Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000L0002

    Richtlijn 2000/2/EG van de Commissie van 14 januari 2000 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 75/322/EEG van de Raad wat de onderdrukking van door motoren met elektrische ontsteking van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen veroorzaakte radiostoringen betreft en van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad inzake de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 21 van 26.1.2000, p. 23–31 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009; stilzwijgende opheffing door 32009L0064

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2000/2/oj

    32000L0002

    Richtlijn 2000/2/EG van de Commissie van 14 januari 2000 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 75/322/EEG van de Raad wat de onderdrukking van door motoren met elektrische ontsteking van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen veroorzaakte radiostoringen betreft en van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad inzake de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 021 van 26/01/2000 blz. 0023 - 0031


    RICHTLIJN 2000/2/EG VAN DE COMMISSIE

    van 14 januari 2000

    tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 75/322/EEG van de Raad wat de onderdrukking van door motoren met elektrische ontsteking van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen veroorzaakte radiostoringen betreft en van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad inzake de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 74/150/EEG van de Raad van 4 maart 1974 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de goedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG van het Europees Parlement en de Raad(2), en met name op artikel 11,

    Gelet op Richtlijn 75/322/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de onderdrukking van radiostoringen, veroorzaakt door motoren met elektrische ontsteking van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/54/EG, en met name op artikel 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Richtlijn 75/322/EEG is een van de bijzondere richtlijnen van de bij Richtlijn 74/150/EEG ingevoerde EG-typegoedkeuringsprocedure. Bijgevolg zijn de bepalingen van Richtlijn 74/150/EEG met betrekking tot voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de eerstgenoemde richtlijn van toepassing.

    (2) In Richtlijn 75/322/EEG zijn de eerste maatregelen vervat, waarmee een basisniveau van elektromagnetische compatibiliteit ten aanzien van radiostoring wordt gewaarborgd. Sedertdien zijn door de vooruitgang van de techniek de complexiteit en de diversiteit van de elektrische en elektronische uitrusting nog toegenomen.

    (3) Om rekening te houden met de technologische ontwikkelingen op het gebied van de elektrische en elektronische apparatuur en met de noodzaak om de algemene comptabiliteit daarvan te waarborgen, zijn bij Richtlijn 89/336/EEG van de Raad(4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG(5), met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit van alle niet onder een bijzondere richtlijn begrepen producten algemene voorschriften vastgesteld.

    (4) Uit hoofde van het in Richtlijn 89/336/EEG vervatte beginsel gelden de algemene bepalingen ervan niet voor of zijn zij niet meer van toepassing op de apparaten die onder bijzondere richtlijnen vallen, voorzover de in de genoemde richtlijn omschreven beschermingseisen zijn geharmoniseerd.

    (5) Richtlijn 75/322/EEG dient een van die bijzondere richtlijnen te worden.

    (6) De aanpassing aan de technische vooruitgang is wat de motorvoertuigen betreft, bij Richtlijn 95/54/EG van de Commissie(6), geschied ten aanzien van de onderdrukking van door motoren met elektrische ontsteking van motorvoertuigen veroorzaakte radiostoringen. Thans dienen dienaangaande gelijkwaardige eisen voor motoren van landbouw- of bosbouwtrekkers te worden vastgesteld, meer bepaald bij een bijzondere richtlijn in het kader van de typegoedkeuringsprocedure waarbij de goedkeuring door de aangewezen nationale instantie op basis van geharmoniseerde technische voorschriften wordt verleend.

    (7) Het is noodzakelijk dat de technische voorschriften inzake door voertuigen en door onderdelen en systemen daarvan veroorzaakte radiostoringen (elektromagnetische compatibiliteit) met ingang van 1 oktober 2001 uitsluitend door de bepalingen van Richtlijn 75/322/EEG worden beheerst.

    (8) De bepalingen van de onderhavige richtlijn zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 12 van Richtlijn 74/150/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 75/322/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. De titel komt als volgt te luiden: "Richtlijn 75/322/EEG van de Raad van 20 mei 1975 betreffende de onderdrukking van radiostoringen, veroorzaakt door motoren met elektrische ontsteking van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (elektromagnetische compatibiliteit)".

    2. De artikelen 1 en 2 komen als volgt te luiden: "Artikel 1

    Onder 'voertuig' wordt in de onderhavige richtlijn verstaan, trekkers in de zin van Richtlijn 74/150/EEG.

    Artikel 2

    De lidstaten mogen de EG- of de nationale typegoedkeuring van een voertuig, systeem, onderdeel of afzonderlijke technische eenheid niet om met de elektromagnetische compatibiliteit verband houdende redenen weigeren, wanneer aan de voorschriften van deze richtlijn is voldaan.".

    3. Artikel 3 wordt geschrapt.

    4. Artikel 4 komt als volgt te luiden: "Artikel 4

    De onderhavige richtlijn vormt met ingang van 1 oktober 2001 een bijzondere richtlijn zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, van Richtlijn 89/336/EEG van de Raad(7)."

    5. De bijlagen worden vervangen door de bijlagen I tot en met IX van Richtlijn 95/54/EG, met de in de bijlage bij de onderhavige richtlijn aangegeven wijzigingen.

    Artikel 2

    1. Met ingang van 1 januari 2001 mogen de lidstaten om met de elektromagnetische compatibiliteit verband houdende redenen:

    - noch de EG-typegoedkeuring of de nationale goedkeuring voor een type voertuig weigeren,

    - noch de EG-typegoedkeuring voor een type onderdeel of voor een type van afzonderlijke technische eenheid weigeren,

    - noch de inschrijving, de verkoop of de ingebruikneming van voertuigen verbieden,

    - noch de verkoop of het gebruik van onderdelen of van afzonderlijke technische eenheden verbieden,

    wanneer deze voertuigen, onderdelen of afzonderlijke technische eenheden aan de bepalingen van Richtlijn 75/322/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn, voldoen.

    2. Met ingang van 1 oktober 2002:

    - mogen de lidstaten niet meer de EG-typegoedkeuring voor een typevoertuig verlenen, noch die voor een typeonderdeel, respectievelijk voor een type van afzonderlijke technische eenheid,

    en

    - mogen zij de nationale goedkeuring weigeren,

    voor een type voertuig, onderdeel of afzonderlijke technische eenheid, indien niet aan de bepalingen van Richtlijn 75/322/EEG, zoals gewijzigd bij de onderhavige richtlijn is voldaan.

    3. Lid 2 is niet van toepassing op voertuigtypes waarvoor vóór 1 oktober 2002 uit hoofde van Richtlijn 77/537/EEG van de Raad(8) goedkeuring is verleend noch, in voorkomend geval, op de nadien gevolgde verlengingen en uitbreidingen van die goedkeuringen.

    4. Met ingang van 1 oktober 2008:

    - beschouwen de lidstaten de certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 74/150/EEG vergezeld gaan, als niet meer geldig voor de doeleinden van artikel 7, lid 1, van die richtlijn,

    en

    - mogen de lidstaten de verkoop en de ingebruikneming van nieuwe elektrische/elektronische subeenheden als onderdelen of afzonderlijke technische eenheden verbieden,

    indien niet aan de eisen van de onderhavige richtlijn is voldaan.

    5. Onverminderd de leden 2 en 4 blijven de lidstaten voor vervangingsproducten EG-typegoedkeuringen verlenen en de verkoop en de ingebruikneming toestaan van onderdelen en afzonderlijke technische eenheden die zijn bestemd voor gebruik op voertuigtypes waarvoor vóór 1 oktober 2002 een goedkeuring uit hoofde van hetzij Richtlijn 75/322/EEG, hetzij Richtlijn 77/537/EEG is verleend met, in voorkomend geval, een nadien gevolgde verlenging en/of uitbreiding.

    Artikel 3

    In Richtlijn 74/150/EEG, bijlage I, punt 3.17, en in bijlage II, punt 2.4, wordt het woord "ontstoring" vervangen door de woorden "elektromagnetische compatibiliteit".

    Artikel 4

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2000 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 5

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 6

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 14 januari 2000.

    Voor de Commissie

    Erkki LIIKANEN

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 84 van 28.3.1974, blz. 10.

    (2) PB L 277 van 10.10.1997, blz. 24.

    (3) PB L 147 van 9.6.1975, blz. 28.

    (4) PB L 139 van 23.5.1989, blz. 19.

    (5) PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1.

    (6) PB L 266 van 8.11.1995, blz. 1.

    (7) PB L 139 van 23.5.1989, blz. 19.

    (8) PB L 220 van 29.8.1977, blz. 38.

    BIJLAGE

    Voor de doeleinden van deze richtlijn worden de bijlagen I, IIA, IIB, IIIA, IIIB, IV en VI van Richtlijn 95/54/EG als volgt gewijzigd:

    1. Bijlage I

    1.1. Punt 1.1 wordt als volgt gelezen: "Deze richtlijn is van toepassing op de elektromagnetische compatibiliteit van de in artikel 1 bedoelde voertuigen en op voor inbouw in voertuigen bestemde elektrische of elektronische technische eenheden.".

    1.2. In punt 2.1.10 wordt "artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG" vervangen door "artikel 9 bis van Richtlijn 74/150/EEG".

    1.3. In de punten 3.1.1 en 3.2.1 wordt "artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG" vervangen door "artikel 9 bis van Richtlijn 74/150/EEG".

    1.4. In de punten 4.2.1.1 en 4.2.2.1 wordt "artikel 4, lid 3, en, indien van toepassing, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG" vervangen door "artikel 4 van Richtlijn 74/150/EEG".

    1.5. In punt 4.3.1 wordt "artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG" vervangen door "artikel 6 van Richtlijn 74/150/EEG".

    1.6. In punt 5.2

    1.6.1. wordt de opsomming van landen vervangen door de volgende zin: "1 voor Duitsland; 2 voor Frankrijk; 3 voor Italië; 4 voor Nederland; 5 voor Zweden; 6 voor België; 9 voor Spanje; 11 voor het Verenigd Koninkrijk; 12 voor Oostenrijk; 13 voor Luxemburg; 17 voor Finland; 18 voor Denemarken; 21 voor Portugal; 23 voor Griekenland; 24 voor Ierland.";

    1.6.2. wordt "Richtlijn 72/245/EEG" vervangen door "Richtlijn 75/322/EEG".

    1.7. De punten 7.1 en 7.3 vervallen.

    2. Bijlage IIA

    2.1. De titel wordt vervangen door: "Inlichtingenformulier nr. ... zoals bedoeld in bijlage I van Richtlijn 74/150/EEG ten behoeve van de EG-typegoedkeuring van een voertuig wat betreft de elektromagnetische compatibiliteit (Richtlijn 75/322/EEG), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/2/EG".

    2.2. De voetnoot (*) vervalt.

    3. Bijlage IIB

    3.1. De titel wordt vervangen door: "Inlichtingenformulier nr. ... ten behoeve van de EG-typegoedkeuring van een elektrische/elektronische subeenheid wat betreft de elektromagnetische compatibiliteit (Richtlijn 75/322/EEG), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/2/EG".

    4. Bijlage IIIA

    4.1. De titel wordt vervangen door: "EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER".

    4.2. In de eerste alinea wordt "Richtlijn 72/245/EEG" vervangen door "Richtlijn 75/322/EEG".

    4.3. In punt 0.4

    4.3.1. wordt "Categorie waartoe het voertuig behoort (3)" vervangen door "Voertuig";

    4.3.2. vervalt voetnoot (3).

    4.4. De titel van het aanhangsel wordt vervangen door "Aanhangsel bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. ... betreffende de typegoedkeuring van een voertuig met betrekking tot Richtlijn 75/322/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/2/EG".

    5. Bijlage IIIB

    5.1. De titel wordt vervangen door: "EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER".

    5.2. In de eerste alinea wordt "Richtlijn 72/245/EEG" vervangen door "Richtlijn 75/322/EEG".

    5.3. In punt 0.4

    5.3.1. wordt "Categorie waartoe het voertuig behoort (3)" vervangen door "Voertuig";

    5.3.2. vervalt voetnoot (3).

    5.4. De titel van het aanhangsel wordt vervangen door: "Aanhangsel bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. ... betreffende de typegoedkeuring van een elektrische/elektronische subeenheid met betrekking tot Richtlijn 75/322/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/2/EG".

    6. Bijlage IV

    6.1. De eerste alinea van punt 1.3 wordt vervangen door: "De proef is bestemd voor de meting van de breedbandstraling uitgezonden door vonkontstekingssystemen en elektrische motoren (elektrische aandrijfmotoren, motoren voor verwarmings- of ontdooisystemen, brandstofpompen, hydraulische pompen, enz.) die permanent op het voertuig zijn gemonteerd.".

    6.2. Punt 5.3 wordt als volgt aangevuld: "en op één lijn met het centrum van het voertuig gedefinieerd als het punt op de hartlijn van het voertuig dat gelegen is op de helft van de afstand tussen het centrum van de voor- en van de achteras van het voertuig".

    6.3. In aanhangsel 1 worden de figuren 1 en 2 vervangen door de volgende figuren 1 en 2:

    >PIC FILE= "L_2000021NL.002801.EPS">

    >PIC FILE= "L_2000021NL.002901.EPS">

    >PIC FILE= "L_2000021NL.002902.EPS">

    7. Bijlage VI

    7.1. Punt 4.1.1 wordt als volgt gewijzigd: "De motor moet de aangedreven wielen op een constante snelheid brengen die overeenstemt met 3/4 van de maximumsnelheid van het voertuig, tenzij een andere snelheid op technische gronden de voorkeur verdient. De motor van het voertuig moet op een correcte wijze worden belast. Zo nodig mogen de drijfassen worden gedemonteerd (bv. bij voertuigen met meer dan 2 assen) voorzover deze assen geen onderdeel aandrijven dat interferentie kan veroorzaken."

    7.2. Punt 5.4.1.4 wordt als volgt gewijzigd: "5.4.1.4. voor een bestraling in de richting van de voorzijde,

    - hetzij op een afstand van 1,0 0 +- 0,2 m binnenin het voertuig, te meten vanaf de snijlijn van de voorruit en de motorkap (punt C in aanhangsel 1 van deze bijlage),

    - hetzij op een afstand van 0,2 +- 0,2 m, te meten vanaf het centrum van de vooras van de trekker in de richting van het centrum van de trekker (punt D in aanhangsel 2 van deze bijlage),

    naar gelang van wat de kortste afstand geeft tussen een referentiepunt en de antenne;".

    7.3. Een nieuw punt 5.4.1.5 wordt toegevoegd met de volgende bepalingen: "5.4.1.5. voor een bestraling in de richting van de achterzijde,

    - hetzij op een afstand van 1,0 +- 0,2 m binnenin het voertuig, te meten vanaf de snijlijn van de voorruit en de motorkap (punt C in aanhangsel 1 van deze bijlage),

    - hetzij op een afstand van 0,2 +- 0,2 m, te meten vanaf het centrum van de achteras van de trekker in de richting van het centrum van de trekker (punt D in aanhangsel 2 van deze bijlage),

    naar gelang van wat de kortste afstand geeft tussen een referentiepunt en de antenne.".

    7.4. De aanhangsels 1 en 2 worden vervangen door de volgende aanhangsels 1 en 2:

    "Aanhangsel 1

    >PIC FILE= "L_2000021NL.003002.EPS">

    Aanhangsel 2

    >PIC FILE= "L_2000021NL.003102.EPS">"

    7.5. Aanhangsel 3 vervalt.

    7.6. Aanhangsel 4 wordt aanhangsel 3.

    Top