Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R0509

Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal

PB L 122 van 11.5.2007, p. 7–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/03/2019; opgeheven door 32019R0472

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/509/oj

11.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 122/7


VERORDENING (EG) Nr. 509/2007 VAN DE RAAD

van 7 mei 2007

tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens recent wetenschappelijk advies van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) is het tongbestand in de ICES-sector VIIe als gevolg van visserijsterfte zodanig uitgedund dat het normale herstel van het bestand door voortplanting in het gedrang komt en dat het betrokken bestand bijgevolg dreigt in te storten.

(2)

Er moeten maatregelen worden getroffen om een meerjarenplan voor het visserijbeheer van het tongbestand in het westelijk Kanaal vast te stellen.

(3)

Doel van het plan is ervoor te zorgen dat het tongbestand in het westelijk Kanaal op een in economisch, ecologisch en sociaal opzicht duurzame manier wordt geëxploiteerd.

(4)

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van 20 december 2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (2) vereist onder meer dat de Gemeenschap om dit doel te verwezenlijken de voorzorgsaanpak toepast door maatregelen te nemen om de bestanden te beschermen en in stand te houden, voor een duurzame exploitatie van die bestanden te zorgen en het effect van visserijactiviteiten op mariene ecosystemen zo gering mogelijk te houden. De Gemeenschap streeft naar een geleidelijke tenuitvoerlegging van een op het ecosysteem gebaseerde aanpak van het visserijbeheer en draagt bij tot doelmatige visserijactiviteiten binnen een economisch levensvatbare en concurrerende visserijsector, daarbij zorgend voor een redelijke levensstandaard en rekening houdend met de belangen van de consumenten.

(5)

Om dit doel te bereiken moet het tongbestand in het westelijk Kanaal binnen veilige biologische grenzen worden gebracht middels terugdringing van de visserijsterfte, en zodanig worden beheerd dat de reproductiecapaciteit van het bestand volledig behouden blijft en een hoge opbrengst voor de lange termijn verzekerd is.

(6)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij heeft in zijn advies gesteld dat 0,27 een visserijsterfte is die overeenkomt met een hoge opbrengst voor de lange termijn en een laag risico op aantasting van het productiepotentieel van het bestand.

(7)

Een dergelijke beheersing van de visserijsterfte kan worden bereikt door middel van een adequate methode om de hoogte van de totaal toegestane vangsten (TAC’s) te bepalen en een systeem waarmee de op deze bestanden uitgeoefende visserijinspanningen zodanig worden beperkt dat het onwaarschijnlijk is dat de TAC’s worden overschreden.

(8)

Er zijn, in aanvulling op de maatregelen vervat in Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (3), controlemaatregelen nodig om de naleving van de in deze verordening vervatte maatregelen te garanderen.

(9)

In het eerste stadium, in 2007, 2008 en 2009, wordt het meerjarenplan geacht een herstelplan te zijn, en vervolgens een beheersplan in de zin van de artikelen 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 2371/2002,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DOELEN

Artikel 1

Onderwerp

1.   Bij deze verordening wordt een meerjarenplan vastgesteld voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal (hierna „tong uit het westelijk Kanaal” te noemen).

2.   In deze verordening wordt onder „westelijk Kanaal” verstaan het zeegebied dat als sector VIIe is afgebakend door de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES).

Artikel 2

Doel

1.   Het meerjarenplan moet zorgen voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal.

2.   Dat doel wordt verwezenlijkt wanneer een visserijsterfte van 0,27 in de passende leeftijdsklassen wordt bereikt en gehandhaafd.

HOOFDSTUK II

TOTAAL TOEGESTANE VANGSTEN

Artikel 3

Procedure voor de vaststelling van de totaal toegestane vangsten

1.   Voor de jaren 2007, 2008 en 2009 besluit de Raad ieder jaar met gekwalificeerde meerderheid, op basis van een voorstel van de Commissie over totaal toegestane vangsten (TAC’s) voor tong uit het westelijk Kanaal op het niveau van vangsten dat, volgens een wetenschappelijke evaluatie van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de Visserij (WTECV), overeenkomt met de hoogste waarde bij vergelijking tussen:

a)

de TAC waarvan de toepassing resulteert in een daling van de visserijsterfte met 20 % in 2007 ten opzichte van de gemiddelde visserijsterfte in 2003, 2004 en 2005, volgens de meest recente raming van het WTECV;

b)

de TAC waarvan de toepassing resulteert in de in artikel 2, lid 2, bedoelde visserijsterfte.

2.   Voor de jaren 2010, 2011 en 2012 besluit de Raad ieder jaar met gekwalificeerde meerderheid, op basis van een voorstel van de Commissie over TAC’s voor tong uit het westelijk Kanaal op het niveau van vangsten dat, volgens een wetenschappelijke evaluatie van het WTECV, overeenkomt met de hoogste waarde bij vergelijking tussen:

a)

de TAC waarvan de toepassing resulteert in een daling van de visserijsterfte met 15 % in 2010 ten opzichte van de gemiddelde visserijsterfte in 2007, 2008 en 2009, volgens de meest recente raming van het WTECV;

b)

de TAC waarvan de toepassing resulteert in de in artikel 2, lid 2, bedoelde visserijsterfte.

3.   Voor 2013 en daarna besluit de Raad ieder jaar met gekwalificeerde meerderheid, op basis van een voorstel van de Commissie over TAC’s voor tong uit het westelijk Kanaal op het niveau van vangsten dat, volgens een wetenschappelijke evaluatie van het WTECV, resulteert in de in artikel 2, lid 2, bedoelde visserijsterfte.

4.   Indien het WTECV in zijn advies stelt dat de in artikel 2, lid 2, bedoelde visserijsterfte, op 31 december 2012 niet is bereikt, geldt lid 2, onverminderd lid 3, mutatis mutandis voor 2013, 2014 en 2015 en geldt lid 3 mutatis mutandis vanaf 2016.

Artikel 4

Beperking van de schommelingen in de TAC’s

Vanaf het eerste jaar waarin deze verordening wordt toegepast, gelden de volgende regels:

a)

Indien de toepassing van artikel 3 zou leiden tot een TAC die de TAC van het voorafgaande jaar met meer dan 15 % overschrijdt, stelt de Raad een TAC vast die maximaal 15 % hoger is dan de TAC van dat jaar.

b)

Indien de toepassing van artikel 3 zou leiden tot een TAC die meer dan 15 % lager is dan de TAC van het voorafgaande jaar, stelt de Raad een TAC vast die maximaal 15 % lager is dan de TAC van dat jaar.

HOOFDSTUK III

BEPERKING VAN DE VISSERIJINSPANNING

Artikel 5

Beperking van de inspanning

1.   De in hoofdstuk II bedoelde TAC’s worden aangevuld met een stelsel ter beperking van de visserijinspanning op basis van het geografische gebied en de soorten vistuig en de daaraan verbonden voorwaarden voor het gebruik van de vangstmogelijkheden als genoemd in bijlage IIc bij Verordening (EG) nr. 41/2007 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling, voor 2007, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn (4).

2.   De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid het maximumaantal dagen op zee vast voor vissersvaartuigen in het westelijk Kanaal met een boomkor met een maaswijdte van minstens 80 mm en voor vaartuigen in het westelijk Kanaal met staande netten met een maaswijdte van maximaal 220 mm.

3.   Het maximumaantal dagen op zee, bedoeld in lid 2, wordt aangepast in dezelfde verhouding als de aanpassing in de visserijsterfte waarin artikel 3 voorziet.

4.   Onverminderd lid 3 wordt de visserijinspanning die in 2008 en 2009 moet worden vastgesteld, gehandhaafd op het voor 2007 vastgestelde niveau.

HOOFDSTUK IV

CONTROLE, INSPECTIE EN BEWAKING

Artikel 6

Tolerantie

In afwijking van artikel 5, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (5), geldt voor ramingen inzake de in kilogram levend gewicht uitgedrukte hoeveelheden aan boord gehouden tong uit het westelijk Kanaal een marge van 8 % ten opzichte van het in het logboek vermelde cijfer. Indien de communautaire wetgeving geen omrekeningsfactoren geeft, is de omrekeningsfactor die gebruikt wordt die van de lidstaat waarvan het vaartuig de vlag voert.

Artikel 7

Voorafgaande kennisgeving

De kapitein van een communautair vissersvaartuig dat in het westelijk Kanaal is geweest die een aan boord gehouden hoeveelheid tong wil overladen op zee of wil aanlanden in een haven of op een plaats van aanlanding in een derde land, deelt tenminste 24 uur van te voren aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenlidstaat de volgende gegevens mee:

a)

de naam van de haven of de plaats van aanlanding;

b)

het vermoedelijke tijdstip van aankomst in die haven of op die plaats;

c)

de hoeveelheden aan boord, in kilogram levend gewicht, per soort waarvan meer dan 50 kg aan boord is.

Artikel 8

Gescheiden opslag van tong

1.   Het is voor communautaire vissersvaartuigen verboden om containers aan boord te hebben waarin hoeveelheden tong met andere soorten mariene organismen vermengd zijn.

2.   De kapitein van een communautair vissersvaartuig verleent de inspecteurs van de lidstaten de nodige bijstand om de in het logboek vermelde hoeveelheden te toetsen aan de aan boord gehouden vangsten van tong.

Artikel 9

Vervoer van tong

1.   De bevoegde autoriteiten van een lidstaat kunnen eisen dat een hoeveelheid tong van meer dan 300 kg, gevangen in het westelijk Kanaal, die voor het eerst wordt aangeland in die lidstaat, in aanwezigheid van controleurs wordt gewogen voordat ze van de haven van eerste aanvoer naar elders wordt vervoerd.

2.   In afwijking van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 moeten alle hoeveelheden tong van meer dan 300 kg, die naar een andere plaats dan die van eerste aanvoer of invoer worden vervoerd, vergezeld gaan van een afschrift van één van de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 bedoelde aangiften voor de hoeveelheden tong die worden vervoerd. De vrijstelling van artikel 13, lid 4, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2847/93 geldt niet.

Artikel 10

Specifiek controleprogramma

In afwijking van artikel 34 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 kan de looptijd van het specifieke controleprogramma voor de betrokken tongbestanden meer dan twee jaar bedragen.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Evaluatie van de beheersmaatregelen

De Commissie wint in het derde jaar van toepassing van deze verordening en vervolgens om de drie jaar zolang deze verordening van toepassing is, wetenschappelijk advies in van het WTECV over de vorderingen bij de verwezenlijking van het beheersplan.

Indien nodig stelt de Commissie passende maatregelen voor en besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid over alternatieve maatregelen om het in artikel 2 omschreven doel te verwezenlijken. De Raad kan met name de visserijsterfte, bedoeld in artikel 2, lid 2, met gekwalificeerde meerderheid wijzigen op basis van een voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement.

Artikel 12

Speciale omstandigheden

Indien uit het advies van het WTECV blijkt dat de paaibiomassa van tong uit het westelijk Kanaal een verminderde reproductiecapaciteit heeft, stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie een TAC vast die kleiner is dan die welke omschreven is in de artikelen 3 en 4, evenals andere dan de in artikel 5 genoemde maatregelen voor de controle van de inspanning.

Artikel 13

Europees Visserijfonds

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, wordt het meerjarenplan in 2007, 2008 en 2009 beschouwd als een herstelplan in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, alsook voor de toepassing van artikel 21, onder a), i) van Verordening (EG) nr. 1198/2006 (6). Vervolgens wordt het meerjarenplan beschouwd als een beheersplan in de zin van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, alsook voor de toepassing van artikel 21, onder a), iv) van Verordening (EG) nr. 1198/2006.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

H. SEEHOFER


(1)  PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 495.

(2)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(3)  PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1967/2006 (PB L 409 van 30.12.2006, blz. 9).

(4)  PB L 15 van 20.1.2007, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2007 van de Commissie (PB L 106 van 24.4.2007, blz. 22).

(5)  PB L 276 van 10.10.1983, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1804/2005 (PB L 290 van 4.11.2005, blz. 10).

(6)  PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.


Top