EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0376

Zaak C-376/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 10 juni 2022 — Google Ireland Limited, Tik Tok Technology Limited, Meta Platforms Ireland Limited / Kommunikationsbehörde Austria (Komm Austria)

PB C 359 van 19.9.2022, p. 29–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/29


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 10 juni 2022 — Google Ireland Limited, Tik Tok Technology Limited, Meta Platforms Ireland Limited / Kommunikationsbehörde Austria (Komm Austria)

(Zaak C-376/22)

(2022/C 359/33)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Google Ireland Limited, Tik Tok Technology Limited, Meta Platforms Ireland Limited

Verwerende partij: Kommunikationsbehörde Austria (Komm Austria)

Prejudiciële vragen

1.

Moet artikel 3, lid 4, onder a), ii), van richtlijn 2000/31/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“Richtlijn inzake elektronische handel”), PB L 178 van 17 juli 2000, blz. 1, aldus worden uitgelegd dat onder een maatregel, die een “bepaalde dienst van de informatiemaatschappij” betreft, ook een wettelijke maatregel kan worden begrepen die betrekking heeft op een algemeen beschreven categorie van bepaalde diensten van de informatiemaatschappij (zoals communicatieplatforms), of vereist een maatregel in de zin van deze bepaling, dat er een beslissing wordt genomen met betrekking tot een concreet afzonderlijk geval (bijvoorbeeld met betrekking tot een met name genoemd communicatieplatform)?

2.

Moet artikel 3, lid 5, van richtlijn 2000/31 aldus worden uitgelegd dat het achterwege blijven van de volgens deze bepaling in urgente gevallen “onverwijld” (achteraf) te verrichten kennisgeving aan de Commissie en de lidstaat van vestiging met betrekking tot de getroffen maatregel ertoe leidt dat deze maatregel — na het verstrijken van een voor de kennisgeving (achteraf) voldoende periode — niet mag worden toegepast op een bepaalde dienst?

3.

Staat artikel 28 bis, lid 1, van richtlijn 2010/13/EU (2) van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten), PB L 095 van 15 april 2010, blz. 1, in de versie van richtlijn (EU) 2018/1808 (3) van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatie, PB L 303 van 28 november 2018, blz. 69, in de weg aan de toepassing van een maatregel in de zin van artikel 3, lid 4, van richtlijn 2000/31, die geen betrekking heeft op de op een videoplatform geleverde programma’s en door gebruikers gegenereerde video’s?


(1)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

(2)  Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1).

(3)  Richtlijn (EU) 2018/1808 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 tot wijziging van richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) in het licht van een veranderende marktsituatie. (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 69).


Top