Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0425

    Zaak C-425/14: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 22 oktober 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Giustizia amministrativa per la Regione Siciliana — Italië) — Impresa Edilux Srl, in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een tijdelijke vereniging van ondernemingen, Società Italiana Costruzioni e Forniture Srl (SICEF)/Assessorato Beni Culturali e Identità Siciliana — Servizio Soprintendenza Provincia di Trapani, Assessorato ai Beni Culturali e dell’Identità Siciliana, UREGA — Sezione provinciale di Trapani, Assessorato delle Infrastrutture e della Mobilità della Regione Siciliana (Prejudiciële verwijzing — Overheidsopdrachten — Richtlijn 2004/18/EG — Gronden voor uitsluiting van deelneming aan een aanbesteding — Opdracht met een waarde beneden de drempel voor toepassing van deze richtlijn — Fundamentele regels van het VWEU — Verklaring van aanvaarding van een rechtmatigheidsprotocol ter bestrijding van criminele activiteiten — Uitsluiting wegens niet-overlegging van een dergelijke verklaring — Toelaatbaarheid — Evenredigheid)

    PB C 414 van 14.12.2015, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 414/9


    Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 22 oktober 2015 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Consiglio di Giustizia amministrativa per la Regione Siciliana — Italië) — Impresa Edilux Srl, in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een tijdelijke vereniging van ondernemingen, Società Italiana Costruzioni e Forniture Srl (SICEF)/Assessorato Beni Culturali e Identità Siciliana — Servizio Soprintendenza Provincia di Trapani, Assessorato ai Beni Culturali e dell’Identità Siciliana, UREGA — Sezione provinciale di Trapani, Assessorato delle Infrastrutture e della Mobilità della Regione Siciliana

    (Zaak C-425/14) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Overheidsopdrachten - Richtlijn 2004/18/EG - Gronden voor uitsluiting van deelneming aan een aanbesteding - Opdracht met een waarde beneden de drempel voor toepassing van deze richtlijn - Fundamentele regels van het VWEU - Verklaring van aanvaarding van een rechtmatigheidsprotocol ter bestrijding van criminele activiteiten - Uitsluiting wegens niet-overlegging van een dergelijke verklaring - Toelaatbaarheid - Evenredigheid))

    (2015/C 414/12)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Consiglio di Giustizia amministrativa per la Regione Siciliana

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Impresa Edilux Srl, in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een tijdelijke vereniging van ondernemingen, Società Italiana Costruzioni e Forniture Srl (SICEF)

    Verwerende partijen: Assessorato Beni Culturali e Identità Siciliana — Servizio Soprintendenza Provincia di Trapani, Assessorato ai Beni Culturali e dell’Identità Siciliana, UREGA — Sezione provinciale di Trapani, Assessorato delle Infrastrutture e della Mobilità della Regione Siciliana

    in tegenwoordigheid van: Icogen Srl

    Dictum

    De fundamentele regels en de algemene beginselen van het VWEU, in het bijzonder het beginsel van gelijke behandeling en het verbod van discriminatie, alsook de daaruit voortvloeiende transparantieverplichting, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een bepaling van nationaal recht volgens welke een aanbestedende dienst kan bepalen dat een gegadigde of een inschrijver automatisch wordt uitgesloten van een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht wanneer hij niet, samen met zijn aanbod, een schriftelijke aanvaarding heeft overgelegd van de verplichtingen en verklaringen die zijn vervat in een rechtmatigheidsprotocol als in het hoofdgeding aan de orde, dat infiltratie van de georganiseerde misdaad op het gebied van overheidsopdrachten beoogt tegen te gaan. Voor zover dit protocol verklaringen omvat volgens welke tussen de gegadigde of de inschrijver en andere gegadigden of inschrijvers geen afhankelijkheidsverhouding bestaat of volgens welke hij niet met andere gegadigden of inschrijvers in een vereniging is verbonden, geen overeenkomst heeft gesloten of zal sluiten met andere deelnemers aan de aanbestedingsprocedure en geen taken, van welke aard ook, zal uitbesteden aan andere ondernemingen die aan deze procedure deelnemen, kan het ontbreken van dergelijke verklaringen er evenwel niet toe leiden dat de gegadigde of inschrijver automatisch van de procedure wordt uitgesloten.


    (1)  PB C 431 van 1.12.2014.


    Top