EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0447

Zaak T-447/22: Beroep ingesteld op 18 juli 2022 — NV/EIB

PB C 359 van 19.9.2022, p. 85–85 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/85


Beroep ingesteld op 18 juli 2022 — NV/EIB

(Zaak T-447/22)

(2022/C 359/103)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: NV (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Conclusies

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

dientengevolge,

het besluit van 10 november 2021, waarbij verzoeksters afwezigheid tijdens de periode van 13 september 2021 tot 13 december 2021 als onregelmatig is aangemerkt, nietig verklaren;

voor zover nodig, het besluit van 7 april 2022 tot afwijzing van het op 10 januari 2022 ingediende administratief beroep tegen het besluit van 10 november 2021 nietig verklaren;

de EIB veroordelen tot betaling van de bezoldiging over de periode van 13 september 2021 tot 13 december 2021, vermeerderd met vertragingsrente tegen de rentevoet van de Europese Centrale Bank vermeerderd met twee punten;

de EIB veroordelen tot vergoeding van verzoeksters schade;

de EIB verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Schending van de artikelen 2.3, 3.3, 3.4 en 3.6 van bijlage X bij de administratieve bepalingen, schending van artikel 34 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, al dan niet gelezen in samenhang met de artikelen 2.3, 3.3, 3.4 en 3.6 van de administratieve bepalingen, kennelijk onjuiste beoordeling, niet-nakoming van de zorgplicht en misbruik van recht.

2.

Niet-nakoming van de zorgvuldigheidsplicht, schending van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en kennelijk onjuiste beoordeling.

3.

Schending van artikel 33 ter van het personeelsreglement en artikel 11 van de administratieve bepalingen.


Top