EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31972S2854

Beschikking nr. 2854/72/EGKS van de Commissie van 29 december 1972 inzake de mogelijkheid van uitstel van de door de kolenmijnondernemingen op grond van de heffing verschuldigde bedragen

PB L 299 van 31.12.1972, p. 17–18 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1972(30-31.12) blz. 99 - 100

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/1995

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1972/2854/oj

31972S2854

Beschikking nr. 2854/72/EGKS van de Commissie van 29 december 1972 inzake de mogelijkheid van uitstel van de door de kolenmijnondernemingen op grond van de heffing verschuldigde bedragen

Publicatieblad Nr. L 299 van 31/12/1972 blz. 0017 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0100
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(31.12)L291 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 1 blz. 0100
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(30-31.12) blz. 0099
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0184
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 01 Deel 1 blz. 0184


++++

BESCHIKKING Nr . 2854/72/EGKS VAN DE COMMISSIE

van 29 december 1972

inzake de mogelijkheid van uitstel van betaling van de door de kolenmijnondernemingen op grond van de heffing verschuldigde bedragen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal , inzonderheid op de artikelen 49 en 50 ,

Overwegende dat bij de ondernemingen der kolenmijnindustrie ernstige afzetmoeilijkheden heersen , welke in verscheidene bekkens van de Gemeenschap leiden tot de vorming van buitengewoon grote voorraden steenkolen , steenkoolcokes en steenkoolbriketten ;

Overwegende dat overeenkomstig het beginsel van artikel 4 bis van Beschikking nr . 2/52 houdende de wijze van vaststelling en inning van de heffingen zoals die werd aangevuld bij Beschikking nr . 4/59 ( 1 ) , de betrokken ondernemingen de mogelijkheid dient te worden geboden voor de opgeslagen produktie , uitstel van betaling der op grond van de heffing verschuldigde bedragen te verkrijgen tot aan het tijdstip waarop over deze voorraden wordt beschikt ;

Overwegende dat , met het oog op de tenuitvoerlegging van dergelijke maatregelen , de ondernemingen dienen te worden verplicht tot het verstrekken van opgaven met betrekking tot hun voorraden ; dat indien een onderneming na het verkrijgen van uitstel van betaling geen verdere opgaven over de ontwikkeling van haar voorraden verstrekt , ervan kan worden uitgegaan dat zij over haar voorraden heeft beschikt ;

Overwegende dat de normale voorraden kunnen worden geraamd op 3 % van de aan de heffing onderworpen maandproduktie en dat het uitstel van de betaling der heffing derhalve van toepassing dient te zijn op de opgeslagen hoeveelheden welke dit percentage van de maandproduktie te boven gaan ;

Overwegende dat zodra hoeveelheden aan de voorraden worden onttrokken deze in volgorde van ontstaan dienen in mindering te worden gebracht van de hoeveelheden waarvoor uitstel van betaling is verleend , rekening houdend met de op het tijdstip van de opslag van kracht zijnde schaal ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

Artikel 1

1 . Tot nader order wordt aan de kolenmijnondernemingen op hun verzoek uitstel van betaling der heffing verleend op hun aan de heffing onderworpen produktie welke na 31 december 1972 op voorraad is genomen , in de mate waarin de voorraad groter is dan 3 % van de aan de heffing onderworpen maandproduktie . Bij de bepaling van de opgeslagen voorraden worden steenkolen , steenkoolcokes en steenkoolbriketten in aanmerking genomen , met uitzondering van kolenslik . Steenkoolcokes worden in de verhouding 1 : 1,33 tot steenkooleenheden herleid .

2 . Over de bedragen waarvoor uitstel van betaling is verleend , wordt tot aan de vervaldag geen rente berekend .

Artikel 2

Indien een onderneming hoeveelheden aan de voorraden onttrekt en zolang nog uitgestelde bedragen voor opgeslagen hoeveelheden verschuldigd zijn , is de op deze hoeveelheden betrekking hebbende heffing op de 25e van de daaropvolgende maand verschuldigd .

Artikel 3

1 . Verzoeken om uitstel van betaling van de heffingen op produkten welke na 31 december 1972 zijn opgeslagen , dienen , voor de eerste maal op 20 februari 1973 , op de 20e van iedere maand voor de voorafgaande maand bij het bureau Heffingen te worden ingediend . In deze verzoeken dienen te worden vermeld :

- de op de laatste dag van de voorafgaande maand opgeslagen hoeveelheden ,

- de op de laatste dag van de voorlaatste maand opgeslagen hoeveelheden .

2 . De onderneming welke het verzoek indient , is gemachtigd het bedrag waarvoor zij uitstel van betaling verzoekt , af te trekken van het op de 25e van dezelfde maand opvorderbare heffingsbedrag .

Artikel 4

1 . Zolang aan een onderneming op grond van deze beschikking uitstel van betaling van heffingenbedragen is verleend , dient zij op de 20e van elke maand aan het bureau Heffingen een opgave te verstrekken van de op de laatste dag van de voorafgaande maand opgeslagen voorraden .

2 . Indien een dergelijke opgave niet wordt verstrekt , kan de Commissie zich op het standpunt stellen dat de onderneming in de zin van artikel 2 over haar voorraden heeft beschikt .

Artikel 5

Indien opzettelijk onjuiste opgaven worden verstrekt , worden de in artikel 47 , derde alinea , van het Verdrag vermelde sancties toegepast .

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 1973 .

Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 29 december 1972 .

Voor de Commissie

De Voorzitter

S . L . MANSHOLT

( 1 ) PB nr . 5 van 27 . 1 . 1969 , blz . 108/59 .

Top