EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0266

Zaak T-266/22: Beroep ingesteld op 7 mei 2022 — Aziz/Commissie

PB C 359 van 19.9.2022, p. 74–75 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/74


Beroep ingesteld op 7 mei 2022 — Aziz/Commissie

(Zaak T-266/22)

(2022/C 359/93)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Ahmad Aziz (Pieta, Malta) (vertegenwoordiger: L. Cuschieri, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

besluit nummer Ares(2022)3227480 van 26 april 2021 van de Europese Commissie om de persoonsgegevens van de verzoeker niet te rectificeren volgens artikel 18 van verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1), nietig te verklaren;

vaststellen dat artikel 50 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is geschonden waar de autoriteiten twee parallelle strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures tegen verzoeker hebben ingeleid voor dezelfde vermeende feiten en op basis van zijn eigen persoonsgegevens, terwijl verzoeker voor die vermeende feiten reeds is vrijgesproken door een Pakistaanse rechter;

vaststellen dat artikel 17 van verordening (EU) 2018/1725 is geschonden doordat de Europese Commissie verzoeker geen toegang tot zijn persoonsgegevens heeft gegeven bij de verwerking daarvan. Volgens verzoeker dient het Gerecht besluit nummer Ares(2022)2457760 van 1 april 2022 van de Europese Commissie nietig te verklaren op grond dat hem niet overeenkomstig artikel 17 van verordening (EU) 2018/1725 inzage is verleend in zijn gegevens.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

1.

Het eerste middel is eraan ontleend dat de Europese Commissie artikel 18 van verordening (EU) 2019/1725 heeft geschonden door de persoonsgegevens van verzoeker niet te rectificeren.

2.

Het tweede middel is eraan ontleend dat de Europese Commissie artikel 17, derde lid, van verordening (EU) 2018/1725 heeft geschonden door verzoeker zijn persoonsgegevens niet mee te delen.

3.

Het derde middel is eraan ontleend dat de Europese Commissie het beginsel van het vermoeden van transparantie en openbaarmaking heeft geschonden door verzoeker geen toegang tot zijn persoonsgegevens te verlenen terwijl er parallelle strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures tegen hem lopende zijn. Verzoeker had recht op verkrijging van zijn persoonsgegevens in het kader van lopende parallelle strafrechtelijke en civielrechtelijke procedures.


(1)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van verordening (EG) nr. 45/2001 en besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


Top