This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023D1038
Commission Implementing Decision (EU) 2023/1038 of 24 May 2023 on the clearance of the accounts of the paying agencies of the United Kingdom concerning expenditure financed by the European Agricultural Fund for Rural Development (EAFRD) for financial year 2022 (notified under document C(2023) 3275) (Only the English text is authentic)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1038 van de Commissie van 24 mei 2023 betreffende de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van het Verenigd Koninkrijk betreffende de uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2022 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 3275) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1038 van de Commissie van 24 mei 2023 betreffende de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van het Verenigd Koninkrijk betreffende de uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2022 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 3275) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
C/2023/3275
PB L 139 van 26.5.2023, pp. 81–87
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
26.5.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 139/81 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1038 VAN DE COMMISSIE
van 24 mei 2023
betreffende de goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen van het Verenigd Koninkrijk betreffende de uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven over het begrotingsjaar 2022
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 3275)
(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (1), en met name artikel 104,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 51, in samenhang met de artikelen 131 en 138 van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 104, lid 1, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/2116 is bepaald dat artikel 4, lid 1, punt b), artikel 5, artikel 7, lid 3, de artikelen 9, 17, 21 en 34, artikel 35, lid 4, de artikelen 36, 37, 38, 40 tot en met 43, 51, 52, 54, 56, 59, 63, 64, 67, 68, 70 tot en met 75, 77, 91 tot en met 97, 99 en 100, artikel 102, lid 2, en de artikelen 110 en 111 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van toepassing blijven, wat het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) betreft, met betrekking tot de uitgaven die zijn gedaan door de begunstigden en de betalingen die zijn gedaan door het betaalorgaan in het kader van de uitvoering van plattelandsontwikkelingsprogramma’s overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) voor het begrotingsjaar 2022. |
(2) |
In artikel 64, tweede alinea, punt a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie (4) is bepaald dat artikel 2, artikel 3, lid 1, eerste alinea, artikel 3, lid 2, artikel 4, lid 1, punt b), artikel 5, artikel 6, artikel 7, de artikelen 21 tot en met 25, artikel 27, artikel 28, artikel 29, artikel 30, lid 1, punten a), b) en c), artikel 30, leden 2, 3 en 4, de artikelen 31 tot en met 40 en de artikelen 42 tot en met 47 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (5) van toepassing blijven, wat het Elfpo betreft, met betrekking tot de uitgaven die zijn gedaan door de begunstigden en de betalingen die zijn gedaan door het betaalorgaan in het kader van de uitvoering van plattelandsontwikkelingsprogramma’s overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 voor het begrotingsjaar 2022. |
(3) |
In artikel 64, tweede alinea, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 is bepaald dat de bijlagen II en III bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van toepassing blijven voor de doeleinden van artikel 32, punten f) en g), van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 voor het begrotingsjaar 2022. |
(4) |
In artikel 40, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie (6) is bepaald dat artikel 5, artikel 5 bis, artikel 7, leden 3 en 4, artikel 10, artikel 11, lid 1, tweede alinea, artikel 11, lid 2, artikel 12, artikel 13 en artikel 41, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (7) van toepassing blijven, wat het Elfpo betreft, met betrekking tot de uitgaven die zijn gedaan door de begunstigden en de betalingen die zijn gedaan door het betaalorgaan in het kader van de uitvoering van plattelandsontwikkelingsprogramma’s overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1305/2013 voor het begrotingsjaar 2022. |
(5) |
Op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet de Commissie vóór 31 mei van het jaar na het betrokken begrotingsjaar de rekeningen van de in artikel 7 van die verordening bedoelde betaalorganen goedkeuren op basis van de door het Verenigd Koninkrijk ingediende jaarrekeningen, vergezeld van de voor de goedkeuring van de rekeningen benodigde informatie en een auditoordeel over de volledigheid, de nauwkeurigheid en de waarheidsgetrouwheid van de rekeningen en de verslagen die door de certificerende instanties zijn opgesteld. |
(6) |
Zoals is bepaald in artikel 35 van Verordening (EU) 2021/2116, begint het landbouwbegrotingsjaar op 16 oktober van het jaar N-1 en eindigt het op 15 oktober van het jaar N. Om de referentieperiode voor de uitgaven uit hoofde van het Elfpo af te stemmen op die voor de uitgaven uit hoofde van het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF), moeten, in het kader van de goedkeuring van de rekeningen voor het begrotingsjaar 2022, de uitgaven in aanmerking worden genomen die het Verenigd Koninkrijk in de periode van 16 oktober 2021 tot en met 15 oktober 2022 heeft gedaan, conform artikel 11, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128. |
(7) |
Krachtens artikel 33, lid 2, tweede alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet het bedrag dat als gevolg van het in artikel 33, lid 1, van die verordening bedoelde besluit tot goedkeuring van de rekeningen moet worden teruggevorderd van of betaald aan het Verenigd Koninkrijk, worden bepaald door de tussentijdse betalingen voor het betrokken begrotingsjaar af te trekken van de overeenkomstig artikel 33, lid 1, voor datzelfde jaar erkende uitgaven. Dat bedrag moet door de Commissie worden afgetrokken van of opgeteld bij de volgende tussentijdse betaling. |
(8) |
De Commissie heeft de door het Verenigd Koninkrijk verstrekte informatie gecontroleerd en het Verenigd Koninkrijk in kennis gesteld van de resultaten van haar controles en van de wijzigingen die zij voorstelt. |
(9) |
Voor de betaalorganen van het Verenigd Koninkrijk, namelijk “Department of Agriculture, Environment and Rural Affairs”, “The Scottish Government Rural Payments and Inspections Directorate”, “Welsh Government” en “Rural Payments Agency”, volstaan de jaarrekeningen en de begeleidende stukken om de Commissie in staat te stellen een besluit te nemen over de volledigheid, de nauwkeurigheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende jaarrekeningen. |
(10) |
Op grond van artikel 36, lid 3, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mogen tussentijdse betalingen worden verricht zolang geen overschrijding plaatsvindt van de totale geprogrammeerde Elfpo-bijdrage. Krachtens artikel 23, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 moet in het geval dat de gecumuleerde uitgavendeclaraties het voor een plattelandsontwikkelingsprogramma geprogrammeerde totaalbedrag overschrijden, het te betalen bedrag worden begrensd tot het geprogrammeerde bedrag, onverminderd het maximum als bedoeld in artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013. De Commissie zal later, na vaststelling van het gewijzigde financiële plan of bij afsluiting van de programmeringsperiode, nog een vergoeding bepalen voor het begrensde bedrag. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 75, lid 1, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 zijn de regels inzake de betalingstermijnen voor plattelandsontwikkelingsmaatregelen in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem van toepassing met ingang van het aanvraagjaar 2019. Voor de verlagingen wegens niet-naleving van de laatste betalingstermijnen, als berekend conform artikel 5 bis van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014, wordt de procedure van de artikelen 40 en 41 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 gevolgd en daarmee moet rekening worden gehouden in het onderhavige besluit voor het begrotingsjaar 2022. Die verlagingen kunnen indien nodig worden onderzocht in het kader van de conformiteitsgoedkeuringsprocedure uit hoofde van artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. |
(12) |
Overeenkomstig artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mag het gecumuleerde totaal van de voorfinanciering en de tussentijdse betalingen ten hoogste 95 % bedragen van de bijdrage uit het Elfpo voor elk plattelandsontwikkelingsprogramma. Voor de volgende programma’s is deze drempelwaarde bereikt: 2014UK06RDRP001 en 2014UK06RDRP003. Het uitstaande saldo van deze programma’s zal bij de afsluiting van de programmeringsperiode worden verrekend. |
(13) |
Op grond van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten de financiële gevolgen van de niet-inning van een in verband met onregelmatigheden teruggevorderd bedrag voor 50 % door het Verenigd Koninkrijk worden gedragen indien geen inning heeft plaatsgevonden binnen vier jaar na de datum van de terugvordering of binnen acht jaar na die datum als over de terugvordering een zaak is aangespannen bij een nationale rechtbank. Krachtens artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moet het Verenigd Koninkrijk een gecertificeerde tabel met de bedragen die het op grond van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 zelf moet dragen, bijvoegen bij de jaarrekeningen die het op grond van artikel 29 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 bij de Commissie moet indienen. Uitvoeringsbepalingen voor de verplichting van het Verenigd Koninkrijk om de te innen bedragen mee te delen, zijn vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014. Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 bevat het model voor de tabel waarin het Verenigd Koninkrijk informatie over de te innen bedragen moet verstrekken. Op basis van de door het Verenigd Koninkrijk ingevulde tabellen moet de Commissie een besluit vaststellen over de financiële gevolgen van de bedragen die in verband met onregelmatigheden zijn teruggevorderd, maar na vier of na acht jaar nog niet zijn geïnd. |
(14) |
Op grond van artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kan het Verenigd Koninkrijk in naar behoren gemotiveerde gevallen besluiten de terugvordering niet voort te zetten. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien het totaal van de reeds gemaakte en de nog te verwachten terugvorderingskosten hoger is dan het te innen bedrag of indien de inning onmogelijk blijkt als gevolg van de overeenkomstig het nationale recht geconstateerde en erkende insolventie van de debiteur of van de personen die juridisch aansprakelijk zijn voor de onregelmatigheid. Als het besluit is genomen binnen vier jaar na de datum van de terugvordering of binnen acht jaar na die datum indien over de terugvordering een zaak is aangespannen bij een nationale rechtbank, worden de financiële gevolgen van de niet-inning voor 100 % door de begroting van de Unie gedragen. Indien het Verenigd Koninkrijk besluit de terugvordering niet voort te zetten, moeten de desbetreffende bedragen en de redenen voor dat besluit worden vermeld in het samenvattend overzicht als bedoeld in artikel 54, lid 4, van die verordening. Deze bedragen mogen derhalve niet ten laste van het Verenigd Koninkrijk worden gebracht en worden dus gedragen door de begroting van de Unie. |
(15) |
In het onderhavige besluit moet ook rekening worden gehouden met de bedragen die nog met betrekking tot de programmeringsperiode 2007-2013 in het kader van het Elfpo ten laste van het Verenigd Koninkrijk moeten worden gebracht als gevolg van de toepassing van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 mag het onderhavige besluit geen afbreuk doen aan besluiten die de Commissie later kan nemen om uitgaven die niet overeenkomstig de Unievoorschriften zijn gedaan, alsnog aan Uniefinanciering te onttrekken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De rekeningen van de betaalorganen van het Verenigd Koninkrijk, namelijk “Department of Agriculture, Environment and Rural Affairs”, “The Scottish Government Rural Payments and Inspections Directorate”, “Welsh Government” en “Rural Payments Agency”, betreffende de uitgaven over het begrotingsjaar 2022 die uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) zijn gefinancierd en betrekking hebben op de programmeringsperiode 2014-2020, worden goedgekeurd.
De bedragen die op grond van dit besluit in het kader van elk plattelandsontwikkelingsprogramma moeten worden teruggevorderd van of betaald aan het Verenigd Koninkrijk, zijn vermeld in bijlage I.
Artikel 2
De bedragen die als gevolg van de toepassing van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 in het kader van het Elfpo ten laste van het Verenigd Koninkrijk moeten worden gebracht met betrekking tot de programmeringsperiode 2014-2020 en de programmeringsperiode 2007-2013, zijn vermeld in bijlage II bij dit besluit.
Artikel 3
De verlagingen wegens niet-naleving van de laatste betalingstermijnen die overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 voor elk plattelandsontwikkelingsprogramma zijn toegepast, zijn vermeld in bijlage III bij dit besluit.
Artikel 4
Dit besluit doet geen afbreuk aan latere conformiteitsgoedkeuringsbesluiten die de Commissie krachtens artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kan nemen om uitgaven die niet overeenkomstig de Unievoorschriften zijn gedaan, aan Uniefinanciering te onttrekken.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
Gedaan te Brussel, 24 mei 2023.
Voor de Commissie
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187.
(2) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(3) Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/128 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, controles, zekerheden en transparantie (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 131).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 95).
(7) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).
BIJLAGE I
Goedgekeurde Elfpo-uitgaven over het begrotingsjaar 2022 per plattelandsontwikkelingsprogramma
Van het Verenigd Koninkrijk terug te vorderen of aan het Verenigd Koninkrijk te betalen bedrag per programma
Goedgekeurde programma’s waarvoor Elfpo-uitgaven zijn gedeclareerd voor de periode 2014-2020
in EUR in EUR |
|||||||||
|
CCI |
Uitgaven 2022 |
Correcties |
Totaal |
Niet opnieuw te gebruiken bedragen |
Aanvaard bedrag goedgekeurd voor BJ 2022 |
Tussentijdse betalingen aan het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar, incl. goedkeuring van voorfinanciering |
Van het Verenigd Koninkrijk terug te vorderen (–) of aan het Verenigd Koninkrijk te betalen (+) bedrag |
Saldo dat bij afsluiting van de programmeringsperiode moet worden verrekend omdat de drempel van 95 % is bereikt (*1) |
|
|
i |
ii |
iii = i + ii |
iv |
v = iii - iv |
vi |
vii = v - vi |
|
VK |
2014UK06RDRP001 |
320 428 023,31 |
0,00 |
320 428 023,31 |
0,00 |
320 428 023,31 |
272 787 068,76 |
-13 178,79 |
47 654 133,34 |
VK |
2014UK06RDRP002 |
27 737 698,19 |
-33 192,33 |
27 704 505,86 |
0,00 |
27 704 505,86 |
27 703 772,21 |
733,65 |
0,00 |
VK |
2014UK06RDRP003 |
43 945 611,42 |
- 441 226,49 |
43 504 384,93 |
0,00 |
43 504 384,93 |
29 598 163,53 |
- 597 933,18 |
14 504 154,58 |
VK |
2014UK06RDRP004 |
83 079 581,60 |
- 178 527,42 |
82 901 054,18 |
0,00 |
82 901 054,18 |
82 901 627,10 |
- 572,92 |
0,00 |
(*1) Indien de betalingen het maximum van 95 % van de totale Elfpo-bijdrage voor een plattelandsontwikkelingsprogramma hebben bereikt — artikel 34, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad — zal het saldo bij de afsluiting van het programma worden verrekend.
BIJLAGE II
Goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen
Begrotingsjaar 2022 – Elfpo
Correcties overeenkomstig artikel 54, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013
|
|
Correcties met betrekking tot de programmeringsperiode 2014-2020 |
Correcties met betrekking tot de programmeringsperiode 2007-2013 |
||
|
Valuta |
in nationale munt |
in EUR |
in nationale munt |
in EUR |
VK |
GBP |
3 841,34 |
0,00 |
17 115,42 |
0,00 |
BIJLAGE III
Goedkeuring van de rekeningen van de betaalorganen
Begrotingsjaar 2022 – Elfpo
Verlagingen wegens niet-naleving van de laatste betalingstermijnen overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013
in EUR |
||
|
CCI |
Verlagingen wegens niet-naleving van de laatste betalingstermijnen voor BJ 2022 |
|
|
|
VK |
2014UK06RDRP001 |
434 188,85 |
VK |
2014UK06RDRP002 |
0,00 |
VK |
2014UK06RDRP003 |
0,00 |
VK |
2014UK06RDRP004 |
0,00 |