This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TA0864
Case T-864/19: Judgment of the General Court of 13 July 2022 — AI and Others v ECDC (Civil service — ECDC staff members — Psychological harassment — Request for assistance — Prior warnings — Article 31 of the Charter of Fundamental Rights — Article 24 of the Staff Regulations — Scope of the duty to provide assistance — Duty to have regard for the welfare of officials — Opening of an investigation — Reasonable time period — Liability — Unlawfulness)
Zaak T-864/19: Arrest van het Gerecht van 13 juli 2022 — AI e.a./ECDC (“Openbare dienst – Personeel van het ECDC – Psychisch geweld – Verzoek om bijstand – Voorafgaande waarschuwingen – Artikel 31 van het Handvest van de grondrechten – Artikel 24 van het Statuut – Omvang van de bijstandsplicht – Zorgplicht – Instelling van een onderzoek – Redelijke termijn – Aansprakelijkheid – Onrechtmatigheid”)
Zaak T-864/19: Arrest van het Gerecht van 13 juli 2022 — AI e.a./ECDC (“Openbare dienst – Personeel van het ECDC – Psychisch geweld – Verzoek om bijstand – Voorafgaande waarschuwingen – Artikel 31 van het Handvest van de grondrechten – Artikel 24 van het Statuut – Omvang van de bijstandsplicht – Zorgplicht – Instelling van een onderzoek – Redelijke termijn – Aansprakelijkheid – Onrechtmatigheid”)
PB C 359 van 19.9.2022, p. 61–61
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 359/61 |
Arrest van het Gerecht van 13 juli 2022 — AI e.a./ECDC
(Zaak T-864/19) (1)
(“Openbare dienst - Personeel van het ECDC - Psychisch geweld - Verzoek om bijstand - Voorafgaande waarschuwingen - Artikel 31 van het Handvest van de grondrechten - Artikel 24 van het Statuut - Omvang van de bijstandsplicht - Zorgplicht - Instelling van een onderzoek - Redelijke termijn - Aansprakelijkheid - Onrechtmatigheid”)
(2022/C 359/72)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: AI, HV, HW, HY (vertegenwoordigers: L. Levi en A. Champetier, advocaten)
Verwerende partij: Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (vertegenwoordigers: J. Mannheim, gemachtigde, bijgestaan door D. Waelbroeck en A. Duron, advocaten)
Voorwerp
Met hun op artikel 270 VWEU gebaseerd beroep, neergelegd ter griffie van het Gerecht op 17 december 2019, vorderen de verzoekende partijen vergoeding van schade die zij stellen te hebben geleden, in wezen doordat het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) niet adequaat heeft gereageerd op het gedrag van A (hoofd van de eenheid) jegens hen tussen 2012 en 2018, dat volgens hen psychisch geweld vormde.
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Elke partij draagt haar eigen kosten. |