    40

    123 mm

    – 52 mm”

    4)

    In de tabel in bijlage III, in het vak voor breedtespiegels van klasse IV voor motorvoertuigen van categorie N2 ≤ 7,5 t, komt de tekst als volgt te luiden:

    „Verplicht

    voor beide zijden indien een spiegel van klasse V kan worden gemonteerd

    Facultatief

    voor beide zijden indien dit niet mogelijk is”.

    5)

    In de tabel in bijlage III, in het vak voor trottoirspiegels van klasse V voor motorvoertuigen van categorie N2 ≤ 7,5 t, komt de tekst als volgt te luiden:

    „Verplicht, zie bijlage III, punten 3.7 en 5.5.5

    één aan de passagierszijde

    Facultatief

    één aan de bestuurderszijde

    (beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd).

    Een afwijking van + 10 cm mag worden toegepast.”.


    Top