EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022TN0431

Zaak T-431/22: Beroep ingesteld op 6 juli 2022 — Nordea Kiinnitysluottopankki / GAR

PB C 359 van 19.9.2022, p. 81–82 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/81


Beroep ingesteld op 6 juli 2022 — Nordea Kiinnitysluottopankki / GAR

(Zaak T-431/22)

(2022/C 359/99)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Nordea Kiinnitysluottopankki Oyj (Helsinki, Finland) (vertegenwoordigers: H. Berger en M. Weber, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (GAR)

Conclusies

het besluit van de GAR van 11 april 2022, document nr. SRB/ES/2022/18, met inbegrip van bijlagen I, II en III, nietig verklaren voor zover het de vooraf te betalen bijdrage van verzoekende partij betreft; en

de GAR verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij vier middelen aan.

1.

De GAR heeft artikel 69 van verordening (EU) nr. 806/2014 van 15 juli 2014 (1) en de artikelen 16, 17, 41 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden door een dynamische benadering te hanteren bij de vaststelling van het streefbedrag voor de vooraf te betalen bijdragen.

2.

Bij de vaststelling, in het bestreden besluit, van het streefbedrag heeft de GAR kennelijke beoordelingsfouten gemaakt met betrekking tot het verwachte groeipercentage van gedekte deposito’s en de beoordeling van de huidige conjunctuurcyclus.

3.

De GAR heeft artikel 70, lid 2, van verordening (EU) nr. 806/2014 en de artikelen 16, 17 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geschonden door bij de vaststelling van de jaarlijkse bijdrage de bindende limiet van 12,5 % van het streefbedrag niet toe te passen.

4.

Indien het streefbedrag dynamisch dient te worden vastgesteld en de limiet overeenkomstig artikel 70, lid 2, van die verordening niet hoeft te worden toegepast — zoals het geval zou zijn indien het bestreden besluit wordt gehandhaafd — zijn de artikelen 69 en 70 van verordening (EU) nr. 806/2014 in strijd met het beginsel van de op risico gebaseerde vaststelling van de bijdragen en met het evenredigheidsbeginsel, zodat zij de artikelen 16, 17 en 52 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie schenden.


(1)  Verordening (EU) nr. 806/201 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB 2014, L 225, blz. 1).


Top