This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CA0242
Case C-242/22 PPU: Judgment of the Court (First Chamber) of 1 August 2022 (request for a preliminary ruling from the Tribunal da Relação de Évora — Portugal) — Criminal proceedings against TL (Reference for a preliminary ruling — Urgent preliminary ruling procedure — Judicial cooperation in criminal matters — Directive 2010/64/EU — Right to interpretation and translation — Article 2(1) and Article 3(1) — Concept of an ‘essential document’ — Directive 2012/13/EU — Right to information in criminal proceedings — Article 3(1)(d) — Scope — Not implemented in domestic law — Direct effect — Charter of Fundamental Rights of the European Union — Article 47 and Article 48(2) — European Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms — Article 6 — Suspended prison sentence with probation — Breach of the probation conditions — Failure to translate an essential document and absence of an interpreter when that document was being drawn up — Revocation of the suspension of the prison sentence — Failure to translate the procedural acts relating to that revocation — Consequences for the validity of that revocation — Procedural defect resulting in relative nullity)
Zaak C-242/22 PPU: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 augustus 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Évora — Portugal) — Strafzaak tegen TL (Prejudiciële verwijzing – Prejudiciële spoedprocedure – Justitiële samenwerking in strafzaken – Richtlijn 2010/64/EU – Recht op vertolking en vertaling – Artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1 – Begrip “essentieel processtuk” – Richtlijn 2012/13/EU – Recht op informatie in strafprocedures – Artikel 3, lid 1, onder d) – Werkingssfeer – Geen omzetting in nationaal recht – Rechtstreekse werking – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 47 en artikel 48, lid 2 – Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden – Artikel 6 – Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met proeftijd – Niet-nakoming van de verplichtingen van de proeftijd – Onvertaald essentieel processtuk en afwezigheid van een tolk bij de vaststelling van dat stuk – Herroeping van de opschorting – Geen vertaling van de processtukken betreffende deze herroeping – Gevolgen voor de geldigheid van de herroeping – Met vernietigbaarheid bestrafte procedurefout)
Zaak C-242/22 PPU: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 augustus 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Évora — Portugal) — Strafzaak tegen TL (Prejudiciële verwijzing – Prejudiciële spoedprocedure – Justitiële samenwerking in strafzaken – Richtlijn 2010/64/EU – Recht op vertolking en vertaling – Artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1 – Begrip “essentieel processtuk” – Richtlijn 2012/13/EU – Recht op informatie in strafprocedures – Artikel 3, lid 1, onder d) – Werkingssfeer – Geen omzetting in nationaal recht – Rechtstreekse werking – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikel 47 en artikel 48, lid 2 – Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden – Artikel 6 – Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met proeftijd – Niet-nakoming van de verplichtingen van de proeftijd – Onvertaald essentieel processtuk en afwezigheid van een tolk bij de vaststelling van dat stuk – Herroeping van de opschorting – Geen vertaling van de processtukken betreffende deze herroeping – Gevolgen voor de geldigheid van de herroeping – Met vernietigbaarheid bestrafte procedurefout)
PB C 359 van 19.9.2022, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.9.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 359/11 |
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 1 augustus 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação de Évora — Portugal) — Strafzaak tegen TL
(Zaak C-242/22 PPU) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Prejudiciële spoedprocedure - Justitiële samenwerking in strafzaken - Richtlijn 2010/64/EU - Recht op vertolking en vertaling - Artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1 - Begrip “essentieel processtuk” - Richtlijn 2012/13/EU - Recht op informatie in strafprocedures - Artikel 3, lid 1, onder d) - Werkingssfeer - Geen omzetting in nationaal recht - Rechtstreekse werking - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 47 en artikel 48, lid 2 - Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden - Artikel 6 - Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met proeftijd - Niet-nakoming van de verplichtingen van de proeftijd - Onvertaald essentieel processtuk en afwezigheid van een tolk bij de vaststelling van dat stuk - Herroeping van de opschorting - Geen vertaling van de processtukken betreffende deze herroeping - Gevolgen voor de geldigheid van de herroeping - Met vernietigbaarheid bestrafte procedurefout)
(2022/C 359/13)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Tribunal da Relação de Évora
Partij in de strafzaak
TL
In tegenwoordigheid van: Ministério Público
Dictum
Artikel 2, lid 1, en artikel 3, lid 1, van richtlijn 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures en artikel 3, lid 1, onder d), van richtlijn 2012/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het recht op informatie in strafprocedures, gelezen in het licht van artikel 47 en artikel 48, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het doeltreffendheidsbeginsel, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale regeling volgens welke schending van de rechten waarin die bepalingen van deze richtlijnen voorzien, door de begunstigde op straffe van verval moet worden aangevoerd binnen een bepaalde termijn, wanneer deze termijn begint te lopen voordat de betrokkene ook maar op de hoogte is gesteld, in een taal die hij spreekt of begrijpt, van ten eerste het bestaan en de reikwijdte van zijn recht op vertolking en vertaling en ten tweede het bestaan en de inhoud van een in de betrokken zaak essentieel processtuk en de gevolgen daarvan.