EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0371

Zaak C-371/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) op 8 juni 2022 — G/W

PB C 359 van 19.9.2022, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/27


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Warszawie (Polen) op 8 juni 2022 — G/W

(Zaak C-371/22)

(2022/C 359/30)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Okręgowy w Warszawie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: G sp. z o.o

Verwerende partij: W S.A.

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 3, leden 5 en 7, van richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG (1), waarin de verplichting is neergelegd om bij de tenuitvoerlegging van de rechten van een tot het kleinbedrijf behorende afnemer van energie die op een nieuwe energieleverancier overstapt het beginsel te eerbiedigen dat een in aanmerking komende afnemer daadwerkelijk de mogelijkheid moet hebben om gemakkelijk over te stappen en dat een dergelijke overstap dient te geschieden zonder discriminatie op het vlak van kosten, moeite of tijd, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan de mogelijkheid om een contractuele boete op te leggen aan een afnemer van energie die een voor bepaalde tijd gesloten energieleveringscontract beëindigt omdat hij op een nieuwe energieleverancier wil overstappen, ongeacht het bedrag van de geleden schade [artikel 483, lid 1, en artikel 484, leden 1 en 2, van de ustawa-kodeks cywilny (burgerlijk wetboek) van 23 april 1964] en zonder dat in de Poolse energiewet [artikel 4j, lid 3a, van de ustawa-Prawo energetyczne (energiewet) van 10 april 1997] is voorzien in criteria voor de oplegging van dergelijke vergoedingen of voor de matiging daarvan?

2)

Moet artikel 3, leden 5 en 7, van richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van richtlijn 2003/54/EG, waarin de verplichting is neergelegd om de rechten van een tot het kleinbedrijf behorende afnemer van energie die op een nieuwe energieleverancier overstapt ten uitvoer te leggen zonder discriminatie op het vlak van kosten, moeite of tijd en onder eerbiediging van het beginsel dat een in aanmerking komende afnemer daadwerkelijk de mogelijkheid moet hebben om gemakkelijk over te stappen, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een uitlegging van contractuele bedingen die het in het geval van de voortijdige beëindiging van een voor bepaalde tijd met een leverancier gesloten energieleveringscontract mogelijk maakt om aan tot het kleinbedrijf behorende afnemers vergoedingen in rekening te brengen die in feite neerkomen op de kostprijs van de niet-afgenomen energie tot het einde van de looptijd van het betreffende contract overeenkomstig het beginsel “take or pay”?


(1)  PB. 2009, L 211, blz. 55.


Top