Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996L0084

    Richtlijn 96/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 89/398/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen

    PB L 48 van 19.2.1997, p. 20–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/06/2009; stilzwijgende opheffing door 32009L0039

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1996/84/oj

    31996L0084

    Richtlijn 96/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 89/398/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen

    Publicatieblad Nr. L 048 van 19/02/1997 blz. 0020 - 0021


    RICHTLIJN 96/84/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 december 1996 tot wijziging van Richtlijn 89/398/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

    Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),

    Overwegende dat in artikel 4 van Richtlijn 89/398/EEG van de Raad (4) is bepaald dat de bijzondere bepalingen van toepassing op de in bijlage I van genoemde richtlijn opgenomen levensmiddelen, bij bijzondere richtlijnen van de Commissie worden vastgesteld;

    Overwegende dat op 20 december 1994 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een "modus vivendi" is overeengekomen betreffende de maatregelen ter uitvoering van besluiten die zijn vastgesteld volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (5);

    Overwegende dat de bijzondere richtlijnen de stand van de kennis op het tijdstip van de vaststelling ervan weerspiegelen; dat daarom iedere wijziging die erop is gericht op wetenschappelijke en technische vorderingen gebaseerde innovaties toe te laten, overeenkomstig de in artikel 13 van Richtlijn 89/398/EEG genoemde procedure moet worden goedgekeurd, na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding dat bij Besluit 95/273/EG van de Commissie (6) werd ingesteld;

    Overwegende dat het noodzakelijk is te voorzien in een procedure waarmee de uit deze innovaties voortgekomen levensmiddelen tijdelijk op de markt kunnen worden gebracht, om de onderzoekresultaten van het bedrijfsleven in afwachting van de betrokken bijzondere richtlijn te kunnen exploiteren;

    Overwegende dat, met het oog op de bescherming van de gezondheid van de consument, de handelsvergunning evenwel eerst na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding mag worden afgegeven;

    Overwegende dat een vergunning slechts mag worden afgegeven indien het produkt geen enkel gevaar voor de menselijke gezondheid oplevert,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 4 van Richtlijn 89/398/EEG wordt het volgende lid ingevoegd:

    "1 bis. Om te bewerkstelligen dat voor een bijzondere voeding bestemde en uit wetenschappelijke en technologische vorderingen ontwikkelde levensmiddelen snel op de markt kunnen worden gebracht, kan de Commissie, na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, overeenkomstig de procedure van artikel 13, gedurende twee jaar de afzet toestaan van levensmiddelen die niet aan de samenstellingsregels beantwoorden die bij de in bijlage I genoemde bijzondere richtlijnen zijn vastgesteld.

    De Commissie kan, zo nodig, in het vergunningsbesluit met de wijziging in de samenstelling verband houdende etiketteringsvoorschriften vaststellen.".

    Artikel 2

    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 19 december 1996.

    Voor het Parlement

    De Voorzitter

    K. HÄNSCH

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    S. BARRETT

    (1) PB nr. C 389 van 31. 12. 1994, blz. 21, en PB nr. C 41 van 13. 2. 1996, blz. 13.

    (2) PB nr. C 256 van 2. 10. 1995, blz. 1.

    (3) Advies uitgebracht op 11 oktober 1995 (PB nr. C 287 van 30. 10. 1995, blz. 108), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 juni 1996 (PB nr. C 315 van 24. 10. 1996, blz. 1), besluit van het Europees Parlement van 23 oktober 1996 (PB nr. C 347 van 18. 11. 1996) en besluit van de Raad van 9 december 1996.

    (4) PB nr. L 186 van 30. 6. 1989, blz. 27.

    (5) PB nr. C 102 van 4. 4. 1996, blz. 1.

    (6) PB nr. L 167 van 18. 7. 1995, blz. 22.

    Top