EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0465

Zaak T-465/22: Beroep ingesteld op 22 juli 2022 — EIB/Syrië

PB C 359 van 19.9.2022, p. 88–88 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/88


Beroep ingesteld op 22 juli 2022 — EIB/Syrië

(Zaak T-465/22)

(2022/C 359/107)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: D. Arts en E. Paredis, advocaten, T. Gilliams, R. Stuart en F. de Borja Oxangoiti Briones, gemachtigden)

Verwerende partij: Arabische Republiek Syrië

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

de Arabische Republiek Syrië te veroordelen tot betaling van alle bedragen die sinds 25 augustus 2017 aan verzoekster verschuldigd zijn volgens de artikelen 3.01, 3.02 en 4.01 van de leningsovereenkomst “Aleppo — Tall Kojak Road Project Special Term” (hierna: “leningsovereenkomst”), te weten:

het bedrag van 233 051,96 EUR dat op 30 juni 2022 aan verzoekster verschuldigd was, bestaande uit de hoofdsom van 200 900,30 EUR, rente ten bedrage van 2 014,25 EUR en contractuele vertragingsrente (berekend vanaf de datum waarop de schuld opeisbaar is geworden tot 30 juni 2022) ten bedrage van 30 137,41 EUR, en

verdere contractuele vertragingsrente, tegen het jaarlijkse tarief van 3,5 % (350 basispunten), tot de datum van betaling;

de Arabische Republiek Syrië overeenkomstig artikel 134, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering te verwijzen in alle kosten van de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster één middel aan.

Volgens dit enige middel is de Arabische Republiek Syrië haar contractuele verplichtingen niet nagekomen die voortvloeien uit de artikelen 3.01 en 4.01 van de leningsovereenkomst, te weten betaling van de resterende in de leningsovereenkomst vastgestelde termijnen die sinds 25 augustus 2017 verschuldigd zijn, alsmede uit artikel 3.02 van de leningsovereenkomst, te weten betaling van vertragingsrente voor elke op de vervaldag niet-betaalde termijn, tegen het vastgestelde jaarlijkse tarief. Bijgevolg is de Arabische Republiek Syrië contractueel verplicht om alle bedragen te betalen die verschuldigd zijn volgens de artikelen 3.01, 3.02, en 4.01 van de leningsovereenkomst.


Top