EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R2244

Verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS)

PB L 333 van 20.12.2003, p. 17–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/05/2011; opgeheven door 32011R0404

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/2244/oj

32003R2244

Verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie van 18 december 2003 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS)

Publicatieblad Nr. L 333 van 20/12/2003 blz. 0017 - 0027


Verordening (EG) nr. 2244/2003 van de Commissie

van 18 december 2003

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen inzake satellietvolgsystemen (VMS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(1), en met name op artikel 22, lid 3, en artikel 23, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Krachtens artikel 22, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2371/2002 is het vissersvaartuigen verboden activiteiten binnen het toepassingsgebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid uit te voeren, tenzij zij aan boord een functionerend systeem hebben geïnstalleerd waarmee zij door middel van systemen voor toezicht op afstand kunnen worden opgespoord en geïdentificeerd.

(2) Het is passend te bepalen dat vanaf 1 januari 2004 op alle vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 18 m en vanaf 1 januari 2005 op alle vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 15 m een satellietvolgsysteem (VMS) moet worden toegepast.

(3) Vissersvaartuigen die uitsluitend vissen binnen de basislijnen van de lidstaten dienen niet onder die verplichting te vallen, daar de gevolgen van hun activiteit voor de bestanden onbeduidend is.

(4) Krachtens artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 dienen de lidstaten administratieve en technische structuren op te zetten die voor een doeltreffende controle, inspectie en handhaving noodzakelijk zijn, met inbegrip van satellietvolgsystemen.

(5) Strengere VMS-voorschriften bieden de mogelijkheid de efficiëntie en doeltreffendheid van de toezicht-, controle- en bewakingsactiviteiten op zee en aan wal aanzienlijk te verbeteren.

(6) Het is dienstig om een overgangsperiode vast te stellen voor de toepassing van de bepalingen betreffende de mededeling van de snelheid en de koers van het vissersvaartuig, onder bepaalde voorwaarden.

(7) De VMS-regeling moet op dezelfde manier worden toegepast ten aanzien van communautaire vissersvaartuigen als ten aanzien van vaartuigen van derde landen die in communautaire wateren vissen.

(8) Met het oog op de vaststelling van deze nieuwe bepalingen is het noodzakelijk Verordening (EG) nr. 1489/97 van de Commissie van 29 juli 1997 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen(2) in te trekken.

(9) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Voorwerp

Bij deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de toepassing door de lidstaten van een satellietvolgsysteem ("VMS "), zoals voorgeschreven bij artikel 22, lid 1, onder b), en artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2371/2002.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1. Deze verordening is van toepassing op:

a) vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 18 meter vanaf 1 januari 2004, en

b) vissersvaartuigen met een totale lengte van meer dan 15 meter vanaf 1 januari 2005.

2. Deze verordening is niet van toepassing op vissersvaartuigen die uitsluitend worden gebruikt voor activiteiten in verband met aquacultuur en die uitsluitend vissen binnen de basislijnen van de lidstaten.

Artikel 3

Visserijcontrolecentra

1. De lidstaten beheren visserijcontrolecentra ("VCC").

2. Het VCC van een lidstaat houdt toezicht op:

a) de vissersvaartuigen die de vlag van die lidstaat voeren, ongeacht de wateren of de haven waarin zij zich bevinden;

b) communautaire vissersvaartuigen die de vlag voeren van andere lidstaten; en

c) vissersvaartuigen van derde landen gedurende de tijd dat zij zich in de wateren onder de soevereiniteit of de jurisdictie van deze lidstaat bevinden.

3. De lidstaten kunnen gezamenlijk een VCC beheren.

HOOFDSTUK II TOEZICHT VIA SATELLIET OP COMMUNAUTAIRE VISSERSVAARTUIGEN

Artikel 4

Verplichte satellietvolgapparatuur op communautaire vissersvaartuigen

Een communautair vissersvaartuig dat onder de VMS-verplichting valt, mag slechts een haven verlaten indien er bedrijfsklare satellietvolgapparatuur aan boord is geïnstalleerd.

Artikel 5

Kenmerken van de satellietvolgapparatuur

1. De satellietvolgapparatuur die is geïnstalleerd aan boord van communautaire vissersvaartuigen moet ervoor zorgen dat permanent en automatisch de volgende gegevens aan het VCC van de vlaggenlidstaat worden doorgegeven:

a) de identificatiegegevens van het betrokken vissersvaartuig,

b) de laatste geografische positie van het vissersvaartuig, met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %,

c) de datum en het tijdstip (uitgedrukt in gecoördineerde universele tijd "UTC") waarop de positie van het vissersvaartuig is bepaald, en

d) ten laatste met ingang van 1 januari 2006, de snelheid en de koers van het vissersvaartuig.

2. De lidstaten stellen maatregelen vast om te garanderen dat de satellietvolgapparatuur geen valse positiegegevens kan registreren of doorgeven en dat de gegevens niet manueel kunnen worden gewijzigd.

Artikel 6

Verantwoordelijkheden met betrekking tot de satellietvolgapparatuur

1. De kapitein van een communautair vissersvaartuig zorgt ervoor dat de satellietvolgapparatuur te allen tijde volledig bedrijfsklaar is en dat de in artikel 5, lid 1, bedoelde gegevens worden doorgegeven.

2. De kapitein van een communautair vissersvaartuig dient er met name voor te zorgen dat:

a) de gegevens op geen enkele wijze worden gewijzigd;

b) de bij de satellietvolgapparatuur horende antenne of antennes op geen enkele wijze worden gehinderd;

c) de stroomvoorziening van de satellietvolgapparatuur op geen enkele wijze wordt onderbroken; en

d) de satellietvolgapparatuur niet uit het vissersvaartuig wordt verwijderd.

3. De satellietvolgapparatuur mag niet worden vernietigd, beschadigd, buiten werking gesteld of op enige andere wijze onklaar worden gemaakt.

Artikel 7

Door de vlaggenlidstaten vast te stellen controlemaatregelen

Elke vlaggenlidstaat moet ervoor zorgen dat de juistheid van de in artikel 5, lid 1, bedoelde gegevens regelmatig wordt gecontroleerd en moet onmiddellijk maatregelen treffen wanneer blijkt dat gegevens onjuist zijn.

Artikel 8

Frequentie van de doorgifte van gegevens

1. Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn VCC via VMS de in artikel 5, lid 1, bedoelde informatie betreffende de vissersvaartuigen die zijn vlag voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, ten minste om het uur ontvangt. Het VCC mag eisen dat de betrokken gegevens met kortere tussenpozen worden doorgegeven.

2. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 mag de frequentie van de doorgifte ten minste eens om de twee uur bedragen, indien het VCC de mogelijkheid heeft de werkelijke positie van de vissersvaartuigen vast te stellen.

3. Wanneer een vissersvaartuig in een haven ligt, mag de satellietvolgapparatuur worden uitgeschakeld als deze uitschakeling vooraf aan het VCC van de vlaggenlidstaat en het VCC van de kustlidstaat wordt gemeld en wanneer uit het eerstvolgende verslag blijkt dat de positie van het vissersvaartuig dezelfde is gebleven als in het voorgaande verslag.

Artikel 9

Toezicht op het binnenvaren en verlaten van bepaalde gebieden

Elke lidstaat zorgt ervoor dat zijn VCC, via het VMS, toezicht houdt op de datum en het tijdstip van binnenvaren of verlaten door vissersvaartuigen die zijn vlag voeren en in de Gemeenschap zijn geregistreerd, van:

a) alle maritieme gebieden waarvoor specifieke regels inzake toegang tot de wateren en de bestanden gelden;

b) het gereglementeerde gebied van de regionale visserijorganisaties waarvan de Gemeenschap of bepaalde lidstaten deel uitmaken;

c) de wateren van een derde land.

Artikel 10

Doorgifte van gegevens aan de kustlidstaat

1. Het door elke lidstaat geïnstalleerde VMS zorgt voor de automatische doorgifte aan het VCC van de kustlidstaat van de overeenkomstig artikel 5 te verstrekken gegevens betreffende zijn vlag voerende en in de Gemeenschap geregistreerde vaartuigen gedurende de tijd dat zij in de wateren van de kustlidstaat vissen.

Deze doorgifte van gegevens geschiedt gelijktijdig met die aan het VCC van de vlaggenlidstaat, volgens het in bijlage I opgenomen model.

2. Elke lidstaat deelt de andere lidstaten een volledige lijst van de geografische coördinaten in lengte-en breedtegraden mee die zijn exclusieve economische zone of zijn exclusieve visserijzone afbakenen.

3. Kustlidstaten die op een gebied gezamenlijk toezicht houden, kunnen een gemeenschappelijke bestemming vaststellen voor de overeenkomstig artikel 5 mee te delen gegevens. Zij stellen de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis.

4. De lidstaten zorgen voor de coördinatie tussen hun bevoegde autoriteiten bij de instelling en de toepassing van de procedures voor de doorgifte aan het VCC van een kustlidstaat.

5. De lidstaten delen de andere lidstaten, op hun verzoek, de lijst mee van de vaartuigen die hun vlag voeren en waarvoor de VMS-verplichting geldt. Deze lijst bevat het interne vlootregisternummer, het externe identificatienummer, de naam en de internationale radioroepnaam van elk vaartuig.

Artikel 11

Technisch defect of niet-functionerende satellietvolgapparatuur

1. Wanneer de aan boord van een communautair vissersvaartuig geïnstalleerde satellietvolgapparatuur defect is of anderszins niet functioneert, deelt de kapitein of de eigenaar van het vaartuig of hun vertegenwoordiger om de vier uur, vanaf het tijdstip waarop dit feit is ontdekt of vanaf het tijdstip dat hij overeenkomstig lid 3 of artikel 12, lid 1, van dit feit in kennis is gesteld, de geografische positie van het vaartuig op het tijdstip van de mededeling, per e-mail, telex, fax, telefoon of radio, via een voor de ontvangst van dergelijke berichten op grond van de communautaire wetgeving erkend radiostation, mee aan het VCC van de vlaggenlidstaat en het VCC van de kustlidstaat.

2. Een communautair vissersvaartuig mag, na een technisch defect of het niet functioneren van het VMS, de haven niet verlaten voordat de satellietvolgapparatuur aan boord functioneert tot tevredenheid van de bevoegde autoriteiten of voordat de bevoegde autoriteiten toestemming hebben gegeven te vertrekken.

3. De lidstaten trachten, wanneer de satellietvolgapparatuur die aan boord van een communautair vissersvaartuig is geïnstalleerd defect blijkt of anderszins blijkt niet te functioneren, de kapitein of de eigenaar van het vaartuig of hun vertegenwoordiger te verwittigen.

4. De vlaggenlidstaat kan toestaan dat de satellietvolgapparatuur wordt vervangen door functionerende apparatuur die voldoet aan artikel 5.

Artikel 12

Niet-ontvangst van gegevens

1. Wanneer het VCC van een vlaggenlidstaat gedurende twaalf uur geen gegevens als bedoeld in de artikelen 8 en 11 heeft ontvangen, stelt het de kapitein of de eigenaar van het vaartuig of hun vertegenwoordiger daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Indien deze situatie zich bij een bepaald vaartuig meer dan driemaal in een periode van een jaar voordoet, zorgt de lidstaat ervoor dat de satellietvolgapparatuur van het betrokken vaartuig wordt gecontroleerd. De betrokken lidstaat voert een onderzoek uit om na te gaan of met de apparatuur is geknoeid. In afwijking van artikel 6, lid 2, onder d), kan deze controle inhouden dat de apparatuur voor onderzoek wordt meegenomen.

2. Wanneer het VCC van een vlaggenlidstaat gedurende twaalf uur geen gegevens als bedoeld in de artikelen 8 en 11 heeft ontvangen en de laatst ontvangen positie in de wateren van een kustlidstaat was gelegen, stelt dit het VCC van de kustlidstaat daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

3. Wanneer de bevoegde autoriteiten van een kustlidstaat de aanwezigheid van een vissersvaartuig in hun wateren waarnemen en geen gegevens als bedoeld in artikel 10, lid 1, of artikel 11, lid 1, hebben ontvangen, stellen zij de kapitein van het vaartuig en het VCC van de vlaggenlidstaat daarvan in kennis.

Artikel 13

Toezicht op de visserijactiviteiten

1. De lidstaten gebruiken de op grond van het bepaalde in artikel 8, in artikel 10, lid 1, en in artikel 11, lid 1, verkregen gegevens om doeltreffend toezicht uit te oefenen op de visserijactiviteiten van de vaartuigen.

2. De vlaggenlidstaten zorgen ervoor dat de gegevens die zij hebben ontvangen van de vissersvaartuigen die hun vlag voeren of die er geregistreerd zijn in een voor de computer leesbare vorm worden opgeslagen gedurende drie jaar.

3. De kustlidstaten zorgen ervoor dat de gegevens die zij hebben ontvangen van vissersvaartuigen die de vlag van een andere lidstaat voeren in een voor de computer leesbare vorm worden opgeslagen gedurende drie jaar.

HOOFDSTUK III TOEGANG TOT DE GEGEVENS EN VERSLAGEN

Artikel 14

Toegang tot de gegevens

1. De lidstaten zorgen ervoor dat de Commissie op speciaal verzoek op afstand on line toegang heeft tot de computerbestanden met de door hun VCC geregistreerde gegevens.

2. De in het kader van deze verordening ontvangen gegevens zijn vertrouwelijk.

Artikel 15

Gegevens betreffende de bevoegde autoriteiten

1. De naam, het adres, telefoon-, telex-, faxnummer en de voor de elektronische doorgifte van gegevens gebruikte X.25- of andere adressen, van de autoriteiten die voor een VCC bevoegd zijn, zijn opgenomen in bijlage II.

2. Wijzigingen in de in lid 1 bedoelde gegevens worden binnen één week na de wijziging ter kennis van de Commissie en van de andere lidstaten gebracht.

Artikel 16

Halfjaarlijkse verslagen door de lidstaten

1. De lidstaten brengen tweemaal per jaar uiterlijk op 1 mei en op 1 november bij de Commissie verslag uit over het functioneren van hun VMS in het voorgaande halfjaar.

2. Zij delen de Commissie met name de volgende gegevens mee:

a) het aantal vissersvaartuigen dat de vlag voert of geregistreerd is in de betrokken lidstaat, dat in het voorgaande halfjaar onder de VMS-verplichting viel,

b) de lijst van de vissersvaartuigen waarvan de satellietvolgapparatuur in het voorafgaande halfjaar herhaaldelijk technisch defect of buiten werking is geweest,

c) het aantal positiemeldingen die in het voorgaande halfjaar door hun VCC zijn ontvangen, uitgesplitst per vlaggenstaat, en

d) de totale tijd die in het voorgaande halfjaar in maritieme zones (aangeduid met FAO-deelgebieden) is doorgebracht door de vissersvaartuigen die de vlag voeren van of geregistreerd zijn in de betrokken lidstaat en die onder de VMS-verplichting vallen.

3. Het model voor de mededeling van de in lid 2 bedoelde gegevens kan worden vastgesteld in overleg met de lidstaten en de Commissie.

HOOFDSTUK IV TOEZICHT VIA SATELLIET OP VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN COMMUNAUTAIRE WATEREN VISSEN

Artikel 17

Verplichte satellietvolgapparatuur aan boord

Bij een vissersvaartuig van een derde land dat onder de VMS-verplichting valt, moet bedrijfsklare satellietvolgapparatuur zijn geïnstalleerd wanneer het zich in communautaire wateren bevindt.

Artikel 18

Kenmerken van de satellietvolgapparatuur

1. De satellietvolgapparatuur die is geïnstalleerd aan boord van vissersvaartuigen van derde landen moet ervoor zorgen dat, wanneer deze vaartuigen zich in communautaire wateren bevinden, permanent en automatisch de volgende gegevens worden doorgegeven:

a) de identificatiegegevens van het vissersvaartuig,

b) de laatste geografische positie van het vissersvaartuig, met een foutenmarge van minder dan 500 m en een betrouwbaarheidsinterval van 99 %,

c) de datum en het tijdstip (uitgedrukt in gecoördineerde universele tijd "UTC") waarop de positie van het vissersvaartuig is bepaald, en

d) ten laatste vanaf 1 januari 2006, de snelheid en de koers van het vissersvaartuig.

2. De satellietvolgapparatuur mag niet de mogelijkheid bieden valse posities in te voeren of door te zenden en het moet onmogelijk zijn manueel gegevens te wijzigen.

Artikel 19

Verantwoordelijkheden met betrekking tot de satellietvolgapparatuur

1. De kapiteins van de vissersvaartuigen van derde landen waarvoor de VMS-verplichting geldt, zorgen ervoor dat de satellietvolgapparatuur te allen tijde volledig bedrijfsklaar is en dat de in artikel 18, lid 1, bedoelde gegevens worden doorgegeven.

2. De kapiteins van vaartuigen van derde landen waarvoor de VMS-verplichting geldt, dienen er met name voor te zorgen dat:

a) de gegevens op geen enkele wijze worden gewijzigd;

b) de bij de satellietvolgapparatuur horende antenne of antennes op geen enkele wijze worden gehinderd;

c) de stroomvoorziening van de satellietvolgapparatuur op geen enkele wijze wordt onderbroken; en

d) de satellietvolgapparatuur niet uit het vissersvaartuig wordt verwijderd.

3. De satellietvolgapparatuur mag niet worden vernietigd, beschadigd, buiten werking gesteld of op enige andere wijze onklaar worden gemaakt.

Artikel 20

Frequentie van de doorgifte van gegevens

De automatische doorgifte van gegevens geschiedt met een frequentie van ten minste eenmaal per uur. De frequentie kan ten minste een maal per twee uur zijn indien het VCC van de vlaggenstaat de mogelijkheid heeft om de werkelijke positie van het vissersvaartuig te bepalen.

Artikel 21

Doorzending aan de kustlidstaat

De in artikel 18, lid 1, bedoelde gegevens betreffende de positie van het vaartuig moeten worden doorgezonden aan het VCC van de kustlidstaat overeenkomstig het in bijlage I opgenomen model.

Artikel 22

Samenwerking tussen lidstaten en derde landen

1. Elke lidstaat deelt de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen een volledige lijst met de coördinaten in lengte- en breedtegraden die zijn exclusieve economische zone of exclusieve visserijzone afbakenen, mee op een wijze die verenigbaar is met het World Geodetic System 1984 (WGS 84).

2. De kustlidstaten zorgen voor de coördinatie met de bevoegde autoriteiten van de betrokken derde landen inzake de instelling en toepassing van de procedures voor automatische doorgifte aan hun VCC.

Artikel 23

Technisch defect of niet-functioneren van de satellietvolgapparatuur

1. Wanneer de satellietvolgapparatuur die is geïnstalleerd aan boord van een vissersvaartuig van een derde land, defect is of anderszins niet functioneert wanneer het zich in communautaire wateren bevindt, deelt de kapitein of de eigenaar van het vaartuig of hun vertegenwoordiger eenmaal per twee uur en telkens wanneer het vaartuig zich van een ICES-sector naar een andere verplaatst, per e-mail, telex, fax, telefoon of radio, de geografische positie van het vaartuig op dat tijdstip mee.

2. Deze gegevens worden meegedeeld aan het VCC van de kustlidstaat.

3. Een vaartuig van een derde land dat in communautaire wateren vist mag, na een technisch defect of het niet functioneren, de haven van een lidstaat niet verlaten voordat de satellietapparatuur opnieuw functioneert tot tevredenheid van de bevoegde autoriteiten of voordat de bevoegde autoriteiten toestemming hebben gegeven te vertrekken.

4. De kustlidstaten verwittigen de kapitein of de eigenaar van een vaartuig of hun vertegenwoordiger wanneer de aan boord van het vaartuig geïnstalleerde satellietvolgapparatuur defect blijkt of niet blijkt te werken.

Artikel 24

Toezicht op de visserijactiviteiten en verslagen

1. De lidstaten gebruiken de op grond van artikel 18 en artikel 23, lid 1, verkregen gegevens voor een doeltreffend toezicht op de visserijactiviteiten van de vissersvaartuigen van derde landen.

2. De lidstaten zorgen ervoor dat de gegevens die zij van de vissersvaartuigen van derde landen hebben ontvangen, gedurende een periode van drie jaar worden opgeslagen in een voor een computer leesbare vorm.

3. De lidstaten delen de Commissie onmiddellijk mee wanneer een vaartuig niet aan de in dit hoofdstuk vervatte bepalingen voldoet.

HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN

Artikel 25

Intrekking

Verordening (EG) nr. 1489/97 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2004.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 26

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 december 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

(2) PB L 202 van 30.7.1997, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2445/1999 (PB L 298 van 19.11.1999, blz. 5).

BIJLAGE I

Model voor elektronische gegevensuitwisseling voor de doorgifte van gegevens aan de kustlidstaat

A. Inhoud van de positiemelding

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

B. Structuur van de positiemelding

Elke mededeling is als volgt gestructureerd:

- een dubbele schuine streep (//) en de letters "SR" geven het begin van een bericht aan;

- een dubbele schuine streep (//) en een veldcode geven het begin van een gegeven aan;

- een enkele schuine streep (/) scheidt de veldcode en de gegevens;

- gegevenparen worden gescheiden door een spatie;

- de letters "ER" en een dubbele schuine streep (//) geven het einde van een bericht aan.

C. Omschrijving van de gegevens

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

BEVOEGDE AUTORITEITEN

BELGIË/BELGIQUE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DANMARK

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEUTSCHLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ΕΛΛΑΣ

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ESPAÑA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

FRANCE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

IRELAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ITALIA

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

NEDERLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PORTUGAL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

SUOMI/FINLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

SVERIGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

UNITED KINGDOM

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

CONCORDANTIETABEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top