Alegeți funcționalitățile experimentale pe care doriți să le testați

Acest document este un extras de pe site-ul EUR-Lex

Document 32006L0004

    Richtlijn 2006/4/EG van de Commissie van 26 januari 2006 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor carbofuran (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 23 van 27.1.2006, p. 69-77 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 330M van 28.11.2006, p. 41-49 (MT)
    bijzondere uitgave in het Roemeens: Hoofdstuk 03 Deel 069 blz. 101 - 109

    Andere speciale editie(s) (BG)

    Statutul juridic al documentului care nu mai este în vigoare, Data încetării: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2006/4/oj

    27.1.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 23/69


    RICHTLIJN 2006/4/EG VAN DE COMMISSIE

    van 26 januari 2006

    tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor carbofuran

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (1), en met name op artikel 10,

    Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (2), en met name op artikel 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Voor granen en producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, worden de residugehalten vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn, dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en tegelijk toxicologisch aanvaardbaar is, met name uit een oogpunt van milieubescherming en gelet op de geschatte inname via de voeding. De communautaire maximumresidugehalten (hierna „de MRL's” genoemd) komen overeen met de bovengrens van de hoeveelheden residu die naar verwachting in producten kunnen worden gevonden wanneer goede landbouwpraktijken in acht zijn genomen.

    (2)

    De MRL's voor bestrijdingsmiddelen worden voortdurend opnieuw bezien en gewijzigd om rekening te houden met nieuwe gegevens en informatie. De MRL's worden vastgesteld op de ondergrens van de analytische bepaling wanneer de toegelaten toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen geen detecteerbare gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op het levensmiddel opleveren, wanneer voor geen enkele toepassing een toelating bestaat, wanneer de door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, of wanneer toepassingen in derde landen die residuen opleveren in of op levensmiddelen die in de gemeenschappelijke markt in het vrije verkeer kunnen worden gebracht, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

    (3)

    Een aantal lidstaten heeft de Commissie gemeld de nationale MRL's overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 90/642/EEG te willen herzien omdat men zich zorgen maakt over de inname door de consument. Voorstellen voor de herziening van de communautaire MRL's zijn bij de Commissie ingediend.

    (4)

    De totale blootstelling van consumenten tijdens hun leven en de kortdurende blootstelling aan elk van de in deze richtlijn genoemde bestrijdingsmiddelen via levensmiddelen is opnieuw geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gepubliceerde richtsnoeren (3). Op grond daarvan moeten nieuwe MRL's worden vastgesteld, zodat geen onaanvaardbare blootstelling van de consument optreedt.

    (5)

    Voorzover relevant is de acute blootstelling van consumenten aan die bestrijdingsmiddelen via elk van de levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren. Op grond hiervan is geconcludeerd dat de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen met inachtneming van de in deze richtlijn voorgestelde MRL's geen acute toxische effecten veroorzaakt.

    (6)

    De handelspartners van de Gemeenschap zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de in deze richtlijn vastgestelde MRL's geraadpleegd en met hun opmerkingen is rekening gehouden.

    (7)

    De bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG moeten dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    Deel A van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.

    Artikel 3

    De lidstaten dienen uiterlijk op 27 juli 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Zij passen die bepalingen uiterlijk op 27 juli 2006 toe.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 26 januari 2006.

    Voor de Commissie

    Markos KYPRIANOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/76/EG van de Commissie (PB L 293 van 9.11.2005, blz. 14).

    (2)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/76/EG.

    (3)  Guidelines for predicting dietary intake of pesticide residues (herziene versie), opgesteld door het GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).


    BIJLAGE I

    In deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG komt de regel voor carbofuran als volgt te luiden:

    „Residuen van bestrijdingsmiddelen

    Maximumgehalte in mg/kg

    Carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran)

    0,02 (1) granen


    (1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.”.


    BIJLAGE II

    In deel A van bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG komen de regels voor carbofuran als volgt te luiden:

    Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

    Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn

    Carbofuran (som van carbofuran en 3-hydroxycarbofuran, uitgedrukt als carbofuran)

    „1.   

    Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

    i)

    CITRUSVRUCHTEN

    0,3

    Grapefruits

     

    Citroenen

     

    Limoenen

     

    Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten)

     

    Sinaasappelen

     

    Pomelo's

     

    Andere

     

    ii)

    NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

    0,02 (1)

    Amandelen

     

    Paranoten

     

    Cashewnoten

     

    Kastanjes

     

    Kokosnoten

     

    Hazelnoten

     

    Macadamianoten

     

    Pecannoten

     

    Pijnboompitten

     

    Pistaches (pimpernoten)

     

    Walnoten (okkernoten)

     

    Andere

     

    iii)

    PITVRUCHTEN

    0,02 (1)

    Appelen

     

    Peren

     

    Kweeperen

     

    Andere

     

    iv)

    STEENVRUCHTEN

    0,02 (1)

    Abrikozen

     

    Kersen

     

    Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

     

    Pruimen

     

    Andere

     

    v)

    BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

    0,02 (1)

    a)

    Tafel- en wijndruiven

     

    Tafeldruiven

     

    Wijndruiven

     

    b)

    Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

     

    c)

    Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

     

    Bramen

     

    Dauwbramen

     

    Loganbessen

     

    Frambozen

     

    Andere

     

    d)

    Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

     

    Blauwe bosbessen

     

    Veenbessen

     

    Aalbessen (rood, zwart en wit)

     

    Kruisbessen

     

    Andere

     

    e)

    Wilde besvruchten en wilde vruchten

     

    vi)

    DIVERSE VRUCHTEN

    0,02 (1)

    Avocado's

     

    Bananen

     

    Dadels

     

    Vijgen

     

    Kiwi's

     

    Kumquats

     

    Lychees

     

    Mango's

     

    a)

    Olijven

     

    Olijven (tafelolijven)

     

    Olijven (olieproductie)

     

    Passievruchten

     

    Ananassen

     

    Papaja's

     

    Andere

     

    2.

    Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

    0,02 (1)

    i)

    WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

     

    Rode bieten

     

    Wortelen

     

    Knolselderij

     

    Mierikswortel (peperwortel)

     

    Aardperen (topinamboers)

     

    Pastinaken

     

    Wortelpeterselie

     

    Radijzen

     

    Schorseneren

     

    Bataten (zoete aardappelen)

     

    Koolrapen

     

    Rapen

     

    Yams

     

    Andere

     

    ii)

    BOLGEWASSEN

     

    Knoflook

     

    Uien

     

    Sjalotten

     

    Bosuien

     

    Andere

     

    iii)

    VRUCHTGROENTEN

     

    a)

    Solanaceae

     

    Tomaten

     

    Pepers (paprika's)

     

    Aubergines

     

    Andere

     

    b)

    Cucurbitaceae met eetbare schil

     

    Komkommers

     

    Augurken

     

    Courgettes

     

    Andere

     

    c)

    Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

     

    Meloenen

     

    Pompoenen

     

    Watermeloenen

     

    Andere

     

    d)

    Suikermaïs

     

    iv)

    KOOLSOORTEN

     

    a)

    Bloemkoolachtigen

     

    Broccoli

     

    Bloemkool

     

    Andere

     

    b)

    Sluitkoolachtigen

     

    Spruitjes

     

    Sluitkool

     

    Andere

     

    c)

    Bladkoolachtigen

     

    Chinese kool

     

    Boerenkool

     

    Andere

     

    d)

    Koolrabi

     

    v)

    BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

     

    a)

    Sla en dergelijke

     

    Tuinkers

     

    Veldsla

     

    Sla

     

    Andijvie

     

    Andere

     

    b)

    Spinazie en dergelijke

     

    Spinazie

     

    Snijbiet

     

    Andere

     

    c)

    Waterkers

     

    d)

    Witlof

     

    e)

    Kruiden

     

    Kervel

     

    Bieslook

     

    Peterselie

     

    Bladselderij

     

    Andere

     

    vi)

    PEULGROENTEN (vers)

     

    Bonen (met peul)

     

    Bonen (zonder peul)

     

    Erwten (met peul)

     

    Erwten (zonder peul)

     

    Andere

     

    vii)

    STENGELGROENTEN (vers)

     

    Asperges

     

    Kardoen

     

    Bleekselderij

     

    Knolvenkel

     

    Artisjokken

     

    Prei

     

    Rabarber

     

    Andere

     

    viii)

    FUNGI

     

    a)

    Gekweekte paddestoelen

     

    b)

    Wilde paddestoelen

     

    3.

    Peulvruchten

    0,02 (1)

    Bonen

     

    Linzen

     

    Erwten

     

    Andere

     

    4.

    Oliehoudende zaden

    0,1

    Lijnzaad

     

    Pinda's

     

    Papaverzaad

     

    Sesamzaad

     

    Zonnebloempitten

     

    Kool- en raapzaad

     

    Sojabonen

     

    Mosterdzaad

     

    Katoenzaad

     

    Andere

     

    5.

    Aardappelen

    0,02 (1)

    Vroege aardappelen

     

    Bewaaraardappelen

     

    6.

    Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

    0,05 (1)

    7.

    Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

    0,05 (1)


    (1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.”.


    Sus