Izberite preskusne funkcije, ki jih želite preveriti.

Dokument je izvleček s spletišča EUR-Lex.

Dokument 32023D0237

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/237 van de Commissie van 1 februari 2023 tot verlening van een door bepaalde lidstaten gevraagde afwijking voor het gebruik van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie in verband met de douaneaangifte voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, zoals vastgesteld in de artikelen 158, 162, 163, 166, 167, 170 tot en met 174, 201, 240, 250, 254 en 256 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 667) (Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Portugese, de Roemeense, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)

    C/2023/667

    PB L 32 van 3.2.2023, str. 226–228 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Pravni status dokumenta Ne velja več, Datum konca veljavnosti: 31/12/2023

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/237/oj

    3.2.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 32/226


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/237 VAN DE COMMISSIE

    van 1 februari 2023

    tot verlening van een door bepaalde lidstaten gevraagde afwijking voor het gebruik van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie in verband met de douaneaangifte voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, zoals vastgesteld in de artikelen 158, 162, 163, 166, 167, 170 tot en met 174, 201, 240, 250, 254 en 256 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 667)

    (Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Portugese, de Roemeense, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 6, lid 4, in samenhang met artikel 8, lid 2,

    Na raadpleging van het Comité douanewetboek,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 vereist dat alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, alsmede de door de douanewetgeving vereiste opslag van die informatie, geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken. Met het oog daarop stelt de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013 gemeenschappelijke gegevensvereisten op.

    (2)

    Artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 geeft de Commissie de mogelijkheid in uitzonderlijke gevallen besluiten vast te stellen om een of meer lidstaten toe te staan af te wijken van het gebruik van elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie indien een dergelijke afwijking gerechtvaardigd wordt door de specifieke situatie in de verzoekende lidstaat en wordt toegestaan voor een bepaalde periode.

    (3)

    In Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie (2) is het werkprogramma vastgesteld voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (hierna “het werkprogramma” genoemd). Het werkprogramma bevat een lijst van de te ontwikkelen elektronische systemen en de data waarop die systemen operationeel moeten worden. Dat programma specificeert onder meer de implementatie en de uitroldata voor het nationale invoersysteem (“NIS”) en component 2 van de bijzondere regelingen, die samen betrekking hebben op de douaneregelingen voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht overeenkomstig de artikelen 158, 162, 163, 166, 167, 170 tot en met 174, 201, 240, 250, 254 en 256 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

    (4)

    Voorts is in artikel 278, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 de uiterste datum bepaald tot wanneer bij wijze van overgangsmaatregel andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken mogen worden gebruikt om uitvoering te geven aan de bepalingen inzake de douaneaangifte voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht.

    (5)

    Gezien het belang van het NIS voor de bescherming van de inkomsten en de bestrijding van oneerlijke en illegale handel hebben alle lidstaten al elektronische systemen ontwikkeld voor het beheer van aangiften voor goederen die de Unie worden binnengebracht. Verscheidene lidstaten hebben ook elektronische systemen ontwikkeld voor het beheer van bijzondere regelingen. Die systemen moeten worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 en de daarmee samenhangende handelingen van de Commissie, met name wat de gemeenschappelijke gegevensvereisten betreft. Overeenkomstig artikel 278, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 moeten die aanpassingen op 31 december 2022 voltooid zijn.

    (6)

    Er hebben zich evenwel drie grote en deels onvoorziene gebeurtenissen voorgedaan, die elk een aanzienlijke impact hebben op en aanvullende uitdagingen met zich meebrengen voor de middelen waarover de lidstaten beschikken: de COVID-19-pandemie heeft geleid tot aanzienlijke vertragingen bij de IT-ontwikkelingen in België, Frankrijk, Griekenland, Malta, Nederland, Oostenrijk, Roemenië, Spanje en Tsjechië. Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de daaruit voortvloeiende toename van het aantal douaneaangiften moesten België, Frankrijk, Litouwen, Nederland en Spanje middelen en prioriteiten herschikken. De financiële gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne voor de douaneactiviteiten in de buur- of nabijgelegen landen hebben de situatie nog verergerd waardoor extra middelen nodig waren in Hongarije, Litouwen en Oostenrijk. Met name moeilijkheden bij overheidsaankopen en -opdrachten en problemen op het gebied van begrotings- en personeelsmiddelen als gevolg van de bovengenoemde gebeurtenissen maakten het de lidstaten moeilijk om de termijnen na te leven, zoals werd aangegeven door Cyprus, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Spanje, Tsjechië en Zweden.

    (7)

    Deze specifieke gebeurtenissen hebben tot aanzienlijke vertragingen bij de lopende IT-ontwikkelingen geleid en de douaneautoriteiten verhinderd om de uitrol van de IT-middelen voor de implementatie van het NIS en van component 2 van de bijzondere regelingen uiterlijk op 31 december 2022 te voltooien. Daarom hebben Oostenrijk op 21 april 2022, Cyprus op 3 mei 2022, Litouwen op 3 mei 2022, Spanje op 6 mei 2022, Roemenië op 25 mei 2022, Tsjechië op 26 mei 2022, Griekenland op 3 juni 2022, Frankrijk op 7 juni 2022, Portugal op 7 juni 2022, België op 24 juni 2022, Zweden op 24 juni 2022, Denemarken op 29 juni 2022, Nederland op 4 juli 2022, Malta op 13 juli 2022, Luxemburg op 22 juli 2022 en Hongarije op 7 oktober 2022 verzocht om voor de uitwisseling en de opslag van informatie andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken te mogen gebruiken overeenkomstig artikel 6, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Overeenkomstig artikel 6, lid 4, derde alinea, zullen deze afwijkingen geen afbreuk doen aan de uitwisseling van informatie tussen de geadresseerde lidstaat en de overige lidstaten, en ook niet aan de uitwisseling met en opslag van informatie in andere lidstaten ten behoeve van de toepassing van de douanewetgeving.

    (8)

    Het is daarom passend die lidstaten toe te staan hun bestaande IT-systemen gedurende een beperkte periode te blijven gebruiken overeenkomstig de in bijlage 9 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie (3) vastgestelde gegevensvereisten als bedoeld in artikel 2, lid 4, eerste alinea, punt g), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (4).

    (9)

    Dankzij de afwijking zullen de douaneautoriteiten de Commissie overeenkomstig artikel 55, lid 6, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5) gegevens kunnen blijven verstrekken voor het toezicht op het in het vrije verkeer brengen van goederen.

    (10)

    België, Cyprus, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Spanje, Tsjechië en Zweden moeten de Commissie in kennis stellen van de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van het NIS en van component 2 van de bijzondere regelingen als onderdeel van het in artikel 278 bis van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde proces van voortgangsrapportage. De communicatie en de uitwisseling van informatie over de nationale planning als bedoeld in artikel 4 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 moeten worden gewaarborgd.

    (11)

    Het NIS en component 2 van de bijzondere regelingen zijn hoekstenen van de IT-douaneomgeving van de lidstaten vanwege de interconnecties met verschillende andere nationale toepassingen, de centrale rol van het NIS bij onder meer de inning van inkomsten, en de handhaving van EU- en nationale verboden en beperkingen in verband met de invoer van goederen. Door de complexiteit van het NIS en van component 2 van de bijzondere regelingen hebben de wijzigingen die nodig zijn voor de aanpassing aan de DWU-vereisten, ook gevolgen voor verwante of afhankelijke IT-systemen. Daarom moet de duur van de afwijking tot een strikt minimum worden beperkt. In dat licht en rekening houdend met de gevolgen van de uitzonderlijke gebeurtenissen die hebben geleid tot vertragingen bij de lopende IT-ontwikkelingen van het NIS en van component 2 van de bijzondere regelingen in de lidstaten, en de huidige stand van die ontwikkelingen in de lidstaten mag de afwijking niet langer gelden dan tot en met 31 december 2023,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De lidstaten mogen voor de uitwisseling en de opslag van informatie tot en met 31 december 2023 andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken gebruiken om uitvoering te geven aan de in de artikelen 158, 162, 163, 166, 167, 170 tot en met 174, 201, 240, 250, 254 en 256 van het douanewetboek van de Unie vastgestelde bepalingen inzake de douaneaangifte voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht.

    Artikel 2

    Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2023 tot en met uiterlijk 31 december 2023.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, Roemenië en het Koninkrijk Zweden.

    Gedaan te Brussel, 1 februari 2023.

    Voor de Commissie

    Paolo GENTILONI

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 168).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (PB L 69 van 15.3.2016, blz. 1).

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


    Na vrh