EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0758

2013/758/EU: Besluit van de Raad van 10 december 2013 waarbij wordt vastgesteld dat Polen geen effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013

PB L 335 van 14.12.2013, p. 46–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/758/oj

14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 335/46


BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 december 2013

waarbij wordt vastgesteld dat Polen geen effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013

(2013/758/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 8,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

(2)

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren.

(3)

De Raad heeft op 7 juli 2009 overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG) besloten dat er in Polen een buitensporig tekort bestond, en overeenkomstig artikel 104, lid 7, VEG en artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (1) een aanbeveling gedaan om het buitensporige tekort uiterlijk in 2012 te corrigeren. Om het overheidstekort op een geloofwaardige en duurzame wijze terug te dringen tot ten hoogste 3 % van het bbp, werd de Poolse autoriteiten aanbevolen de budgettaire stimuleringsmaatregelen in 2009 zoals gepland ten uitvoer te leggen, zorg te dragen voor een gemiddelde structurele budgettaire aanpassing van minstens 1¼ % van het bbp per jaar met ingang van 2010, te voorzien in gedetailleerde maatregelen om het tekort tegen 2012 tot onder de referentiewaarde terug te brengen en hervormingen door te voeren om de primaire lopende uitgaven de daaropvolgende jaren onder controle te houden. De Raad stelde 7 januari 2010 vast als uiterste datum om effectief gevolg te geven aan die aanbevelingen.

(4)

Op 3 februari 2010 stelde de Commissie op basis van haar najaarsprognoses 2009 vast dat Polen overeenkomstig de aanbeveling van de Raad van 7 juli 2009 de noodzakelijke maatregelen had genomen om zijn overheidstekort tot de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde terug te brengen, en achtte zij daarom geen verdere stappen in de buitensporigtekortprocedure noodzakelijk. Op basis van de najaarsprognoses 2011 oordeelde de Commissie echter dat Polen niet op de goede weg was en vroeg zij om aanvullende maatregelen, die Polen in de periode tot 10 januari 2012 heeft goedgekeurd en bekendgemaakt. Aldus bevestigde de Commissie op 11 januari 2012 dat de Poolse autoriteiten effectieve maatregelen hadden getroffen met het oog op een tijdige en duurzame correctie van het buitensporige tekort en achtte zij het op dat moment niet noodzakelijk dat verdere stappen in de buitensporigtekortprocedure werden ondernomen.

(5)

Op 21 juni 2013 kwam de Raad tot de conclusie dat Polen effectieve maatregelen had getroffen, maar dat ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën zich hadden voorgedaan, en stelde hij herziene aanbevelingen vast (2). Polen voldeed derhalve aan de voorwaarden voor de verlenging van de termijn voor de correctie van het buitensporige overheidstekort, zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97. De Raad beval aan dat Polen uiterlijk in 2014 een eind maakte aan de buitensporigtekortsituatie. Hij beval tevens aan dat Polen een nominaal streefcijfer voor het overheidstekort behaalde van 3,6 % van het bbp in 2013 en 3,0 % van het bbp in 2014, wat neerkomt op een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo met ten minste 0,8 % van het bbp in 2013 en 1,3 % van het bbp in 2014, uitgaande van de geactualiseerde voorjaarsprognoses 2013 van de Commissie. Hij beval aan dat Polen diende de reeds vastgestelde maatregelen onverkort uitvoerde en deze aan te vullen met voldoende extra maatregelen om uiterlijk in 2014 een correctie van het buitensporige tekort te bereiken. Daarenboven beval hij aan dat Polen alle meevallers gebruikte om het tekort te verminderen. De Raad stelde 1 oktober 2013 vast als de termijn waarbinnen Polen effectieve maatregelen moest nemen en overeenkomstig artikel 3, lid 4 bis, van Verordening (EG) nr. 1467/97 gedetailleerd verslag moest uitbrengen over de voorgenomen consolidatiestrategie om de doelstellingen te realiseren.

(6)

Op 2 oktober 2013 heeft Polen het verslag inzake de effectieve maatregelen ingediend. Het aan het verslag ten grondslag liggende macro-economische scenario is vergelijkbaar met het scenario dat voor het convergentieprogramma 2013 is gebruikt. Nadat in de periode 2001-2011 een gemiddelde reële groei van het bbp van 4 % per jaar was behaald, viel de economische bedrijvigheid in 2012 terug tot 1,9 %. Het macro-economische scenario dat aan het verslag over de effectieve maatregelen ten grondslag ligt, gaat ervan uit dat de groei van het reële bbp in 2013 verder terugvalt tot 1,5 % en zich in 2014 en 2015 weer herstelt tot respectievelijk 2,5 % en 3,8 %. Volgens de najaarsprognoses 2013 van de Commissie zal het reële bbp in 2013 met 1,3 % groeien en daarna versnellen tot 2,5 % in 2014 en 2,9 % in 2015. De Commissie is minder optimistisch dan de Poolse autoriteiten over de groei van de binnenlandse groei vraag in de prognoseperiode, met name wat de particuliere consumptie en de particuliere investeringen betreft.

(7)

De Poolse autoriteiten verwachten een overheidstekort van 4,8 % van het bbp in 2013, dus een stijging ten opzichte van het tekort van 3,9 % van het bbp in 2012. Dat is een slechter resultaat dan de 3,5 % van het bbp waar het in 2013 geactualiseerde convergentieprogramma van uitging, en is te wijten aan een aanzienlijke terugval van de inkomsten van 1,2 % van het bbp en een uitgavenoverschrijding van 0,1 % van het bbp. Voor 2014 verwacht het Poolse ministerie van Financiën een overschot van 4,5 % van het bbp als gevolg van de geplande pensioenhervorming, die onder meer een eenmalige overdracht van activa ter waarde van 8,5 % van het bbp inhoudt. De verwachting is dat het overheidssaldo in 2015 een tekort van 3 % van het bbp zal vertonen.

(8)

Voor 2013 en 2014 is de prognose van de Commissie vergelijkbaar met die van de Poolse autoriteiten. Ook de Commissie gaat uit van een tekort van 4,8 % van het bbp in 2013. De achteruitgang ten opzichte van de 3,9 % in het BTP-basisscenario is voornamelijk te wijten aan tegenvallende inkomsten. Voor 2014 wordt een overheidssaldo verwacht met een overschot van + 4,6 % van het bbp als gevolg van de geplande pensioenhervorming. Voor 2015 is de Commissie minder optimistisch dan de Poolse autoriteiten; zij verwacht een overheidstekort van 3,3 % van het bbp. Het verschil van 0,3 procentpunt van het bbp is voornamelijk te wijten aan lagere lopende inkomsten op basis van een lagere verwachting van de nominale bbp-groei en hogere overheidsuitgaven voor intermediair verbruik. De streefcijfers voor het tekort zijn onderhevig aan uitvoeringsrisico's.

(9)

Zowel de Poolse autoriteiten als de Commissie gaan ervan uit dat de bruto overheidsschuld gedurende de gehele betrokken periode onder de drempel van 60 % zal blijven. Volgens de najaarsprognoses 2013 van de Commissie zal de schuldquote terugvallen van 55,6 % in 2012 tot 51 % in 2014, voornamelijk door de aangekondigde overdracht van de activa van de pensioenfondsen ter waarde van 8,5 % van het bbp, en in 2015 weer toenemen tot 52,5 %.

(10)

Aangezien het overheidstekort in 2013 volgens de najaarsprognoses 2013 van de Commissie 4,8 % van het bbp zal bedragen, zal Polen de door de Raad aanbevolen nominale tekortdoelstelling van 3,6 % van het bbp niet halen. Ook de jaarlijkse aangepaste structurele inspanning ligt in 2013 met 0,3 % van het bbp ruimschoots onder de aanbevolen jaarlijkse begrotingsinspanning van 0,8 % van het bbp. Uit de bottom-upanalyse van de nieuwe discretionaire maatregelen, aangevuld met een beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, en gecorrigeerd voor onder- en overbesteding die buiten de macht van de regering valt, komt een totale budgettaire inspanning van 0,2 % van het bbp naar voren. Er wordt derhalve niet voldaan aan het in de aanbeveling van de Raad opgenomen vereiste dat aanvullende maatregelen van 0,4 % van het bbp worden genomen ter ondersteuning van de begrotingsinspanning; dit bevestigt dat Polen de door de Raad aanbevolen begrotingsinspanning in 2013 niet heeft uitgevoerd.

(11)

Voor 2014 verwacht de Commissie een overheidsoverschot van 4,6 % van het bbp. De nominale tekortdoelstelling wordt dus slechts gehaald als gevolg van de eenmalige overdracht van de activa van de pensioenfondsen. De verwachte jaarlijkse aangepaste structurele inspanning ligt in 2014 met 1,4 % van het bbp boven de aanbevolen jaarlijkse begrotingsinspanning van 1,3 % van het bbp.

(12)

Al met al heeft Polen niet voldaan aan de voor 2013 aanbevolen begrotingsdoelstellingen, terwijl de in de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 opgenomen doelstellingen voor 2014 naar verwachting wel zullen worden gehaald. Volgens de prognose van de Commissie voor 2015 zal de correctie van het buitensporige tekort in 2014 echter niet duurzaam blijken, aangezien een tekort van 3,3 % van het bbp wordt verwacht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Polen heeft in 2013 geen effectief gevolg gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 10 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

R. ŠADŽIUS


(1)  Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).

(2)  Aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 om het buitensporige overheidstekort in Polen te verhelpen.


Top