Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R1944

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie van 13 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming overeenkomstig de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst. )

    C/2017/3897

    PB L 276 van 26.10.2017, p. 12–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/1944/oj

    26.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 276/12


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1944 VAN DE COMMISSIE

    van 13 juni 2017

    tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving van een voorgenomen verwerving van een gekwalificeerde deelneming in een beleggingsonderneming overeenkomstig de Richtlijnen 2004/39/EG en 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (1), en met name artikel 10 bis, lid 8, zesde alinea,

    Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (2), en met name artikel 12, lid 9,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het is passend te voorzien in gemeenschappelijke standaardformulieren, templates en procedures om te waarborgen dat kennisgevingen van voorgenomen verwervingen of verhogingen van gekwalificeerde deelnemingen in een beleggingsonderneming correct worden beoordeeld door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. In die gevallen moeten de relevante bevoegde autoriteiten elkaar raadplegen en elkaar alle essentiële of relevante informatie verstrekken.

    (2)

    Om de samenwerking tussen die autoriteiten te vergemakkelijken en te zorgen voor een efficiënte uitwisseling van informatie, moeten de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 48 van Richtlijn 2004/39/EG, contactpersonen aanwijzen specifiek met het oog op het overlegproces als bedoeld in artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG; een gecentraliseerde lijst van die contactpersonen moet door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) worden aangehouden.

    (3)

    Er moeten overlegprocedures met duidelijke termijnen worden ingesteld om te zorgen voor tijdige en efficiënte samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten. Een duidelijke samenwerkingsprocedure houdt in dat de verzoekende autoriteit een voorafgaande kennisgeving aan de aangezochte autoriteit richt om haar op de hoogte te brengen van de lopende beoordeling.

    (4)

    De procedures moeten er tevens op gericht zijn dat de bevoegde autoriteiten samenwerken en ijveren voor de verbetering van het proces door het bevorderen van de uitwisseling van feedback over de kwaliteit en de relevantie van de ontvangen informatie.

    (5)

    Uitwisseling of doorgifte van informatie tussen bevoegde autoriteiten of andere autoriteiten, instanties of personen moet geschieden in overeenstemming met de regels inzake persoonsgegevens als bedoeld in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).

    (6)

    Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (4) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de ESMA bij de toepassing van deze verordening.

    (7)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de ESMA aan de Commissie heeft voorgelegd.

    (8)

    De ESMA heeft met betrekking tot de invoering van de standaardformulieren, templates en procedures voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten geen openbare raadpleging gehouden en geen kosten-batenanalyse gemaakt, omdat dat gezien het toepassingsgebied en de impact ervan als onevenredig werd beschouwd.

    (9)

    Richtlijn 2014/65/EU is op 2 juli 2014 in werking getreden. Artikel 12, lid 9, van Richtlijn 2014/65/EU vervangt artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2004/39/EG en bevat machtigingen van de ESMA voor de ontwikkeling van technische uitvoeringsnormen die identiek zijn aan die waarin artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2004/39/EG voorziet. Bovendien zijn artikel 10 ter, lid 4, en artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG eveneens inhoudelijk identiek aan artikel 13, lid 4, en artikel 11, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU. Overeenkomstig artikel 94, eerste alinea, van Richtlijn 2014/65/EU zal Richtlijn 2004/39/EG vanaf 3 januari 2017 worden ingetrokken. Met de goedkeuring van de technische normen door de Commissie overeenkomstig artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2004/39/EG moet eveneens worden geacht te zijn voldaan aan artikel 12, lid 8, van Richtlijn 2014/65/EU, met het gevolg dat de technische norm van toepassing zal blijven na 3 januari 2018 zonder dat verdere wijzigingen noodzakelijk zijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp

    Deze verordening stelt de standaardformulieren, templates en procedures vast voor de uitwisseling van informatie gedurende het overlegproces tussen de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de doelentiteit (hierna „de verzoekende autoriteit” genoemd) en de bevoegde autoriteit van de kandidaat-verwerver of van een vergunninghoudende entiteit die een dochteronderneming van de kandidaat-verwerver is of onder diens zeggenschap staat (hierna „de aangezochte autoriteit” genoemd).

    Artikel 2

    Aangewezen contactpersonen

    1.   De overeenkomstig artikel 48 van Richtlijn 2004/39/EG aangewezen bevoegde autoriteiten wijzen voor de toepassing van deze verordening contactpersonen aan en stellen de ESMA van die personen in kennis.

    2.   De ESMA houdt een lijst bij van de aangewezen contactpersonen voor gebruik door de bevoegde autoriteiten als bedoeld in lid 1, en houdt deze actueel.

    Artikel 3

    Voorafgaande kennisgeving

    1.   Een verzoekende autoriteit zendt binnen drie werkdagen na ontvangst van een overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG meegedeelde kennisgeving van de kandidaat-verwerver, een voorafgaande kennisgeving toe aan de aangezochte autoriteit.

    2.   De verzoekende autoriteit vult hiertoe de in bijlage I vervatte template in en verstrekt alle daarin verlangde informatie.

    Artikel 4

    Aankondiging van overleg

    1.   De verzoekende autoriteit zendt zo spoedig mogelijk, en uiterlijk twintig werkdagen na ontvangst van een overeenkomstig artikel 10, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG meegedeelde kennisgeving van de kandidaat-verwerver, een aankondiging van overleg toe aan de aangezochte autoriteit.

    2.   De verzoekende autoriteit zendt de aankondiging van overleg als bedoeld in lid 1 in schriftelijke vorm per post, fax of veilige elektronische middelen toe aan de aangewezen contactpersoon van de aangezochte autoriteit, tenzij door de aangezochte autoriteit anders is bepaald in haar antwoord op de in artikel 3 bedoelde voorafgaande kennisgeving.

    3.   Met het oog op de toezending van de aankondiging van overleg als bedoeld in lid 1, vult de verzoekende autoriteit de in bijlage II vervatte template in, waarbij zij met name ingaat op aspecten die verband houden met de vertrouwelijkheid van de informatie die zij aldus mogelijk zal ontvangen, en licht zij de relevante informatie toe die zij van de aangezochte autoriteit verlangt.

    Artikel 5

    Bevestiging van ontvangst van een aankondiging van overleg

    De aangezochte autoriteit bevestigt de ontvangst van een aankondiging van overleg binnen twee werkdagen na ontvangst ervan, waarbij zij aanvullende contactgegevens van haar aangewezen contactpersoon toevoegt en, indien mogelijk, een vermoedelijke antwoorddatum opgeeft.

    Artikel 6

    Antwoord van een aangezochte autoriteit

    1.   Een antwoord op een aankondiging van overleg wordt in schriftelijke vorm per post, fax of veilige elektronische middelen toegezonden. Het wordt gericht aan de aangewezen contactpersonen, tenzij door de verzoekende autoriteit anders is bepaald.

    2.   De aangezochte autoriteit verstrekt de verzoekende autoriteit zo spoedig mogelijk, en in elk geval binnen twintig werkdagen na ontvangst van de aankondiging van overleg, het volgende:

    a)

    de relevante informatie waarom in de aankondiging van overleg is verzocht, met inbegrip van eventuele opmerkingen of voorbehouden ten aanzien van de verwerving door de kandidaat-verwerver;

    b)

    op eigen initiatief eventuele andere essentiële informatie die de beoordeling kan beïnvloeden.

    3.   Indien de aangezochte autoriteit niet in staat is zich aan de in lid 2 gestelde termijn te houden, deelt zij dit met opgave van redenen aan de verzoekende autoriteit mee en geeft zij een vermoedelijke antwoorddatum op. De aangezochte autoriteit geeft regelmatig feedback over de gemaakte vorderingen om de gevraagde informatie te verstrekken.

    4.   Voor het verstrekken van informatie overeenkomstig lid 2 maakt de aangezochte autoriteit gebruik van de in bijlage III vervatte template.

    Artikel 7

    Overlegprocedures

    1.   Bij de communicatie over een aankondiging van overleg en de beantwoording daarvan maken de verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit gebruik van de snelste van de in artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 1, vermelde methoden, waarbij ze naar behoren rekening houden met vertrouwelijkheidsoverwegingen, het tijdsverloop, de hoeveelheid materiaal die moet worden toegezonden, en het gemak waarmee de verzoekende autoriteit toegang tot de informatie krijgt. De verzoekende autoriteit reageert onverwijld op elk verzoek om opheldering van de aangezochte autoriteit.

    2.   Indien niet de aangezochte autoriteit maar een andere autoriteit van dezelfde lidstaat over de gevraagde informatie beschikt of zou kunnen beschikken, verzamelt de aangezochte autoriteit de informatie onverwijld en zendt zij deze overeenkomstig artikel 6 aan de verzoekende autoriteit toe.

    3.   De aangezochte autoriteit en de verzoekende autoriteit ruimen in onderlinge samenwerking eventuele moeilijkheden uit de weg die zich in verband met een verzoek kunnen voordoen, waaronder kostenkwesties indien de kosten van het verlenen van bijstand buitensporig worden geacht voor de aangezochte autoriteit.

    4.   Indien tijdens de beoordelingsperiode nieuwe informatie wordt ontvangen of behoefte aan aanvullende informatie ontstaat, zorgen de verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit er in onderlinge samenwerking voor dat alle aanvullende relevante informatie wordt uitgewisseld overeenkomstig deze verordening.

    5.   Indien informatie gedurende de laatste 15 werkdagen voor het einde van de beoordelingsperiode als bedoeld in artikel 10 bis, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2004/39/EG wordt uitgewisseld, mag die in afwijking van artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 1, mondeling worden verstrekt. In die gevallen wordt de informatie vervolgens overeenkomstig artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 1, bevestigd, tenzij de betrokken bevoegde autoriteiten anders overeenkomen.

    6.   De aangezochte autoriteit en de verzoekende autoriteit geven elkaar feedback over de uitkomst van de beoordeling die de aanleiding van het overleg vormde, alsook in voorkomend geval over het nut van de informatie of andere bijstand die is ontvangen en de eventuele problemen die bij het verstrekken van die bijstand of informatie zijn ondervonden.

    Artikel 8

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 juni 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

    (3)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

    (4)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Template van een voorafgaande kennisgeving

    [Artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie]

    Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

    BIJLAGE II

    Template van een aankondiging van overleg

    [Artikel 4 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie]

    Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

    BIJLAGE III

    Template van het antwoord van de aangezochte autoriteit

    [Artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1944 van de Commissie]

    Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

    Top