EUR-Lex Ingång till EU-rätten

Tillbaka till EUR-Lex förstasida

Det här dokumentet är ett utdrag från EUR-Lex webbplats

Dokument 31998H0485

98/485/EG: Aanbeveling van de Commissie van 1 juli 1998 betreffende kinderverzorgings- en speelgoedartikelen die bestemd zijn om door kinderen onder de leeftijd van drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (kennisgeving geschied onder nummer SEC(1998) 738)

PB L 217 van 5.8.1998, s. 35–37 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1998/485/oj

31998H0485

98/485/EG: Aanbeveling van de Commissie van 1 juli 1998 betreffende kinderverzorgings- en speelgoedartikelen die bestemd zijn om door kinderen onder de leeftijd van drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (kennisgeving geschied onder nummer SEC(1998) 738)

Publicatieblad Nr. L 217 van 05/08/1998 blz. 0035 - 0037


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 1 juli 1998 betreffende kinderverzorgings- en speelgoedartikelen die bestemd zijn om door kinderen onder de leeftijd van drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (kennisgeving geschied onder nummer SEC(1998) 738) (98/485/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 155, tweede streepje,

Overwegende dat de Gemeenschap krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap moet bijdragen tot een hoog beschermingsniveau van de gezondheid van de consumenten;

Overwegende dat er op grond van artikel 3 van Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid (1) alleen veilige producten op de markt mogen worden gebracht; dat de richtlijn in het bijzonder onderstreept dat voor een hoog beschermingsniveau van de veiligheid en gezondheid van kinderen gezorgd moet worden;

Overwegende dat het door de Commissie geraadpleegde Wetenschappelijk Comité inzake toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu (WCTEM) op 24 april 1998 een advies heeft uitgebracht, dat op 16 juni 1998 met enige verduidelijkingen is aangevuld, over de gezondheidseffecten bij kinderen van het gebruik van bepaalde speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen van zacht PVC dat ftalaten bevat; dat het in dit advies bezorgdheid heeft uitgedrukt over de blootstelling van kinderen aan een aantal van deze ftalaten;

Overwegende dat het WCTEM met name heeft aanbevolen bepaalde migratiegrenswaarden voor de ftalaten DINP, DEHP, DBP, DIDP, DNOP en BBP die vrijkomen uit speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen van zacht PVC die bestemd zijn om door kinderen onder de leeftijd van drie jaar in de mond te worden gestopt, niet te overschrijden;

Overwegende dat het belangrijk is dat de lidstaten de nodige maatregelen vaststellen om, in afwachting van de tenuitvoerlegging van permanente communautaire maatregelen, een hoog beschermingsniveau van de gezondheid van kinderen ten aanzien van deze producten te waarborgen;

Overwegende dat genoemde migratiegrenswaarden in bepaalde gevallen overschreden zouden kunnen worden en dat het dus belangrijk is dat de lidstaten in het kader van de vereiste controles de blootstellingsniveaus van kinderen aan ftalaten ten gevolge van de migratie van deze stoffen bij het gebruik van de producten in kwestie in het oog houden;

Overwegende dat het belangrijk is dat de lidstaten informatie uitwisselen over de voor de controles in kwestie gehanteerde test- en meetmethoden en over de verkregen resultaten, en dat zij onderling en met de Commissie samenwerken teneinde in afwachting van een standaardmethode te komen tot een zo coherent mogelijke benadering in de gehele Gemeenschap;

Overwegende dat het onder andere raadzaam is om in het kader van genoemde samenwerking de resultaten te bestuderen van het momenteel in Nederland door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) verrichte onderzoek, aan de hand waarvan mogelijk een gemeenschappelijke referentiemethode kan worden vastgesteld;

Overwegende dat, ingeval een lidstaat het op de markt brengen van de in deze aanbeveling bedoelde producten aan beperkingen onderwerpt, hij de Commissie daarvan in kennis moet stellen overeenkomstig de procedure van artikel 7 van Richtlijn 92/59/EEG inzake algemene productveiligheid wanneer het om kinderverzorgingsartikelen gaat, van artikel 7 van Richtlijn 88/378/EEG van de Raad van 3 mei 1988 inzake de veiligheid van speelgoed wanneer het speelgoed betreft (2), of van artikel 8 van Richtlijn 92/59/EEG indien hij van mening is dat er sprake is van een ernstig en onmiddellijk gevaar, en dat hij in voorkomend geval de Commissie in kennis moet stellen overeenkomstig Richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (3),

BEVEELT AAN:

Artikel 1

1. De lidstaten stellen de nodige maatregelen vast ter waarborging van een hoog beschermingsniveau van de gezondheid van kinderen tegen kinderverzorgings- en speelgoedartikelen die bestemd zijn om door kinderen onder de leeftijd van drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat ftalaten bevat, met name de stoffen diisononylftalaat (DINP), diethylhexylftalaat (DEHP), dibutylftalaat (DBP), diisodecylftalaat (DIDP), di-n-octylftalaat (DNOP) en butylbenzylftalaat (BBP). Bijzondere aandacht dient uit te gaan naar de stoffen DINP en DEHP.

2. In het kader van het toezicht op de producten in kwestie houden de lidstaten door middel van de nodige controles de migratieniveaus van deze stoffen in het oog, rekening houdend met het op 24 april 1998 door het Wetenschappelijk Comité inzake toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu (WCTEM) vastgestelde advies inzake ftalaten in speelgoed en met name met de door dit Comité aanbevolen migratiegrenswaarden voor van deze producten afkomstige ftalaten, zoals opgenomen in de bijlage.

3. De lidstaten stellen de Commissie regelmatig in kennis van de voor de bepaling van de migratieniveaus in kwestie gehanteerde test- en meetmethoden, van de resultaten van de verrichte controles en van de daaruit getrokken conclusies. De lidstaten worden verzocht de eerste gegevens voor eind augustus 1998 te verstrekken.

4. De lidstaten nemen deel aan de uitwisseling van informatie met de andere lidstaten en aan de door de Commissie te organiseren werkzaamheden die erop gericht zijn een coherente benadering te garanderen met betrekking tot de test- en meetmethoden en een gemeenschappelijke methode vast te stellen.

Artikel 2

In de zin van deze aanbeveling wordt verstaan onder:

1. "speelgoed": elk product dat is ontworpen of kennelijk is bestemd om door kinderen bij het spelen te worden gebruikt;

2. "kinderverzorgingsartikelen": elk product dat bestemd is om de slaap, de ontspanning en de voeding van, alsmede het zuigen door kinderen te vergemakkelijken.

Artikel 3

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 juli 1998.

Voor de Commissie

Emma BONINO

Lid van de Commissie

(1) PB L 228 van 11. 8. 1992, blz. 24.

(2) PB L 187 van 16. 7. 1988, blz. 1.

(3) PB L 109 van 26. 4. 1983, blz. 8.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Upp