Escolha as funcionalidades experimentais que pretende experimentar

Este documento é um excerto do sítio EUR-Lex

Documento 32014R0612

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 612/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad middels een wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie wat nieuwe maatregelen in het kader van de nationale steunprogramma's in de wijnsector betreft

PB L 168 van 7.6.2014, p. 62—67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Estatuto jurídico do documento Em vigor

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/612/oj

7.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 168/62


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 612/2014 VAN DE COMMISSIE

van 11 maart 2014

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad middels een wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie wat nieuwe maatregelen in het kader van de nationale steunprogramma's in de wijnsector betreft

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 53, onder b), c), e), f), en h),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013, die in titel I, deel II, hoofdstuk II, afdeling 4, regels inzake nationale steunprogramma's in de wijnsector bevat. De meeste in die afdeling opgenomen regels zorgen voor de voortzetting van de regels welke krachtens Verordening (EG) nr. 1234/2007 op de nationale steunprogramma's in de wijnsector van toepassing waren, maar er zijn ook bepaalde nieuwe regels vastgesteld. Die nieuwe regels voeren drie nieuwe elementen in, namelijk de afzetbevordering voor wijn in de lidstaten als een submaatregel parallel aan de bestaande maatregel voor de bevordering van de afzet van wijn op de markten van derde landen, een maatregel voor innovatie in de wijnsector, alsook een uitbreiding van de maatregel inzake de herstructurering en omschakeling van wijngaarden tot de herbeplanting van wijngaarden na verplichte rooiing om sanitaire of fytosanitaire redenen. Er dienen regels met betrekking tot de inhoud van die nieuwe elementen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie (3) zijn regels vastgesteld met betrekking tot de in Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde nationale steunprogramma's in de wijnsector. Ter aanvulling van de in Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde nieuwe regels moeten in Verordening (EG) nr. 555/2008 passende bepalingen worden opgenomen.

(3)

Artikel 45, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voorziet in specifieke steun voor de afzetbevordering voor wijn in de lidstaten. Er moeten subsidiabiliteitscriteria in het kader van deze nieuwe submaatregel worden vastgesteld zodat hij in de nationale steunprogramma's kan worden opgenomen. Deze criteria moeten consistent zijn met soortgelijke maatregelen in andere regelingen, en met name met die inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt als bedoeld in Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad (4).

(4)

Om de betrokkenheid van de wijnsector, die over de nodige structuur en deskundigheid beschikt, te waarborgen, moet worden bepaald dat een overheidsinstantie niet de enige begunstigde van de submaatregel voor de afzetbevordering voor wijn in de lidstaten kan zijn.

(5)

De afzetbevordering voor wijn in de lidstaten moet in overeenstemming zijn met de concurrentieregels van de Unie. Daarom moet worden bepaald dat de in het kader van de submaatregel inzake de afzetbevordering voor wijn overgebrachte informatie niet op handelsmerken mag zijn gericht en niet tot het verbruik van welbepaalde wijnen mag aanzetten.

(6)

Ter voorlichting en bescherming van de consument moet worden bepaald dat informatie voor consumenten inzake de gezondheidseffecten van in de lidstaten gepromote producten een erkende wetenschappelijke basis moet hebben en moet zijn erkend door de voor volksgezondheid bevoegde nationale instanties in de lidstaten waar de activiteiten worden uitgevoerd.

(7)

Ook de duur van de in de lidstaten uitgevoerde activiteiten moet worden vastgesteld en deze moet in overeenstemming zijn met de duur van de uit hoofde van Verordening (EG) nr. 3/2008 gefinancierde voorlichtings- en afzetbevorderingscampagnes.

(8)

Rekening houdend met de specifieke aard van de maatregel inzake de afzetbevordering voor wijn in de lidstaten en in het licht van de ervaring die is opgedaan bij de uitvoering van de maatregel inzake de afzetbevordering voor wijn in derde landen in het kader van de nationale steunprogramma's en bij de tenuitvoerlegging van de regeling inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt, moeten regels worden vastgesteld inzake de subsidiabiliteit van personeelskosten en overheadkosten die bij de uitvoering van dergelijke maatregelen door de begunstigde worden gemaakt.

(9)

Ter vergemakkelijking van de uitvoering van activiteiten waarvoor steun wordt verleend in het kader van de submaatregel inzake de afzetbevordering voor wijn in de lidstaten en rekening houdend met de duur van die activiteiten, moet het mogelijk zijn betalingen te verrichten vóór een volledige activiteit of een deel daarvan is uitgevoerd, op voorwaarde dat een zekerheid wordt gesteld om de uitvoering van de activiteit te waarborgen.

(10)

Ter voorkoming van dubbele financiering van activiteiten die subsidiabel zijn uit hoofde van artikel 45 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, artikel 2, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 3/2008 en de krachtens artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) gefinancierde maatregelen, moeten de lidstaten in de nationale steunprogramma's duidelijke afbakeningscriteria opnemen.

(11)

In artikel 46, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is voorzien in de uitbreiding van de steunmaatregel met betrekking tot de herstructurering en omschakeling van wijngaarden na verplichte rooiing om sanitaire of fytosanitaire redenen. Daarom moet worden voorzien in regels die het mogelijk maken een dergelijke activiteit in de nationale steunprogramma's op te nemen en moet een maximumbedrag voor de uitgaven worden vastgesteld. Om voor consistentie met de fytosanitaire wetgeving van de Unie te zorgen, mag steun enkel mogelijk zijn wanneer zulke maatregelen in overeenstemming zijn met Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (6). Voorts moeten de uitgaven voor de herbeplanting van wijngaarden tot 15 % van de jaarlijkse uitgaven in elke lidstaat worden beperkt om te waarborgen dat het grootste deel van de in het kader van de herstructurerings- en omschakelingsmaatregel bestede middelen worden ingezet om het concurrentievermogen van wijnproducenten te verbeteren.

(12)

Ter voorkoming van dubbele financiering van activiteiten voor de herbeplanting van wijngaarden om sanitaire of fytosanitaire redenen die subsidiabel zijn uit hoofde van artikel 46, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, in het kader van de overeenkomstig de artikelen 22, 23 en 24 van Richtlijn 2000/29/EG gesteunde activiteit, en uit hoofde van artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1305/2013, moeten de lidstaten in hun nationale steunprogramma's duidelijke afbakeningscriteria opnemen.

(13)

In artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is voorzien in een specifieke steunmaatregel voor innovatie in de wijnsector om de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën met betrekking tot de in bijlage VII, deel II, bij die verordening bedoelde producten te bevorderen en om de afzetbaarheid en de concurrentiepositie van wijnbouwproducten uit de Unie te verbeteren. Er moet worden vastgesteld welke activiteiten subsidiabel zijn in het kader van die nieuwe maatregel zodat hij in de nationale steunprogramma's kan worden opgenomen.

(14)

Om de kwaliteit van de ingediende projecten en de overdracht van wetenschappelijke kennis naar de wijnsector te waarborgen moeten centra voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen aan het door de begunstigden van de innovatiemaatregel gesteunde project.

(15)

Tevens dient te worden vastgesteld welke soorten investeringen in het kader van de innovatiemaatregel subsidiabel zijn. Om ervoor te zorgen dat deze steun beantwoordt aan het doel van de maatregel, i.e. de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés en technologieën, moet met name worden bepaald dat gewone vervangingsinvesteringen geen subsidiabele uitgaven vormen.

(16)

Ter voorkoming van dubbele financiering van activiteiten die subsidiabel zijn uit hoofde van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, de artikelen 36, 61, 62 en 63 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 en Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7), moeten de lidstaten duidelijke afbakeningscriteria in de nationale steunprogramma's opnemen.

(17)

Verordening (EG) nr. 555/2008 dient daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 555/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In titel II wordt hoofdstuk II als volgt gewijzigd:

a)

deel 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

het kopje van het deel wordt vervangen door:

„Deel 1

Afzetbevordering”;

ii)

vóór artikel 4 wordt het volgende kopje ingevoegd:

„Subdeel 1

Afzetbevordering in derde landen”;

iii)

artikel 5 bis wordt geschrapt;

iv)

de volgende subdelen 2 en 3 worden toegevoegd:

„Subdeel 2

Afzetbevordering in de lidstaten

Artikel 5 ter

Subsidiabele activiteiten

1.   De submaatregel inzake de afzetbevordering voor in artikel 45, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde wijn uit de Unie heeft betrekking op de voorlichting van consumenten wat betreft:

a)

verantwoord wijnverbruik en het risico dat verbonden is aan alcoholgebruik;

b)

de regeling van de Unie inzake beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, met name wat betreft voorwaarden en effecten, met betrekking tot de specifieke kwaliteit, faam of andere kenmerken van wijn die aan de specifieke geografische omgeving of oorsprong van de wijn zijn toe te schrijven.

2.   De in lid 1 bedoelde voorlichtingsactiviteiten mogen worden verricht door middel van voorlichtingscampagnes en deelname aan evenementen, beurzen en tentoonstellingen van nationaal of uniaal belang.

3.   Activiteiten zijn subsidiabel in het kader van de afzetbevorderingsmaatregel op voorwaarde dat:

a)

ze duidelijk worden omschreven, d.w.z. dat de voorlichtingsactiviteiten worden beschreven en de geraamde kosten worden opgegeven;

b)

ze in overeenstemming zijn met de toepasselijke wetgeving van de lidstaat waar ze worden verricht;

c)

de begunstigden over de nodige middelen beschikken om te waarborgen dat de doeltreffend wordt uitgevoerd.

4.   De begunstigden zijn beroepsorganisaties, producentenorganisaties, unies van producentenorganisaties, brancheorganisaties of overheidsinstanties. Een overheidsinstantie mag echter niet de enige begunstigde van een afzetbevorderingsmaatregel zijn.

Artikel 5 quater

Kenmerken van de voorlichting

1.   De in artikel 5 ter, lid 1, bedoelde voorlichting is gebaseerd op de intrinsieke kwaliteiten van de wijn of de kenmerken ervan en is niet op handelsmerken gericht of zet niet aan tot het verbruik van wijn op grond van de specifieke oorsprong ervan. Wanneer echter informatie wordt verspreid voor de toepassing van artikel 5 ter, lid 1, onder b), mag de oorsprong van de wijn in het kader van de voorlichtingsactiviteit worden aangegeven.

2.   Alle voorlichting inzake de effecten van wijnverbruik op gedrag en gezondheid is gebaseerd op algemeen erkende wetenschappelijke gegevens en wordt erkend door de voor volksgezondheid bevoegde nationale instantie van de lidstaat waar de activiteiten worden uitgevoerd.

Artikel 5 quinquies

Looptijd van de steunverlening

De looptijd van de steunverlening voor afzetbevorderingsactiviteiten bedraagt maximaal drie jaar.

Artikel 5 sexies

Voorschotten

De lidstaten kunnen vervroegde steunbetalingen toestaan, i.e. voordat een actie is uitgevoerd, op voorwaarde dat de begunstigde een zekerheid heeft gesteld.

Artikel 5 septies

Afbakening ten opzichte van plattelandsontwikkeling en afzetbevordering voor landbouwproducten

De lidstaten nemen in hun nationale steunprogramma's duidelijke afbakeningscriteria op om te waarborgen dat er geen steun uit hoofde van artikel 45, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt verleend voor in het kader van andere EU-instrumenten gesteunde activiteiten.

Subdeel 3

Gemeenschappelijke regels

Artikel 5 octies

Subsidiabele kosten

1.   Door in de artikelen 4 en 5 ter bedoelde begunstigden gemaakte personeelskosten worden als subsidiabel beschouwd als deze verband houden met de voorbereiding, tenuitvoerlegging of follow-up, inclusief evaluatie, van het specifieke afzetbevorderingsproject waarvoor steun wordt verleend. Deze kosten omvatten de kosten van het personeel dat de begunstigde specifiek naar aanleiding van het afzetbevorderingsproject aanwerft, alsmede de kosten voor het deel van de werkuren dat het vaste personeel van de begunstigde aan het afzetbevorderingsproject besteedt.

De lidstaten beschouwen personeelskosten alleen als subsidiabel, indien de begunstigden bewijsstukken overleggen met daarin nadere informatie over het werk dat daadwerkelijk is besteed aan het specifieke afzetbevorderingsproject waarvoor steun wordt verleend.

2.   Door de begunstigden gemaakte overheadkosten worden als subsidiabel beschouwd, indien deze:

a)

verband houden met de voorbereiding, tenuitvoerlegging of follow-up van het project, en

b)

niet meer bedragen dan 4 % van de daadwerkelijke kosten voor de tenuitvoerlegging van de projecten.

De lidstaten kunnen beslissen of deze overheadkosten worden gesubsidieerd op basis van een forfait of op basis van de overlegging van bewijsstukken. In het laatste geval worden deze kosten berekend aan de hand van de boekhoudbeginselen, -regels en -methoden van het land waar de begunstigde is gevestigd.”;

b)

het volgende artikel 6 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 6 bis

Herbeplanting om sanitaire- of fytosanitaire redenen

1.   In artikel 46, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde herbeplanting van een wijngaard na verplichte rooiing om sanitaire of fytosanitaire redenen in opdracht van de bevoegde autoriteit van de lidstaat is subsidiabel op voorwaarde dat de lidstaat:

a)

in zijn nationale steunprogramma in die mogelijkheid voorziet;

b)

de Commissie in het kader van de indiening van het nationale steunprogramma of de wijziging daarvan, de lijst van onder die maatregel vallende schadelijke organismen verstrekt, alsook een samenvatting van een door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat opgesteld strategisch plan dienaangaande;

c)

voldoet aan Richtlijn 2000/29/EG van de Raad (8).

2.   De uitgaven voor herbeplanting om sanitaire of fytosanitaire redenen bedragen niet meer dan 15 % van de totale jaarlijkse uitgaven voor herstructurering en omschakeling van wijngaarden in de betrokken lidstaat.

3.   De lidstaten nemen in hun nationale steunprogramma's duidelijke afbakeningscriteria op om te waarborgen dat er geen steun uit hoofde van artikel 46, lid 3, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt verleend voor in het kader van andere EU-instrumenten gesteunde activiteiten.

(8)  Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).”;"

c)

het volgende deel 6 bis wordt ingevoegd:

„Deel 6 bis

Innovatie

Artikel 20 bis

Subsidiabele activiteiten

1.   De in artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde innovatie in de wijnsector betreft de ontwikkeling van:

a)

nieuwe producten die verband houden met de wijnsector of bijproducten van wijn;

b)

nieuwe procedés en technologieën die nodig zijn voor de ontwikkeling van wijnbouwproducten.

2.   De subsidiabele kosten hebben betrekking op materiële en immateriële investeringen voor kennisoverdracht, voorbereidende werkzaamheden en verkennende studies.

3.   De begunstigden van innovatiesteun zijn producenten van de in bijlage VI, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde producten en wijnproducentenorganisaties.

Centra voor onderzoek en ontwikkeling nemen deel aan het door de begunstigden gesteunde project. Bij het project mogen brancheorganisaties betrokken zijn.

4.   Indien in het nationale steunprogramma in die optie is voorzien, kunnen de begunstigden van innovatiesteun de betaalorganen verzoeken een voorschot te betalen. Het voorschot wordt slechts betaald indien er een zekerheid is gesteld.

5.   Gewone vervangingsinvesteringen zijn geen subsidiabele uitgaven.

Artikel 20 ter

Afbakening ten opzichte van plattelandsontwikkeling en andere wettelijke regelingen en financiële instrumenten

De lidstaten nemen in hun nationale steunprogramma's duidelijke afbakeningscriteria op om te waarborgen dat er geen steun uit hoofde van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt verleend voor in het kader van andere EU-instrumenten gesteunde acties.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma's, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1).

(4)  Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487).

(6)  Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).


Início