Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CB0226

    Zaak C-226/21: Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 13 december 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Contencioso-Administrativo n° 1 de Toledo — Spanje) — KQ / Servicio de Salud de Castilla La Mancha (SESCAM) (Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd – Clausule 4 – Non-discriminatiebeginsel – Begrip “arbeidsvoorwaarden” – Leeftijdsgebonden vrijstelling van het verrichten van aanwezigheidsdiensten in de zorg die alleen wordt toegekend aan werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd)

    PB C 119 van 14.3.2022, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 119 van 14.3.2022, p. 6–6 (GA)

    14.3.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 119/14


    Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 13 december 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de lo Contencioso-Administrativo no 1 de Toledo — Spanje) — KQ / Servicio de Salud de Castilla La Mancha (SESCAM)

    (Zaak C-226/21) (1)

    (Door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Clausule 4 - Non-discriminatiebeginsel - Begrip “arbeidsvoorwaarden” - Leeftijdsgebonden vrijstelling van het verrichten van aanwezigheidsdiensten in de zorg die alleen wordt toegekend aan werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd)

    (2022/C 119/19)

    Procestaal: Spaans

    Verwijzende rechter

    Juzgado de lo Contencioso-Administrativo no 1 de Toledo

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: KQ

    Verwerende partij: Servicio de Salud de Castilla La Mancha (SESCAM)

    Dictum

    Clausule 4, lid 1, van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de Unice en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich verzet tegen een nationale regeling op grond waarvan het recht op vrijstelling van het verrichten van aanwezigheidsdiensten wordt toegekend aan werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, maar niet aan werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.


    (1)  Datum van indiening: 8.4.2021.


    Top