Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0760

    Uitvoeringsverordening (EU) 2016/760 van de Commissie van 13 mei 2016 inzake uitzonderlijke steunmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië

    C/2016/2766

    PB L 126 van 14.5.2016, p. 63–66 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2016/760/oj

    14.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 126/63


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/760 VAN DE COMMISSIE

    van 13 mei 2016

    inzake uitzonderlijke steunmaatregelen voor de sectoren eieren en pluimveevlees in Italië

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 220, lid 1, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 15 december 2014 is hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 door Italië waargenomen en gemeld. De uitbraak van die ziekte werd bevestigd in een commercieel bedrijf van mannelijke vleeskalkoenen in Porto Viro, provincie Rovigo, in de regio Veneto in Italië.

    (2)

    Italië heeft onmiddellijk en op efficiënte wijze alle noodzakelijke diergezondheids- en veterinaire maatregelen genomen die overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG (2) vereist waren.

    (3)

    Met name hebben de Italiaanse autoriteiten uit hoofde van Uitvoeringsbesluit 2014/936/EU van de Commissie (3) bestrijdings-, monitoring- en voorzorgsmaatregelen getroffen en beschermings- en toezichtsgebieden ingesteld. Daardoor hebben zij de dreiging snel kunnen wegnemen. Tot en met 16 februari 2015 werden EU- en nationale diergezondheids- en veterinaire maatregelen toegepast in alle bedrijven, met uitzondering van het bedrijf waar mannelijke vleeskalkoenen worden gehouden, waar maatregelen werden toegepast tot en met 25 februari 2015.

    (4)

    Op 23 juni 2015 hebben de Italiaanse autoriteiten de Commissie ervan in kennis gesteld dat bepaalde marktdeelnemers als gevolg van de noodzakelijke diergezondheids- en veterinaire maatregelen die waren getroffen om de verspreiding van het virus in te dammen en het virus uit te roeien, inkomstenverliezen hebben geleden die niet in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4).

    (5)

    Op 23 juni 2015 heeft de Commissie een formeel verzoek van de Italiaanse autoriteiten ontvangen tot cofinanciering van bepaalde uitzonderlijke steunmaatregelen uit hoofde van artikel 220, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. De Italiaanse autoriteiten hebben hun verzoek op 11 en 27 januari 2016 toegelicht.

    (6)

    Ten gevolge van de getroffen diergezondheids- en veterinaire maatregelen werd de plaatsing van vogels in bedrijven die kapoenen, „golden” kippen, standaardkippen en kalkoenen vetmesten en die in de beschermings- en toezichtsgebieden gelegen zijn, uitgesteld en kon een in die gebieden gelegen fokkalkoenenbedrijf geen broedeieren produceren. Dit heeft in de periode dat deze maatregelen van kracht waren, geleid tot productieverlies op het gebied van vlees van kapoenen, „golden” kippen, standaardkippen en kalkoenen voor de vleesproductie en op het gebied van broedeieren van fokkalkoenen. Bijgevolg is het passend deze verliezen te compenseren.

    (7)

    Ten gevolge van de getroffen diergezondheids- en veterinaire maatregelen werden kippen van verscheidene bedrijven in het beschermingsgebied onmiddellijk geslacht en werd het vlees van deze dieren hetzij warmtebehandeld overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2005/94/EG, hetzij bevroren met het oog op een vlottere verkoop van bevroren pluimveevlees in het beschermingsgebied. Derhalve dienen de verliezen die te wijten zijn aan het verschil in waarde tussen vers pluimveevlees en warmtebehandeld of bevroren pluimveevlees, te worden gecompenseerd.

    (8)

    Overeenkomstig artikel 220, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 cofinanciert de Unie 50 % van de uitgaven van Italië voor de uitzonderlijke steunmaatregelen. De Commissie moet na bestudering van het verzoek van Italië de maximumhoeveelheden vaststellen die per uitzonderlijke marktsteunmaatregel in aanmerking komen voor financiering.

    (9)

    Om het risico op overcompensatie uit te sluiten, moet voor elk product een passend forfaitair bedrag aan cofinanciering worden vastgesteld.

    (10)

    De betrokken soorten zijn kippen (kapoenen, „golden” kippen en standaardkippen) en (mannelijke en vrouwelijke) kalkoenen voor de vleesproductie, broedeieren van kalkoenen en warmtebehandeld of bevroren kippenvlees.

    (11)

    Om het risico op dubbele financiering uit te sluiten, mogen de geleden verliezen niet zijn gecompenseerd door middel van staatssteun of via een verzekering en moet de cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening beperkt blijven tot subsidiabele producten waarvoor geen financiële bijdrage van de Unie is ontvangen in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014.

    (12)

    De reikwijdte en de duur van de uitzonderlijke steunmaatregelen waarin deze verordening voorziet, moeten beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de ondersteuning van de betrokken markt.

    (13)

    Omwille van een goed budgettair beheer van deze uitzonderlijke steunmaatregelen komen enkel de betalingen die Italië uiterlijk op 30 september 2016 aan de begunstigden verricht, in aanmerking voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (5) dient niet van toepassing te zijn.

    (14)

    Om de subsidiabiliteit en de juistheid van de betalingen te waarborgen, moeten de Italiaanse autoriteiten vooraf controles verrichten.

    (15)

    De Italiaanse autoriteiten moeten de Commissie van de goedkeuring van de betalingen in kennis stellen zodat de Unie haar financiële controles kan verrichten.

    (16)

    Met het oog op een onmiddellijke toepassing van deze maatregelen door Italië dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan.

    (17)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Unie cofinanciert 50 % van de uitgaven van Italië voor de ondersteuning van de markt voor broedeieren en pluimveevlees, die in ernstige mate is getroffen door de uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8, die op 15 december 2014 door Italië werd ontdekt en gemeld en waarvoor tot en met 16 februari 2015 uniale en nationale diergezondheids- en veterinaire maatregelen golden in alle bedrijven, met uitzondering van het bedrijf waar mannelijke vleeskalkoenen worden gehouden, waar maatregelen werden toegepast tot en met 25 februari 2015.

    Slechts uitgaven die Italië uiterlijk op 30 september 2016 aan de begunstigden heeft vergoed, komen in aanmerking voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie is niet van toepassing.

    Artikel 2

    De maximale cofinanciering van de Unie bedraagt:

    a)

    voor het productieverlies bij broedeieren van fokkalkoenen in het toezichtsgebied: een forfaitair bedrag van 0,42 EUR per broedei van kalkoenen van GN-code 0407 19 11 voor ten hoogste 313 560 stuks;

    b)

    voor het productieverlies bij pluimveevlees door vertragingen die voortvloeiden uit de diergezondheids- en veterinaire maatregelen betreffende kapoenen, „golden” kippen en standaardkippen en mannelijke en vrouwelijke kalkoenen voor de vleesproductie in de bedrijven in de beschermings- en toezichtsgebieden: een forfaitair bedrag van:

    i)

    0,022 EUR per week per kapoen van GN-code 0105 94 00 voor ten hoogste 262 400 stuks en voor ten hoogste 42 146,98 EUR;

    ii)

    0,0244 EUR per week per „golden” kip van GN-code 0105 94 00 voor ten hoogste 7 500 stuks en voor ten hoogste 1 620,86 EUR;

    iii)

    0,0136 EUR per week per standaardkip van GN-code 0105 94 00 voor ten hoogste 1 271 908 stuks en voor ten hoogste 83 715,00 EUR;

    iv)

    0,0636 EUR per week per vrouwelijke vleeskalkoen van GN-code 0105 99 30 voor ten hoogste 35 040 stuks en voor ten hoogste 23 240,53 EUR;

    v)

    0,0722 EUR per week per mannelijke vleeskalkoen van GN-code 0105 99 30 voor ten hoogste 34 000 stuks en voor ten hoogste 15 387,43 EUR;

    c)

    voor de verliezen die te wijten zijn aan het verschil in waarde tussen vers en warmtebehandeld vlees van standaardkippen die onmiddellijk in het beschermingsgebied werden geslacht: een forfaitair bedrag van 0,3761 EUR per kg levend gewicht voor ten hoogste 98 297,50 EUR;

    d)

    voor de verliezen die te wijten zijn aan het verschil in waarde tussen vers en bevroren vlees van standaardkippen die onmiddellijk in het beschermingsgebied werden geslacht: een forfaitair bedrag van 0,04 EUR per kg kippenvlees voor ten hoogste 3 402,44 EUR.

    Artikel 3

    De cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening blijft beperkt tot producten waarvoor geen compensatie door middel van staatssteun of via een verzekering noch een financiële bijdrage van de Unie in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014 is ontvangen.

    Artikel 4

    Voordat tot betaling wordt overgegaan, verricht Italië uitgebreide administratieve en fysieke controles om te waarborgen dat aan de voorschriften van deze verordening is voldaan.

    De Italiaanse autoriteiten verifiëren met name het volgende:

    a)

    of de indiener van de steunaanvraag in aanmerking komt voor steun;

    b)

    voor elke in aanmerking komende marktdeelnemer: of de broedeieren van fokkalkoenen in aanmerking komen voor steun, om hoeveel het gaat en wat het daadwerkelijke productieverlies is;

    c)

    voor elke in aanmerking komende marktdeelnemer: of het kippen- en kalkoenvlees in aanmerking komt voor steun, om hoeveel het gaat en wat het daadwerkelijke productieverlies is door vertragingen bij het plaatsen van kapoenen, „golden” kippen, standaardkippen en kalkoenen voor de vleesproductie in de bedrijven in de beschermings- en toezichtsgebieden in de periode dat de diergezondheids- en veterinaire maatregelen golden;

    d)

    voor elke in aanmerking komende marktdeelnemer: of het warmtebehandelde vlees van standaardkippen in aanmerking komt, om hoeveel het gaat en wat het daadwerkelijke verlies is dat te wijten is aan het verschil in waarde tussen vers en warmtebehandeld vlees van standaardkippen die onmiddellijk in het beschermingsgebied werden geslacht in de periode dat de diergezondheids- en veterinaire maatregelen golden;

    e)

    voor elke in aanmerking komende marktdeelnemer: of het bevroren vlees van standaardkippen in aanmerking komt, om hoeveel het gaat en wat het daadwerkelijke verlies is dat te wijten is aan het verschil in waarde tussen vers en bevroren vlees van standaardkippen die onmiddellijk in het beschermingsgebied werden geslacht in de periode dat de diergezondheids- en veterinaire maatregelen golden;

    f)

    of de in aanmerking komende marktdeelnemers geen financiering ter compensatie van de in artikel 2 bedoelde verliezen hebben ontvangen van andere bronnen.

    Artikel 5

    De Italiaanse autoriteiten stellen de Commissie in kennis van de goedkeuring van de betalingen.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 mei 2016.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

    (2)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

    (3)  Uitvoeringsbesluit 2014/936/EU van de Commissie van 17 december 2014 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N8 in Italië (PB L 365 van 19.12.2014, blz. 160).

    (4)  Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

    (5)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).


    Top