This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R0759
Commission Regulation (EC) No 759/2005 of 19 May 2005 applying a reduction coefficient to refund certificates for goods not covered by Annex I to the Treaty, as provided for by Article 8(5) of Regulation (EC) No 1520/2000
Verordening (EG) nr. 759/2005 van de Commissie van 19 mei 2005 tot vaststelling van een verlagingscoëfficiënt voor de afgifte van restitutiecertificaten voor goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, zoals bedoeld in artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000
Verordening (EG) nr. 759/2005 van de Commissie van 19 mei 2005 tot vaststelling van een verlagingscoëfficiënt voor de afgifte van restitutiecertificaten voor goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, zoals bedoeld in artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000
PB L 127 van 20.5.2005, p. 3–3
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
20.5.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 127/3 |
VERORDENING (EG) Nr. 759/2005 VAN DE COMMISSIE
van 19 mei 2005
tot vaststelling van een verlagingscoëfficiënt voor de afgifte van restitutiecertificaten voor goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen, zoals bedoeld in artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1520/2000
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het Verdrag vallen (2), en met name op artikel 8, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de mededelingen die de lidstaten overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1520/2000 hebben gedaan, blijkt dat in totaal voor 93 532 277 EUR restitutiecertificaten zijn aangevraagd, terwijl slechts 59 655 557 EUR beschikbaar is, zoals vastgesteld in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1520/2000. |
(2) |
Daarom wordt een verlagingscoëfficiënt berekend op basis van artikel 8, leden 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1520/2000. Deze coëfficiënt dient te worden toegepast op de bedragen die middels een restitutiecertificaat voor de periode vanaf 1 juni 2005 zijn aangevraagd, zoals vastgesteld in artikel 8, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1520/2000, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Op de bedragen waarvoor restitutiecertificaten voor de periode vanaf 1 juni 2005 zijn aangevraagd, wordt een verlagingscoëfficiënt van 0,363 toegepast.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op 20 mei 2005.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 mei 2005.
Voor de Commissie
Günter VERHEUGEN
Vice-voorzitter
(1) PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).
(2) PB L 177 van 15.7.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 886/2004 (PB L 168 van 1.5.2004, blz. 14).