EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R1454

Verordening (EG) nr. 1454/2007 van de Commissie van 10 december 2007 houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten

PB L 325 van 11.12.2007, p. 69–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 27/12/2023; opgeheven door 32023R2835

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1454/oj

11.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 325/69


VERORDENING (EG) Nr. 1454/2007 VAN DE COMMISSIE

van 10 december 2007

houdende gemeenschappelijke bepalingen betreffende inschrijvingen voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde landbouwproducten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), en met name op artikel 31, lid 14,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (2), en met name op artikel 18,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (3), en met name op artikel 15, lid 3,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (4), en met name op artikel 33, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 31, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor landbouwproducten kan het verschil tussen de noteringen of prijzen op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap voor bepaalde landbouwproducten door uitvoerrestituties worden overbrugd voor zover dit nodig is om de uitvoer van die producten mogelijk te maken en binnen de grenzen die voortvloeien uit de overeenkomsten die zijn gesloten in overeenstemming met artikel 300 van het Verdrag.

(2)

Om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk aan te wenden en tussen exporteurs die van de uitvoerrestitutieregeling gebruik willen maken, meer transparantie te creëren en de concurrentie te verhogen, kan de Commissie de restituties via een inschrijving vaststellen voor producten waarvoor die procedure vroeger reeds was ingesteld.

(3)

In de verordeningen van de Commissie houdende uitvoeringsbepalingen inzake het houden van een inschrijving voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor bepaalde gemeenschappelijke marktordeningen zijn uiteenlopende procedureregels voor die inschrijvingen vastgesteld.

(4)

Om die regels te vereenvoudigen en de beheers- en controlemechanismen efficiënter te maken moeten gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld voor het beheer van de inschrijvingen tot vaststelling van uitvoerrestituties.

(5)

Om de administratieve rompslomp voor marktdeelnemers en nationale bestuursdiensten te verminderen moet de inschrijving aan de aanvraag van uitvoercertificaten worden gekoppeld en moet, zodra wordt gegund, de inschrijvingszekerheid ook als zekerheid voor het certificaat gelden.

(6)

De offertes moeten alle gegevens bevatten die voor de beoordeling ervan nodig zijn en er moet een regeling worden ingesteld voor de mededeling van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie.

(7)

De zekerheid moet garanderen dat de aanvaarde hoeveelheden worden uitgevoerd overeenkomstig het in het kader van de inschrijving afgegeven certificaat. Bijgevolg moeten bepalingen worden vastgesteld voor het vrijgeven en verbeurdverklaren van de zekerheid die wordt gesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (5).

(8)

Op basis van de ontvangen offertes kan een maximumuitvoerrestitutie worden vastgesteld. De marktomstandigheden kunnen echter zo zijn dat het om economische of andere redenen noodzakelijk is alle ontvangen offertes te weigeren.

(9)

Uit de ervaring blijkt dat er bepalingen moeten worden vastgesteld om de indiening van documenten met onjuiste gegevens tegen te gaan. Daarom moet een passende sanctieregeling worden ingesteld, waarbij ook moet worden bepaald in welke gevallen geen sancties hoeven te worden toegepast.

(10)

Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie van 15 april 1999 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (6) en Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (7) dienen te gelden voor de uitvoerrestituties waarin deze verordening voorziet.

(11)

Aangezien gemeenschappelijke bepalingen worden vastgesteld, moeten Verordening (EEG) nr. 584/1975 van de Commissie van 6 maart 1975 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake het houden van een openbare inschrijving voor de restitutie bij uitvoer in de sector rijst (8) en Verordening (EG) nr. 580/2004 van de Commissie van 26 maart 2004 houdende een inschrijvingsprocedure tot vaststelling van de uitvoerrestituties voor bepaalde zuivelproducten (9) worden ingetrokken.

(12)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de betrokken Comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening bevat gemeenschappelijke bepalingen voor de organisatie en het beheer van inschrijvingen tot vaststelling van het bedrag van uitvoerrestituties voor producten van de volgende sectoren:

a)

melk en zuivelproducten,

b)

granen,

c)

rijst,

d)

suiker.

Zij is van toepassing onverminderd de afwijkingen en de bijzondere bepalingen die zijn vastgesteld in de verordeningen van de Commissie waarbij een inschrijving is geopend voor de vaststelling van uitvoerrestituties voor de in de eerste alinea genoemde landbouwproducten.

2.   Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „de bevoegde autoriteiten van de lidstaten” verstaan de door de lidstaten als betaalorgaan erkende diensten of instanties die voldoen aan artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (10).

3.   De Verordeningen (EG) nr. 800/1999 en (EG) nr. 1291/2000 zijn van toepassing tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 2

Opening van inschrijvingen

1.   Voor elk betrokken product wordt de inschrijving bij een verordening van de Commissie, hierna de „verordening tot opening van de inschrijving” genoemd, geopend volgens de procedure als bedoeld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor de betrokken landbouwproducten.

2.   De verordening tot opening van de inschrijving bevat de volgende gegevens:

a)

de producten waarop de inschrijving betrekking heeft, met de desbetreffende GN-codes;

b)

de periode waarop de inschrijving betrekking heeft („inschrijvingsperiode”) en de verschillende subperioden waarin de offertes kunnen worden ingediend;

c)

begin en einde van de termijn waarin de offertes kunnen worden ingediend;

d)

indien nodig, de totale hoeveelheid waarop de inschrijving betrekking heeft;

e)

de minimumhoeveelheid waarop een offerte betrekking moet hebben;

f)

het bedrag van de zekerheid;

g)

de bestemming waarnaar de producten moeten worden uitgevoerd, voor zover dit vereist is;

h)

de bevoegde autoriteit van de lidstaten aan wie de offertes moeten worden toegestuurd.

3.   De in lid 2, onder b), d), en h), vereiste gegevens kunnen in een bericht van inschrijving in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

4.   Tussen de inwerkingtreding van de verordening tot opening van de inschrijving of de bekendmaking van het bericht van inschrijving en de eerste datum voor indiening van de offertes moeten minstens 6 dagen verlopen.

Artikel 3

Indiening van de offertes en aanvraag van uitvoercertificaten

1.   De offertes worden door in de Gemeenschap gevestigde en er voor btw-doeleinden geregistreerde marktdeelnemers ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die in de verordening tot opening van de inschrijving of in het bericht van inschrijving zijn vermeld.

2.   De offertes worden ingediend samen met en aan de hand van het formulier voor de aanvraag van een uitvoercertificaat waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1291/2000.

3.   De offertes kunnen elektronisch worden ingediend volgens het procedé dat de betrokken lidstaat ter beschikking van de marktdeelnemers stelt. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen eisen dat de elektronisch ingediende offertes vergezeld gaan van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van artikel 2, punt 2, van Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad (11). In alle andere gevallen eisen de bevoegde autoriteiten een elektronische handtekening die met betrekking tot de functionaliteiten van een handtekening gelijkwaardige garanties biedt, en daartoe passen zij dezelfde regels en voorwaarden toe als die welke zijn vervat in de voorschriften van de Commissie voor elektronische en digitale documenten, als vastgesteld bij Besluit nr. 2004/563/EG, Euratom, van de Commissie (12), en de bepalingen voor de uitvoering daarvan (13).

4.   Als artikel 2, lid 2, onder g), wordt toegepast, worden op de certificaataanvraag de bestemmingen vermeld die in de verordening tot opening van de inschrijving zijn aangegeven.

5.   Een offerte is geldig als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de offerte bevat in vak 20 van de certificaataanvraag een verwijzing naar de verordening tot opening van de inschrijving, alsmede de datum waarop de subperiode voor de indiening van de offertes afloopt;

b)

zij vermeldt in vak 4 van de certificaataanvraag de identificatiegegevens van de inschrijver: naam, adres en btw-nummer;

c)

zij vermeldt in vak 16 van de certificaataanvraag de GN-code van het product;

d)

zij is, in voorkomend geval, in overeenstemming met de minimum- en de maximumhoeveelheid die in de verordening tot opening van de inschrijving zijn aangegeven;

e)

zij vermeldt in vak 20 van de certificaataanvraag de uitvoerrestitutie per eenheid, uitgedrukt in euro en eurocent;

f)

zij vermeldt in de vakken 17 en 18 van de certificaataanvraag de hoeveelheid product die zal worden uitgevoerd;

g)

zij specificeert in vak 7 van de certificaataanvraag de uitvoerbestemming wanneer artikel 2, lid 2, onder g), wordt toegepast;

h)

de inschrijver heeft vóór het verstrijken van de subperiode voor de indiening van de offertes een zekerheid gesteld overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 en in afwijking van artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000, en heeft het bewijs daarvan geleverd binnen dezelfde periode;

i)

de offerte omvat geen andere, door de inschrijver geformuleerde voorwaarden dan die welke in dit lid zijn vermeld;

j)

zij is opgesteld in de officiële taal of een van de officiële talen van de lidstaat waar de offerte wordt ingediend.

6.   De inschrijvingszekerheid geldt als zekerheid voor het uitvoercertificaat.

7.   Na de indiening kan een offerte niet meer worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 4

Onderzoek van de offertes

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten onderzoeken de offertes op basis van de in artikel 3, lid 5, vermelde elementen. Zij controleren met name de juistheid van de gegevens en besluiten of de offertes al dan niet geldig zijn.

2.   Personen die zijn gemachtigd om offertes te ontvangen en te onderzoeken, mogen onbevoegden niets over de offertes meedelen.

3.   Wanneer de offerte ongeldig is, delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten dit aan de inschrijver mee.

Artikel 5

Kennisgeving van de offertes aan de Commissie

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle geldige offertes.

2.   In de kennisgevingen worden de in artikel 3, lid 5, onder b), bedoelde gegevens niet vermeld.

3.   De kennisgevingen geschieden elektronisch, op de door de Commissie aan de lidstaten meegedeelde wijze en binnen een specifieke periode die is vastgesteld bij de verordening van de Commissie tot opening van de betrokken inschrijving.

De vorm en de inhoud van de kennisgevingen worden vastgesteld op basis van de modellen die de Commissie ter beschikking stelt van de lidstaten. Deze modellen mogen pas worden gebruikt nadat het bevoegde Comité van beheer ervan in kennis is gesteld.

4.   Als geen offertes worden ingediend, delen de lidstaten dit aan de Commissie mee in de in lid 3 bedoelde periode.

Artikel 6

Besluit op basis van de offertes

1.   Op grond van de offertes die overeenkomstig artikel 5, lid 1, zijn meegedeeld, besluit de Commissie volgens de procedure als bedoeld in artikel 42, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor de betrokken landbouwproducten:

a)

geen maximumrestitutie vast te stellen, dan wel

b)

een maximumrestitutie vast te stellen.

2.   Voor offertes die op het niveau van de maximumrestitutie worden ingediend, kan de Commissie, wanneer artikel 2, lid 2, onder d), wordt toegepast, een coëfficiënt vaststellen voor de gunning van de hoeveelheden waarvoor is ingeschreven.

3.   Het restitutiebesluit wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 7

Besluiten inzake offertes en afgifte van uitvoercertificaten

1.   Als overeenkomstig artikel 6, lid 1, een maximumuitvoerrestitutie is vastgesteld, aanvaarden de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de offertes waarin een restitutie is opgegeven die ten hoogste gelijk is aan die maximumrestitutie. Alle overige offertes worden geweigerd.

2.   Als geen restitutie is vastgesteld, worden alle offertes geweigerd.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten aanvaarden geen offertes die niet overeenkomstig artikel 5, lid 1, zijn meegedeeld.

3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten nemen de in lid 1 bedoelde besluiten na de bekendmaking van het in artikel 6, lid 1, bedoelde restitutiebesluit van de Commissie.

4.   Uiterlijk op de vijfde werkdag na de inwerkingtreding van het besluit van de Commissie tot vaststelling van een maximumrestitutie geeft de bevoegde autoriteit van de lidstaat aan de inschrijvers aan wie wordt gegund, uitvoercertificaten af voor de aanvaarde hoeveelheid, onder vermelding van de in de offerte opgegeven restitutie. Als artikel 2, lid 2, onder g), wordt toegepast, worden op het certificaat de bestemmingen vermeld die in de verordening tot opening van de inschrijving zijn aangegeven.

5.   In afwijking van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 is het uitvoercertificaat geldig met ingang van de dag van de feitelijke afgifte.

Artikel 8

Rechten en plichten van de inschrijvers aan wie wordt gegund

1.   De inschrijvers aan wie wordt gegund, hebben op grond van het in artikel 7, lid 3, bedoelde besluit recht op een uitvoercertificaat voor de in dat besluit aanvaarde hoeveelheid en uitvoerrestitutie.

2.   Als artikel 2, lid 2, onder g), wordt toegepast, moeten de inschrijvers aan wie wordt gegund, de aanvaarde hoeveelheid binnen de geldigheidsduur van het certificaat uitvoeren naar de in die bepaling bedoelde bestemming.

Artikel 9

Vrijgave en verbeurdverklaring van de zekerheid

1.   De primaire eis in de zin van artikel 20, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2220/85 is dat de aanvaarde hoeveelheid binnen de geldigheidsduur van het certificaat wordt uitgevoerd. Als de verordening tot opening van de inschrijving voorziet in een specifieke bestemming als bedoeld in artikel 2, lid 2, onder g), van de onderhavige verordening, is artikel 35, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van toepassing.

2.   De zekerheid wordt vrijgegeven als:

a)

de offerte ongeldig is of geweigerd wordt;

b)

aan de in artikel 8, lid 2, genoemde verplichting is voldaan;

c)

als artikel 6, lid 2, wordt toegepast, stemt het bedrag van de vrijgegeven zekerheid overeen met de niet-aanvaarde hoeveelheid.

3.   Behalve bij overmacht wordt de zekerheid verbeurd wanneer niet wordt voldaan aan de in artikel 8, lid 2, bedoelde verplichting.

Artikel 10

Terugvordering van restituties — Sancties

1.   Onverminderd hoofdstuk 2 van titel IV van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie sluiten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat, als wordt geconstateerd dat een document dat een inschrijver verstrekt om de uit deze verordening voortvloeiende rechten toegekend te krijgen, onjuiste gegevens bevat en die onjuiste gegevens doorslaggevend zijn voor de toekenning van die rechten, voor een periode van één jaar vanaf het ogenblik waarop het definitieve administratieve besluit tot constatering van de onregelmatigheid is genomen, de inschrijver van deelname aan de regeling voor de toekenning van uitvoerrestituties via een inschrijving uit voor de producten waarop de betrokken procedure betrekking heeft.

2.   Lid 1 is niet van toepassing als de aanvrager ten genoegen van de bevoegde autoriteiten bewijst dat de in de aanhef van lid 1 bedoelde situatie niet aan grove nalatigheid zijnerzijds te wijten is of dat die situatie het gevolg is van overmacht of van een kennelijke fout.

3.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de gevallen waarin lid 1 wordt toegepast. De Commissie houdt deze informatie ter beschikking van de overige lidstaten.

Artikel 11

Intrekkingen

Verordening (EEG) nr. 584/1975 wordt ingetrokken.

Verordening (EG) nr. 580/2004 wordt ingetrokken met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Onverminderd de tweede alinea van artikel 11 is deze verordening van toepassing voor offertes die worden geopend na de inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 december 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1152/2007 (PB L 258 van 4.10.2007, blz. 3).

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 735/2007 (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 6).

(3)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 797/2006 (PB L 144 van 31.5.2006, blz. 1).

(4)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1).

(5)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).

(6)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1001/2007 (PB L 226 van 30.8.2007, blz. 9).

(7)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006.

(8)  PB L 61 van 7.3.1975, blz. 25. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1948/2002 (PB L 299 van 1.11.2002, blz. 18).

(9)  PB L 90 van 27.3.2004, blz. 58. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 128/2007 (PB L 41 van 13.2.2007, blz. 6).

(10)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(11)  PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

(12)  PB L 251 van 27.7.2004, blz. 9.

(13)  Document SEC(2005) 1578.


Top