Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014L0032R(04)

    Rectificatie van Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PB L 96 van 29.3.2014)

    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–59 (ES, IT)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–57 (BG, DA, ET, EL, EN, HR, LV, LT, HU, MT, PT, SK, SV)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–58 (FR, PL, SL)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–61 (DE)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–70 (CS)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–66 (FI)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–64 (RO)
    PB L 13 van 20.1.2016, p. 57–60 (NL)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2014/32/corrigendum/2016-01-20/oj

    20.1.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 13/57


    Rectificatie van Richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten

    ( Publicatieblad van de Europese Unie L 96 van 29 maart 2014 )

    1)

    Bladzijde 163, artikel 30, lid 1:

    in plaats van:

    „1.   Ter uitvoering van de procedures in punt 2 (module A2) en punt 5 (module C2) van bijlage II kan een beroep worden gedaan op een geaccrediteerde interne instantie om conformiteitsbeoordelingsdiensten te verrichten voor de onderneming waarvan zij deel uitmaakt. Deze instantie vormt een afzonderlijk en te onderscheiden deel van de onderneming en is niet betrokken bij het ontwerp, de productie, de levering, de installatie, het gebruik of het onderhoud van de meetinstrumenten die zij moet beoordelen.”,

    lezen:

    „1.   Ter uitvoering van de procedures in module A2 en module C2 van bijlage II kan een beroep worden gedaan op een geaccrediteerde interne instantie om conformiteitsbeoordelingsdiensten te verrichten voor de onderneming waarvan zij deel uitmaakt. Deze instantie vormt een afzonderlijk en te onderscheiden deel van de onderneming en is niet betrokken bij het ontwerp, de productie, de levering, de installatie, het gebruik of het onderhoud van de meetinstrumenten die zij moet beoordelen.”.

    2)

    Bladzijde 203, bijlage III, punt 7.1.2:

    in plaats van:

    „7.1.2.

    Nadat de watermeter een elektromagnetische verstoring heeft ondergaan, dient hij:

    weer over te gaan naar bedrijf binnen de maximaal toelaatbare fout,

    alle meetfuncties heeft veiliggesteld, en

    alle meetgegevens vlak vóór de storing terug te kunnen halen.”,

    lezen:

    „7.1.2.

    Nadat de watermeter een elektromagnetische verstoring heeft ondergaan, dient hij:

    weer over te gaan naar bedrijf binnen de maximaal toelaatbare fout;

    alle meetfuncties te hebben veiliggesteld, en

    alle meetgegevens van vlak vóór de verstoring terug te kunnen halen.”.

    3)

    Bladzijde 205, bijlage IV, Definities, eerste kolom, tweede rij:

    in plaats van:

    „Herleidingsinstrument”,

    lezen:

    „Herleidingsinrichting”.

    4)

    Bladzijde 206, bijlage IV, deel I, punt 3.1.1:

    in plaats van:

    „3.1.1.

    Het effect van een elektromagnetische storing op een gasmeter of volumeherleidingsinstrument dient zodanig te zijn dat:”,

    lezen:

    „3.1.1.

    Het effect van een elektromagnetische storing op een gasmeter of volumeherleidingsinrichting dient zodanig te zijn dat:”.

    5)

    Bladzijde 206, bijlage IV, deel I, punt 3.1.2:

    in plaats van:

    „3.1.2.

    Na een storing in de gasmeter, dient deze:

    weer over te gaan naar bedrijf binnen de maximaal toelaatbare fout,

    alle meetfuncties heeft veiliggesteld, en

    alle meetgegevens vlak vóór de storing terug te kunnen halen.”,

    lezen:

    „3.1.2.

    Na een storing in de gasmeter, dient deze:

    weer over te gaan naar bedrijf binnen de maximaal toelaatbare fout;

    alle meetfuncties te hebben veiliggesteld, en

    alle meetgegevens van vlak vóór de verstoring terug te kunnen halen.”.

    6)

    Bladzijde 206, bijlage IV, deel I, punt 4.1.1:

    in plaats van:

    „4.1.1.

    Het verschil tussen het meetresultaat na de duurzaamheidstest en het eerste meetresultaat mag voor het debietbereik Q t tot Q max niet meer bedragen dan 2 %.”,

    lezen:

    „4.1.1.

    Het verschil tussen het meetresultaat na de duurzaamheidstest en het oorspronkelijke meetresultaat mag voor het debietbereik Q t tot Q max niet meer bedragen dan 2 %.”.

    7)

    Bladzijde 207, bijlage IV, deel I, punt 4.2.1:

    in plaats van:

    „4.2.1.

    Het verschil tussen het meetresultaat na de duurzaamheidstest en het eerste meetresultaat mag niet meer bedragen dan een derde van de maximaal toelaatbare fout in punt 2.”,

    lezen:

    „4.2.1.

    Het verschil tussen het meetresultaat na de duurzaamheidstest en het oorspronkelijke meetresultaat mag niet meer bedragen dan een derde van de maximaal toelaatbare fout in punt 2.”.

    8)

    Bladzijde 207, bijlage IV, deel II, titel en aanhef:

    in plaats van:

    „DEEL II

    SPECIFIEKE EISEN

    VOLUMEHERLEIDINGSINSTRUMENTEN

    Een volumeherleidingsinstrument vormt een onderdeel wanneer het verbonden is met een compatibel meetinstrument.

    De essentiële eisen voor de gasmeter gelden voor zover van toepassing ook voor een volumeherleidingsinstrument. Voorts zijn de volgende eisen van toepassing:”,

    lezen:

    „DEEL II

    SPECIFIEKE EISEN

    VOLUMEHERLEIDINGSINRICHTINGEN

    Een volumeherleidingsinrichting vormt een onderdeel wanneer zij verbonden is met een compatibel meetinstrument.

    De essentiële eisen voor de gasmeter gelden voor zover van toepassing ook voor een volumeherleidingsinrichting. Voorts zijn de volgende eisen van toepassing:”.

    9)

    Bladzijde 207, bijlage IV, deel II, punten 8 en 9:

    in plaats van:

    „8.   Maximaal toelaatbare fout

    0,5 % bij omgevingstemperatuur 20 °C ± 3 °C, omgevingsvochtigheid 60 % ± 15 %, nominale waarden voor voeding;

    0,7 % voor temperatuurherleidingsinstrumenten onder nominale bedrijfsomstandigheden;

    1 % voor andere herleidingsinstrumenten onder nominale bedrijfsomstandigheden.

    Noot:

    Er wordt geen rekening gehouden met de fout van de gasmeter.

    Het volumeherleidingsinstrument mag de maximaal toelaatbare fouten niet misbruiken, noch systematisch een partij bevoordelen.

    9.   Geschiktheid

    9.1.

    Een elektronisch herleidingsinstrument moet kunnen detecteren of het buiten het (de) door de fabrikant opgegeven bereik(en) werkt voor die parameters die relevant zijn voor de meetnauwkeurigheid. In dat geval moet het herleidingsinstrument het tellen van de herleide hoeveelheid staken en de herleide hoeveelheid eventueel apart tellen gedurende de tijd dat het zich buiten dat/die bedrijfsbereik(en) bevindt.

    9.2.

    Een elektronisch herleidingsinstrument moet zonder aanvullende apparatuur alle voor de meting relevante gegevens kunnen weergeven.”,

    lezen:

    „8.   Maximaal toelaatbare fout

    0,5 % bij omgevingstemperatuur 20 °C ± 3 °C, omgevingsvochtigheid 60 % ± 15 %, nominale waarden voor voeding;

    0,7 % voor temperatuurherleidingsinrichtingen onder nominale bedrijfsomstandigheden;

    1 % voor andere herleidingsinrichtingen onder nominale bedrijfsomstandigheden.

    Noot:

    Er wordt geen rekening gehouden met de fout van de gasmeter.

    De volumeherleidingsinrichting mag de maximaal toelaatbare fouten niet misbruiken, noch systematisch een partij bevoordelen.

    9.   Geschiktheid

    9.1.

    Een elektronische herleidingsinrichting moet kunnen detecteren of zij buiten het (de) door de fabrikant opgegeven bereik(en) werkt voor die parameters die relevant zijn voor de meetnauwkeurigheid. In dat geval moet de herleidingsinrichting het tellen van de herleide hoeveelheid staken en de herleide hoeveelheid eventueel apart tellen gedurende de tijd dat zij zich buiten dat/die bedrijfsbereik(en) bevindt.

    9.2.

    Een elektronische herleidingsinrichting moet zonder aanvullende apparatuur alle voor de meting relevante gegevens kunnen weergeven.”.

    10)

    Bladzijde 215, bijlage VI, punt 7.5, tabel, tweede kolom, zesde regel:

    in plaats van:

    „Type-identificatie (bv. P t 100)”,

    lezen:

    „Type-identificatie (bv. Pt100)”.

    11)

    Bladzijde 219, bijlage VII, Specifieke eisen, punt 3.2:

    in plaats van:

    „3.2.

    De kritische veranderingswaarde is de grootste van 1/5 van de maximaal toelaatbare fout voor een bepaalde gemeten waarde of Emin.”,

    lezen:

    „3.2.

    De kritische veranderingswaarde is de grootste van 1/5 van de volgende waarden:

    maximaal toelaatbare fout voor een bepaalde gemeten waarde, of

    Emin.”.

    12)

    Bladzijde 223, bijlage VIII, hoofdstuk II, punt 1.2:

    Bladzijde 224, bijlage VIII, hoofdstuk II, punt 4.1, tabel 1, tweede rij, zevende kolom:

    in plaats van:

    „XIV”,

    lezen:

    „XIIII”.

    13)

    Bladzijde 225, bijlage VIII, hoofdstuk II, punt 4.4, tabel 4, voetnoot 1:

    in plaats van:

    „(1)

    Voor i = r is de overeenkomstige kolom van Tabel 4 van toepassing waarbij e wordt vervangen door er”,

    lezen:

    „(1)

    Voor i = r is de overeenkomstige kolom van Tabel 3 van toepassing waarbij e wordt vervangen door er.”.

    14)

    Bladzijde 228, bijlage VIII, hoofdstuk V, punt 2.1:

    in plaats van:

    „2.1.

    De fabrikant specificeert het meetbereik, de verhouding tussen de minimale nettolast van de weegeenheid en de maximumcapaciteit, en de minimale getotaliseerde last.”,

    lezen:

    „2.1.

    De fabrikant specificeert het meetbereik, de verhouding tussen de minimale netto last van de weegeenheid en de maximumcapaciteit, en de minimale getotaliseerde last.”.

    15)

    Bladzijde 231, bijlage IX, Definities, tabel onder „Functiestand”, eerste kolom, derde rij:

    Bladzijde 231, bijlage IX, Ontwerpeisen, punt 2:

    Bladzijde 231, bijlage IX, Ontwerpeisen, punt 4:

    in plaats van:

    „Te betalen”,

    lezen:

    „Einde”.

    16)

    Bladzijde 234, bijlage IX, punt 23:

    in plaats van:

    „23.

    De waarden van de afgelegde weg en de verstreken tijd indien overeenkomstig deze richtlijn getoond of afgedrukt, dienen de volgende eenheden te gebruiken:

    Afgelegde weg:”,

    lezen:

    „23.

    De waarden van de afgelegde afstand en de verstreken tijd indien overeenkomstig deze richtlijn getoond of afgedrukt, dienen de volgende eenheden te gebruiken:

    Afgelegde afstand:”.

    17)

    Bladzijde 240, bijlage XI, hoofdstuk III, punt 4:

    in plaats van:

    „4.

    Schaalinterval

    De instrumenten moeten een schaalinterval van 1,0 1 dm2 hebben. Bovendien moet het schaalinterval voor testdoeleinden 0,1 1 dm2 kunnen zijn.”,

    lezen:

    „4.

    Schaalinterval

    De instrumenten moeten een schaalinterval van 1,0 dm2 hebben. Bovendien moet het schaalinterval voor testdoeleinden 0,1 dm2 kunnen zijn.”.


    Top